Polder Enrons, de Nederlandse bedrijvenrommelen er ook op los

fallback
Ahold, Enron en Worldcom mogen dan de financiële wereld doen trillen, in de polder rommelen de Nederlandse bedrijven er ook op los. Maar omdat ze zo weinig schade aanrichten en omdat justitie er niet achteraan zit, worden ze nauwelijks opgemerkt.

‘Dit jaar gaan we doorbreken in Noord-Amerika,’ beloofde Jan Eendebak, financieel directeur van het beursgenoteerde bedrijf Prolion in 1999. Deze fabrikant van melkrobots, eens de lieveling van beleggers, durfde de wereld wel aan.

De nettowinst steeg in 1999 met 150 procent tot 3,9 miljoen gulden. De komende twee tot drie jaar zal de winst telkens verdubbelen, zo stelde de zelfverzekerde machinebouwer in het vooruitzicht. Melkrobots waren het nieuwste snufje in de toen nog florerende melkveehouderij.

De boer zou alleen nog maar de aan/uit-schakelaar hoeven te bedienen, en de robot zou volautomatisch de koeien melken. Een enorme besparing aan arbeid op de boerderij, die schaalvergroting mogelijk zou maken. In 2000, zo beloofde Prolion bij haar beursgang in 1997, zou het bedrijf zeshonderd melkrobots slijten en in 2005 zelfs tweeduizend.

Drie jaar later: Prolion staat aan de rand van de afgrond. Door de mkz-crisis is de markt voor melkrobots ingestort, want boeren kopen deze apparaten niet meer. Maar er is meer aan de hand. De omzetverdubbelingen waar Eendebak zo trots op was kwamen er niet. Sterker nog, zelfs de omzet was een farce. “Een boekhoudschandaal,” weet Peter Paul de Vries, directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). ‘De omzet kon op papier worden opgevoerd door aan gelieerde bedrijven te verkopen. Dat is natuurlijk geen reële omzet.’

Zwakke knieën
Hoe is het mogelijk dat een beursgenoteerd bedrijf de werkelijkheid zo grof geweld aan kon doen en jaren ongemoeid haar gang kan gaan? Wellicht door de commissarissen, want een van de aandeelhouders van Prolion was ook aandeelhouder. “Het is een probleem als de commissarissen hun werk niet goed doen,” zegt De Vries. ‘In de tweede plaats moeten accountants zich onafhankelijk opstellen. Maar dat doen ze niet altijd.

Nederland heeft helemaal niet zulke goede controlemechanismen. In Amerika is er een beurswaakhond, maar die in Nederland kijkt niet naar jaarrekeningen en accountantsverklaringen. Hier is bijna alles mogelijk.” “De externe accountant speelt geen serieuze rol,” zegt ook Pieter Lakeman van Stichting Onderzoek

Bedrijfs Informatie (SOBI), die veelvuldig bedrijven voor de Ondernemingskamer daagt wegens onregelmatigheden in de boeken. “Accountants worden betaald door het management. Integer zijn is niet hun hoofdtaak. Zij moeten vakmatig papieren doorneuzen en rekenen. Maar ze hebben vaak zwakke knieën.”

Omdat niemand aan de bel trok bij het kleine Prolion, kon het bedrijf ongestoord haar gang gaan. Eendebak sustte in 1999 nog mogelijk verontruste aandeelhouders, door aan te kondigen het boekjaar van juli tot eind juni te laten lopen. ‘Dat doen we omdat we het meeste verkopen in de maanden november en december, wel zo’n veertig tot vijftig procent van de omzet.

Daardoor staan eind december dus ontzettend veel debiteuren op de balans en lijkt het alsof we slecht betalende debiteuren hebben. Maar dat is niet zo, dus om een verkeerde indruk bij onze beleggers te vermijden veranderen we het boekjaar.’

Sinterklaas
Het heeft hem en directeur Henk Buitenhuis niet kunnen redden. De laatste werd op 3 april vorig jaar door de aandeelhouders aan de kant geschoven. Ook de commissarissen werden afgevoerd. Huisaccountant Deloitte & Touche koos eieren voor haar geld. In oktober was deze nog herbenoemd, maar in maart vorig jaar gaf het accountantskantoor de opdracht terug. Eendebak verdween stilletjes van het toneel. Eventjes kwam er nog een nieuwe CFO, Bob Prince. Maar na een maand ging hij er gillend vandoor.

Nu heeft het bedrijf geen CFO meer. De financiële portefeuille zit bij algemeen directeur Bernard Vandekerckhove, die de bezem door het bedrijf haalde. De onderneming is in het verleden bestuurd op het creëren van aandeelhouderswaarde, stelde hij onlangs in één van zijn spaarzame interviews in het Agrarisch Dagblad. Gepresenteerde winsten bleken alleen op papier te bestaan.

Men heeft er in het verleden heel eigenaardige business praktijken op nagehouden. Dat heeft tot bepaalde afspraken met veehouders geleid, die niet marktconform waren. Er zijn veehouders die werden betaald per liter melk, er zijn veehouders die lease-contracten kregen, er zijn er ook geweest die een robot gratis op proef kregen en dan na twee jaar mochten beslissen of ze hem hielden of wilden teruggeven.

Men heeft contracten opgesteld die werkelijk leken alsof ze door Sinterklaas waren geschreven. Alleen zijn ze nooit betaald.’ Maar die niet betaalde omzet kwam wel in de boeken en dreef de waarde van het aandeel op. Dat kon door ongeveer de helft van de machines te verkopen aan distributeurs.

In sommige van deze distributiebedrijven had Prolion een belang. Zij konden de machines zoals gemeld vooral kwijt door ze bijna gratis van de hand te doen. Er kwam dus nauwelijks geld in het laatje van Prolion, maar op papier genoeg omzet om de aandeelhouders te overtuigen terwijl voorraden zich ophoopten.

Uiteindelijk leidde dit tot het faillissement van werkmaatschappij Prolion Sales. Geldschieters in de vorm van Friesland Bank, Vicon Japan en VSP Investments reikten de helpende hand en versterkten het eigen vermogen met 12,5 miljoen euro. De waarde van de aandelen was toen al teruggebracht tot een dubbeltje.

Met de verkregen middelen nam Prolion het bedrijf Gascoine Melotte over, fabrikant van traditionele melkwinningssystemen. Dat werd ook de merknaam van Prolion. Zo maakt het bedrijf zich minder afhankelijk van de robot en haalde zij haar beschadigde bedrijfsnaam uit de vuurlinie. Voortaan geen virtueel bedrijfsmodel meer, beloofde de nieuwe leiding, maar een normaal bedrijfskundig model. Zo gaat Prolion vrolijk verder, de scherven opgeruimd en een aantal aandeelhouders beduusd achterlatend alsof er nooit iets is gebeurd.

Onregelmatigheden
Dit soort zaken is bepaald geen uitzondering, niet alleen bij Ahold, Worldom of Enron. In Nederland wemelt het er zelfs van, denken ingewijden. “Meer dan de helft van de jaarrekeningen van de AEX-fondsen telt onregelmatigheden,” zegt Lakeman van SOBI. “Dat is weloverwogen, want de CFO’s hebben allemaal iq’s van boven de 80 en die maken niet toevallige fouten. De risico’s zijn niet groot. Er zit in Nederland hooguit één witte-boordencrimineel achter de tralies.

Theoretisch biedt het strafrecht aanknopingspunten om op te treden, maar Nederland is een gedoogland. Mocht je gepakt worden op fouten in de jaarrekening, wat dan nog? Dan gebeurt er verder niets.”

Veel onregelmatigheden in de boekhouding kunnen echter maar moeilijk als frauduleus worden aangemerkt. Vaak is het een kwestie van interpretatie. CFO’s gebruiken gretig alle mogelijkheden die de wet hen biedt, en dat zijn er heel wat. “Maar een schandaal heb je niet alleen wanneer iets wettelijk ongeoorloofd is,” zegt Martin Kers van het financieel adviesbureau Kers & Partners. “Iets is volgens mij ook een schandaal als er vanuit sociaal-maatschappelijk oogpunt misleidende informatie wordt gegeven.”

Maar tegen de regels is het vaak niet. Een voorbeeld daarvan is KPN dat volgens handige boekhoudmethodes zichzelf rijk wist te rekenen. Het kocht in 1999 ruim 77,5 procent van de aandelen E-Plus van Bell South voor 9,1 miljard euro in contanten. Het overige kwart zou zij te zijner tijd kopen in ruil voor een aandelen KPN met een waarde van 7,6 miljard euro. CFO Maarten Henderson zette E-Plus voor honderd procent in de boeken, hoewel KPN slechts voor driekwart eigenaar was.

Terwijl KPN op de beurs onderuit ging, bleef de waarde van E-Plus in 2001 voor het volle pond in de boeken staan. Pas in maart 2002 schreef KPN 13,4 miljard euro af op goodwill, met terugwerkende kracht in 2001. In 2002 kreeg KPN de rest van de aandelen E-Plus, maar de aandelenconversie was toen geen 7,6 maar 1,3 miljard euro. Zo kon KPN het verlies aan goodwill een beetje goedmaken.

KPN had E-Plus dus voor een slordige tien miljard euro in handen gekregen, maar voor meer dan 15 miljard in de boeken gezet. PricewaterhouseCooopers zag er niets verkeerds in.

Geen alarmbellen
En zo gaat het maar door. ING boekte na de ramp in het WTC 600 miljoen dollar af op een dochterbedrjif dat in het WTC zetelde en wist zo een even hoog bedrag uit de winst-verliesrekening te houden. Unilever rekent kosten voor een reorganisatie niet tot de gewone bedrijfsvoering, maar zet het als bijzondere posten op de balans. En laat ASML het geld dat zij in het overgenomen Sillicon Valley Group (SVG) stopt als vordering in de boeken staan?

Terwijl deskundigen het hoofd schudden, liggen CFO’s niet wakker van hun trucs. Zij moeten wel, zo is het gevoelen. “Stel dat een onderneming in zwaar weer zit,” zegt Kers. “Dan presenteert de CFO de resultaten liever niet al te somber om geen alarmbellen te laten rinkelen. Als ze een kleine winst kunnen laten zien, dan hebben zij de ruimte om een reddingsplan op te stellen. Maar als de verwachtingen niet uitkomen, zit de CFO pas echt met een dilemma. De kans om af te glijden wordt groter en wat is er dan nog mogelijk? Dit kan natuurlijk geen jaren achter elkaar goed gaan.”

Een andere verklaring voor het gedrag van CFO’s is dat deze specialisten noodgedwongen te geheimzinnig zijn. “Zij staan voortdurend onder druk,” zegt De Vries. “Zij geven liever niet al te veel informatie. Daarnaast is het een kwestie van megalomie. Bestuurders bieden bij het overnemen van bedrijven graag over elkaar heen en betalen daardoor te veel. Getronics, Numico, KPN, het zijn er voorbeelden van. Later moeten ze de waarde dan weer afboeken op de balans.”

Daarnaast missen CFO’s soms het zicht op de werkelijkheid. Vroeger was het bij Philips gebruikelijk dat posten van minder dan 10 miljoen gulden buiten de boeken bleven, als ze niet tijdig werden aangeleverd. Het ging dan vaak om cijfers van buitenlandse vestigingen.

Bingo
Pas als het om echte fraude gaat, veren zowel bedrijven als justitie op. Vaak is het dan ook gelijk bingo, want de controle hoog in de organisatie is doorgaans niet sterk ontwikkeld. Bij Aegon bijvoorbeeld, waar een plaatselijke financieel directeur ongemoeid 18,1 miljoen euro kon verduisteren samen met een zakenvriend uit Twente.
Deze ‘adviseur’ stuurde facturen voor diensten die nooit werden geleverd. De directeur tekende en de bedragen werden uitgekeerd. De boeven werden gevangen, maar de vraag blijft hoe het kan dat dit duo alle controlemechanismen kon omzeilen. Deze zaak lijkt op die van de Rabobank in Eemnes, waar een plaatselijke directeur voor 90 miljoen euro aan ongedekte leningen had verstrekt.

“De interne controle ligt bij werknemers, maar als die niet doen wat de baas zegt is daar het gat van de deur,” zegt Lakeman. “Soms kom ik wel eens klokkenluiders tegen, maar ik adviseer ze hun mond te houden. De geschiedenis leert dat je maatschappelijke zelfmoord pleegt als je uit de school klapt.”

Voor Aegon was dit een lesje om de interne controle te verscherpen. Of niet? Het verzekeringsbedrijf wil er geen woord over zeggen. “Misschien later nog eens,” is desgevraagd het stroeve antwoord.

Door Henk Vlaming

Gerelateerde artikelen