Ook deze week bleek weer eens …
dat grote problemen van vroeger nu kleine problemen zijn. De wereldbeurzen trokken zich niets aan van de Russische crisis.
En dat was zes jaar geleden wel anders. Toen stortten de beurzen ineen door de roebelcrisis. Nu zijn rijen voor banken van Russen die hun geld willen opnemen nauwelijks nieuws.
Toch is dit het teken van een bankencrisis. Als de consument geen vertrouwen meer heeft in waar het spaargeld staat dan haalt men het weg. Desnoods stopt men het in een oude sok. Niet alleen de kleine spaarder ook de grote beleggers halen hun geld weg bij de bank. De bank komt dan in een ernstige liquiditeitscrisis. En dat wordt dan vaak gevolgd door faillissement. Het omvallen van een bank zorgt ervoor dat ook vele sectorgenoten in de problemen komen. Vraag is waarom de westerse investeerders, en met name de Duitse, nu niet zo paniekerig reageren zoals in 1998. Ook toen was er sprake van een bankencrisis. Een van de redenen is dat men nu blijkbaar meer vertrouwen heeft in het bankensysteem. Ten eerste heeft de Russische centrale bank middelen en de mogelijkheid om de crisis te bezweren. Die middelen waren er zes jaar geleden niet en de maatregelen die men nam waren op zijn zachts gezegd niet effectief.
Midden vorige week kondigde de Sergei Ignatiev, de centrale bank president, aan dat de middelen die banken moesten aanhouden werden verminderd. Banken krijgen hierdoor beschikking over meer liquiditeiten om de opnames van spaargeld het hoofd te bieden. Daarnaast keurde hij ook de overname van Guta Bank goed. De overnemende bank is Vneshtogbank, een staatsinstelling.
Achterdocht is een van de grote Russische eigenschappen. Volgens sommige analisten wordt de huidige bankencrisis door het Kremlin geregisseerd. Net als de ondergang van Yukos. Want naast Guta Bank stonden er ook rijen voor Alfabank, een van de grootste in Rusland. De bank is in handen van Mikhalil Fridman. Hij is een van de vele machtige zakenlieden in Rusland. Volgens hem zijn leugens en geruchten de reden voor de Russen om geld bij zijn bank weg te halen. In de afgelopen week heeft hij herhaaldelijk de geruchten stevig ontkend. Daarnaast hebben hij en zijn medeaandeelhouders extra kapitaal gestort in Alfabank. Dat moet toch enig vertrouwen kweken.
Het verhaal van een complot is wellicht overdreven. Toch is het opvallend wie de winnaar is. Het geld stroomt nu richting Sberbank. De Russische overheid heeft hier een 60% aandeel in. Hierdoor is het ook een bank met volledige staatssteun. Tot voor kort trok het geld weg van deze bank. De huidige crisis heeft er voor gezorgd dat het marktaandeel weer snel toeneemt. Overigens hebben de analisten van Alfabank een koopadvies gegeven voor Sberbank. Soms werkt kapitalisme. Bijna twee weken na de renteverhoging van de FED mag worden gesproken van een gematigde reactie. Terecht want indicaties van een hogere inflatie zijn niet aanwezig. Dit stond al duidelijk in de verklaring van de FED. Men ziet nog altijd een gematigde inflatievoet. Maar naast deze papieren uitspraak zijn de indicaties ook redelijk. Na maanden van forse banencreatie bleek in de maand juni dat er minder banen waren bijgekomen.
