Private investeerders gaan fors meer investeren in duurzame energie
Minder activiteit wordt verwacht van de traditionele ‘utilities’ en de onafhankelijke energieproducenten (‘IPP’s’). De belangstelling voor duurzame energie wordt met name verwacht van private investeerders uit Azië. De Verenigde Staten wordt door bijna 50% van de bestuurders als het meest aantrekkelijke investeringsland gezien, gevolgd door India (23%), Duitsland (21%) en het Verenigd Koninkrijk (12%). Vorig jaar was een uitstekend jaar voor fusies en overnames in de duurzame energie sector. In 2011 werden 591 transacties met een waarde van 51,2 miljard dollar geregistreerd vergeleken met 431 transacties en een waarde van 33,4 miljard dollar in 2010. Als acquisitiedoelwit vinden bestuurders van energiebedrijven en investeerders vooral Solar PV, biomassa en wind op land aantrekkelijk.
“Een bewijs dat deze vormen van duurzame energie opwekking door veel bestuurders als voldoende betrouwbaar en aantrekkelijk worden gezien voor lange termijninvesteringen, net zoals waterbedrijven en elektriciteitsnetwerken”, zegt Hans Bongartz, partner bij KPMG en verantwoordelijk voor de adviesgroep Energy & Natural Resources. Een grote meerderheid (85%) van de bestuurders verwacht dat het aantal fusie- en overnametransacties in duurzame energie de komende vijf jaar op peil zal blijven.
Bongartz: “Toch wordt de aantrekkelijkheid van landen voor toekomstige investeringen behoorlijk op de proef gesteld door onzekerheid over het stimuleringsbeleid. Zo is bijvoorbeeld in de Verenigde Staten onduidelijk of en op welke manier de Production Tax Credit die aan het eind van het jaar vernieuwd zou moeten worden, verlengd wordt. Deze regeling is essentieel geweest voor de financiering van windenergieprojecten in de Verenigde Staten. Ruim 80% van de bestuurders geeft aan dat verlenging van deze regeling cruciaal is voor hun investeringen in ‘renewables’ in de Verenigde Staten. In Europa en met name in Spanje zien we een zelfde ontwikkeling: wanneer subsidie commitments en toekomstige regelingen onzeker worden, verliezen investeerders vertrouwen.”
Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat financiering het grootste struikelblok vormt bij het realiseren van veel projecten, met name voor windenergie op zee. Niet meer dan 20% van de respondenten verwacht de komende achttien maanden in windenergie op zee te investeren.
__________________________________________________________________________________
Word lid van de M&A Community
Leden van de M&A Community hebben meer kennis en doen meer deals. Naast uitnodigingen voor 7 jaarlijkse M&A Cafés en de Private Equity Summit ontvangt u M&A Magazine. U heeft gratis toegang tot de unieke M&A Databank & League tables. Word nu lid via MenA.nl.
__________________________________________________________________________________
Bongartz: “Deze vorm van duurzame energie is voor veel investeerders kennelijk nog onvoldoende volwassen om in te investeren. Een minderheid van de investeerders die wel bereid is te investeren in offshore, zoals de grote Europese utilities, zijn erin geslaagd de juiste balans te vinden tussen risico en opbrengst. Overigens zijn deze utilities bezig om op innovatieve manieren nieuw kapitaal aan te trekken. Dit heeft erin geresulteerd dat bijvoorbeeld pensioenfondsen en Japanse investeerders belangen nemen in grote windprojecten op zee. Voor de nog afwachtende categorieën investeerders zijn de belangrijkste uitdagingen vooral het constructierisico van windparken op zee alsmede de relatief korte operationele historie van operationele windparken. Toch voelen steeds meer banken zich relatief comfortabel met de risico’s die kleven aan financiering van windenergie op zee. Zo is 45% van de banken van plan de komende 18 maanden in windenergie-projecten te financieren. Banken zijn ten aanzien van (project) financiering in duurzame energie het meest positief over wind op land en Solar PV.”
Bongartz: “Vanwege het aanzienlijke track record in dat type projecten weten banken waar ze op moeten letten. Als de gekozen equipment ook een goede reputatie heeft, zijn kredietverstrekkers behoorlijk comfortabel om in deze sectoren te financieren.”
Ruim helft Nederlandse, middelgrote bedrijven wil groeien door overnames Ruim de helft (56%) van de Nederlandse mkb-ondernemingen wil binnen drie jaar groeien door overnames. Zo blijkt uit het periodieke International Business Report (IBR 2012) van accountantsen adviesorganisatie Grant Thornton. Het percentage ligt 25 procentpunten boven het wereldgemiddelde (31%).
Ook op Europees niveau scoren we een stuk hoger. Dat geldt ook voor de bereidheid tot grensoverschrijdende overnames. Met 44% zit Nederland ruim boven het wereldgemiddelde (33%) en net boven het EU-gemiddelde (42%). De acquisitiebereidheid in Nederland is zeker in vergelijking met onze buurlanden België, Duitsland, maar ook Frankrijk en Italië, groter. Slechts 18% van de Duitse mkb-bedrijven wil de komende drie jaar groeien door acquisitie. In België is dat 32%. Wel kijken Duitse ondernemingen meer over de grenzen om bedrijven over te nemen (58%).
Het meest ambitieuze ‘acquisitieland’ is Georgië. Daar wil 66% van de mkb’ers groeien door overnames. Nederlandse ondernemers staan klaarblijkelijk stevig in hun schoenen. Maar liefst 88% verwacht zelf de komende drie jaar niet te worden overgenomen. Ook collegaondernemers in België, Frankrijk, Duitsland, Italië en EU-breed zijn positief over hun eigen positie/eigenaarschap. Net als voorgaande jaren is schaalvergroting de belangrijkste reden voor Nederlandse ondernemers om te acquireren (57%), gevolgd door toegang tot nieuwe geografische markten (50%). Ook het verwerven van nieuwe technologie of merken is met 24% een argument. Opvallend is dat 76% van de Nederlandse bedrijven de groei door overname wil financieren via behaalde winsten. Financiering via de bank volgt op ruime achterstand (31%).