Premie of koopsom? Premiekoopsom!

fallback
Sinds 1 januari 1995 moeten directeur-grootaandeelhouders pensioenverplichtingen en soortgelijke verplichtingen in de eigen BV waarderen met inachtneming van 'algemeen aanvaarde actuariële grondslagen'. De lineaire waarderingsmethode is niet meer toegestaan.

De Belastingdienst heeft zich, sinds deze wetswijziging, op het standpunt gesteld dat de actuariële koopsommethode de enige aanvaardbare actuariële waarderingsmethode is. Onlangs heeft de Hoge Raad echter anders beslist: ook de actuariële premiekoopsommethode is voortaan toegestaan.

Koopsommethode
Bij de koopsommethode wordt ieder jaar berekend welk bedrag nodig is om de benodigde pensioengelden op de pensioeningangsdatum (= de datum van ingang van het pensioen) bijeen te brengen, hierbij wordt rekening gehouden met samengestelde rente.

Kenmerkend voor de koopsommethode is dat de jaarlijkse pensioenlast hoger wordt naarmate de diensttijd van de directeur-grootaandeelhouder (dga) toeneemt. De oorzaak hiervan is dat de periode waarover rente aangroeit tot aan de pensioeningangsdatum steeds korter wordt.

Premiemethode
Bij de premiemethode wordt gedurende de periode waarin het pensioen wordt opgebouwd, jaarlijks een vast bedrag berekend (de premie), dat samen met de rente het benodigde kapitaal oplevert op de pensioeningangsdatum. Ook bij de premiemethode stijgt de jaarlijkse pensioenlast. Deze stijging is echter minder dan bij de koopsommethode, doordat gerekend wordt met een jaarlijks gelijkblijvende premie.

De premiemethode is aantrekkelijker dan de koopsommethode omdat de pensioenlasten eerder ten laste van de winst te brengen zijn. Belastingadviseurs hebben zich daarom sterk gemaakt voor toepassing van deze methode. Of de Hoge Raad deze methode ook zal aanvaarden is echter maar de vraag.

Premiekoopsommethode
De premiekoopsommethode is een tussenvorm. Bij aanvang van de pensioenregeling wordt een premie berekend aan de hand van het te bereiken pensioen. Als het salaris stijgt, wordt een deel eenmalig via een koopsom gefinancierd. Het restant wordt gefinancierd met een premieverhoging.

Bij de waardering van de pensioenverplichting wordt aangenomen dat de premies en koopsommen zijn betaald, ook al is dit in werkelijkheid anders. De lasten zijn hoger dan de lasten bij de koopsommethode, maar iets lager dan die bij de premiemethode.

Bij deze methode is de waarde van de pensioenverplichting in eigen beheer, met name in de eerste helft van de opbouwperiode, hoger dan de koopsommethode die de Belastingdienst hanteert. Dit houdt in dat de dotatie aan de pensioenverplichting hoger is, wat tot een besparing van vennootschapsbelasting leidt.

Volgens de Hoge Raad stemt deze methode overeen met goed koopmansgebruik en is zij gebaseerd op algemeen aanvaarde actuariële grondslagen. Het is dan ook afwachten of de Hoge Raad in het verlengde van de premie/koopsommethode, de premiemethode zal aanvaarden.