Put your money where your mouth is
Op allerlei manieren wordt geprobeerd de belangen van aandeelhouders en bestuurders parallel te laten lopen. In de jaren negentig en rond de eeuwwisseling gebeurde dat met aandelenopties. Topbestuurders kregen het recht om aandelen te kopen tegen een vaste prijs voor een periode van (aanvankelijk) vijf jaar. De uitoefenprijs werd vastgezet op de geldende beurskoers en de koersstijging van het aandeel zou derhalve tot substantiële koerswinst voor de topmanager kunnen leiden. In de jaren negentig werden daarmee ongekende winsten gehaald. Bij de hoogvliegers van destijds (zoals AEGON en Philips) werden optiewinsten van honderden miljoenen geïncasseerd. Maar de opties werden door de managers niet benut om aandeelhouder te worden.
Meestal werden de aandelen direct na het uitoefenen van de opties weer op de beurs verkocht. Wel winst voor de topmanager, maar van parallelliteit met de belangen van gewone aandeelhouders was geen sprake meer. Na het klappen van de internetluchtbel in 2000-2001 en de negatieve beursstemming in de jaren 2001 tot 2003 leverden de managementopties weinig meer op. Met het dalen van de koersen steeg het geklaag van topmanagers over de opties. Ze betaalden wel belasting, maar verdienden door het slechte beursklimaat niets.
Gek genoeg hebben we diezelfde managers nooit gehoord toen zij in de jaren negentig door het goede beursklimaat geld verdienden zonder dat hun onderneming bovengemiddeld presteerde. Maar de opgedroogde optiewinsten waren reden om de beloningspakketten te herzien. En de beloningsbureaus hielpen vrolijk mee. Managers moesten zich meer aantrekken van het aandeelhoudersbelang en dienden gratis aandelen te krijgen. In sommige gevallen moesten daarvoor wel bepaalde operationele doelstellingen worden gehaald. Hoe dan ook was het gevolg dat de eff ectieve beloning van de bedrijfstop fors steeg.
Toch werkt ook het verstrekken van gratis aandelen niet. Dat is een loterij zonder nieten. De manager die 20.000 gratis aandelen krijgt, zal niet treuren om een koersdaling van 20 naar 16 euro. Hij ontvangt dan nog steeds 320.000 euro. Zou diezelfde manager zijn eigen geld hebben belegd, dan keek hij tegen een lelijk verlies aan van 20 procent.
Er zijn eenvoudige maatregelen om zorg te dragen voor parallelle belangen. Zo zou een laagrentende lening – bijvoorbeeld tegen 4 procent – kunnen worden verstrekt om aandelen te kopen. Als de koers daalt lijdt de manager verlies, als hij stijgt maakt de manager winst. Ook zou men de houder van managementopties kunnen verplichten de winst in aandelen vast te houden. Stel, de manager heeft 10.000 opties om aandelen te kopen tegen 20 euro. Als de koers naar 40 stijgt, bedraagt de winst 200.000 euro en kan de manager na uitoefening 5000 aandelen houden. De manager wordt dan echt aandeelhouder.
IN DE PRIJZEN Rond de jaarwisseling werden er weer enkele topmanagerverkiezingen gehouden. Opvallend was dat de AEX-topmannen niet in de prijzen vielen. Bij de verkiezing van de beleggerstopman won Lakhsmi Mittal, de Indiase topman van het leidende staalconcern Arcelor Mittal. De tweede plaats was voor Rudy de Becker van Hagemeyer, gevolgd door Didier Keller van SBM Off – shore. En de FEM-verkiezing werd gewonnen Abel Slippens, die eerder door de VEB werd onderscheiden met het Blauwe Bord. Slippens, topman van de middelgrote foodretailer Sligro, versloeg Jeroen van der Veer van Shell en Hans Wijers van Akzo Nobel.
De overeenkomst tussen de winnaars is dat zij beiden een groot belang hebben in ‘hun’ bedrijf. De familie Mittal heeft ongeveer 44 procent van de staalreus in handen en ook de familie Slippens heeft een groot minderheidsbelang. Amerikaanse beleggers investeren liever in bedrijven waar de bedrijfstop zelf een substantieel aandelenbelang bezit. “Put your money where your mouth is.” Gelijk hebben ze.
PETER PAUL DE VRIES is directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB)