Participatiemaatschappijen agressiever

Grote Europese ondernemingen maken zich zorgen om de groeiende concurrentie van participatiemaatschappijen bij overnames. Participatiemaatschappijen worden steeds agressiever waardoor ondernemingen het onderspit delven in de prijsvorming.

Dat alles blijkt uit onderzoek van Ernst & Young onder 92 senior dealmakers van grote Europese ondernemingen. ‘Willen ondernemingen succesvol strategische overnames blijven doen, dan zullen zij zich in toenemende mate de werkwijze van de participatiemaatschappijen eigen moeten maken’, aldus Stephan Lauers, partner bij Ernst & Young. Door de lage rente hebben participatiemaatschappijen toegang tot grote hoeveelheden kapitaal. De maatschappijen worden steeds groter van omvang en zijn bovendien in staat snel te handelen. Het doen van overnames is hun kerncompetentie en hun transactiemachine is goed geolied. Ze hoeven zich daarnaast niet bezig te houden met integratie van overgenomen bedrijven.

Krachten bundelen
Wanneer ze ook nog hun krachten bundelen, neemt de concurrentie voor ondernemingen grote vormen aan. Het is dan ook zaak voor ondernemingen hun transactievaardigheden verder te professionaliseren. Sowieso omdat de druk vanuit de markt om het percentage mislukte overnames (ongeveer 70 procent) terug te brengen groot is. Niet goed doorgedachte, slechte of niet tijdige integratie van overgenomen bedrijven kunnen van enorme invloed op de resultaten zijn.

Meer dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek geeft aan dat China, Oost-Europa en Noord-Amerika als de belangrijkste overnamemarkten voor de komende 12 tot 24 maanden worden beschouwd. Lauers: ‘Iedereen weet dat een transactie in opkomende markten lastig kan zijn, maar investeerders zien dit als een aanvaardbaar risico.’ Maar ook in West-Europa neemt het aantal transacties toe, zo denken de ondervraagden. 60 procent verwacht overnames in West-Europa te doen. 50 procent geeft aan dat bedrijfsonderdelen in West-Europa in de etalage komen.

Durfkapitaal
Private equity tiert welig, maar ook het beschikbare Venture Capital stijgt. In Nederland is in de eerste twee kwartalen van 2005 het bedrag dat VC’s staken in risicovolle ondernemingen flink gestegen. In het eerste halfjaar werd volgens Ernst & Young 42,5 miljoen euro aan durfkapitaal geïnvesteerd. Vorig jaar stond in dezelfde periode nog 26,4 miljoen euro op de teller. De meeste transacties vinden plaats in biotechnologie. Trend is dat VC’s hun geld voornamelijk steken in projecten die in een vergevorderd stadium zijn.

In een vergelijking met andere landen is het bedrag aan Nederlands durfkapitaal magertjes. In Denemarken bijvoorbeeld werd in het eerste jaar al voor 142,5 miljoen euro opgehaald en geïnvesteerd. Het vertrouwen is in Nederland dus blijkbaar nog niet waar het zijn moet. Aansluitend houden investeerders hun geld vooralsnog in de zak.

Gerelateerde artikelen