En als er minder banen komen dan zal ook de concurrentie tussen de werknemers niet leiden tot een forse loonstijging. Ook andere economische indicatoren geven aan dat het allemaal niet zo’n vaart loopt met de inflatie. De enige dissonant is en blijft de olieprijs. Afgelopen week kwam de prijs op de Amerikaanse termijnmarkten weer boven de $40. Toch zijn veel oliehandelaren ervan overtuigd dat dit een tijdelijk fenomeen is. De stijging kwam vooral door de angst over de ondergang van de grote Russische oliemaatschappij Yukos. Kortom de verwachting is dat de FED dus de komende maanden niet zo sterk zal verhogen als in de afgelopen weken werd gedacht. Deze gedachte is het best te zien in de valutamarkten. De koers van de dollar daalde en die van de euro steeg. Beleggers willen minder dollars hebben als zij verwachten dat de rente niet al te snel oploopt. Het aanhouden van euro’s is gezien de rente dan ook voordeliger. Wij blijven overigens van mening dat de koersstijging van de dollar beperkt zal blijven tot een niveau van 1,25. De renteverschillen blijven te klein voor een spectaculaire stijging. Bovendien achten wij de kans dat de ECB de rente dit jaar zal gaan verhogen klein. Het kopen van Amerikaanse dollars op deze niveaus is dan ook aantrekkelijk.
Ook in de obligatiemarkt zijn er tekenen dat de inflatieangst aan het wegebben is. Staatsleningen zijn na de correctie in het 2e kwartaal redelijk aan het stabiliseren. Ondanks dat geldt ook hier dat wij niet direct afstappen van ons scenario. Nog altijd hebben we een voorkeur voor leningen in het segment 8-10 jaar. Langer lopende leningen zouden wij niet durven kopen. De risico- rendements verhouding ligt nog altijd niet goed. Ook in de bedrijfsobligatiemarkt zien we tekenen van herstel. Een aantal leningen zijn in de afgelopen maanden onder druk gekomen waardoor zij op aantrekkelijke rendementen terecht kwamen. Op die niveaus kwam er weer duidelijk interesse van eindbeleggers.
De moeilijke obligatiemarkt zorgt ervoor dat Floating Rate Notes steeds meer belangstelling hebben. Deze lenigen hebben een variabele rente die veelal gekoppeld is aan staatsleningen. Beleggers in deze leningen lopen derhalve geen koersrisico. Dit jaar alleen al is er voor EURO320 mld geplaatst bij beleggers in FRN’s. Vorig jaar over de eerste zes maanden was dit EURO230 mld. Het is voor beleggers de beste keus. Dalen obligatiekoersen inderdaad dan profiteert de houder van een FRN van de hogere rente die men krijgt. Enig nadeel aan deze instrumenten is als de rente verder daalt. Men krijgt dan minder rente de komende tijd. Maar gezien het huidige niveau van de rente in Europa lijkt dat een risico waar zeker overheen is te komen. Aan de vooravond van de cijferregen op de Nederlandse beurs bewogen de koersen in een smalle bandbreedte. De richting de komende tijd zal dus van de cijfers afhangen. Voor een fundamenteel analist is dat de ook het beste situatie. Immers er valt veel maar weinig nuttigs te vertellen over de wereldpolitieke situatie. Beter is het om cijfers van jaarverslagen door te nemen om daaruit de conclusie voor de toekomst te trekken.
Het bal wordt geopend door Philips op dinsdag 13 juli. De koersontwikkeling van de afgelopen maanden kan als teleurstellend worden gekenschetst. Overigens is dat niet alleen voor Philips het geval. Veel technologiebedrijven hebben in het afgelopen kwartaal verliezen opgelopen. En dan met name de fondsen in de semiconductorsector. De bekendste index voor deze sector is de Philadelphia Semiconductor index welke in de afgelopen zes maanden met bijna 14% is gedaald. De winst van Philips is sterk afhankelijk van het wel en wee in deze sector. In tegenstelling tot de genoemde index zijn de berichten uit de sector optimistisch. Verkopen in april en mei waren boven verwachting. Ook het management van Philips heeft zich in de afgelopen maanden steeds positiever uitgelaten. Verwacht mag dan ook worden dat de cijfers over het tweede kwartaal beter zijn dan die van het eerste. Met name zal er veel aandacht uitgaan naar de bezettingsgraad. Ook de andere bedrijfsonderdelen zullen betere resultaten laten zien. Van Medische Systemen wordt een marginstijging verwacht. Van belang is ook de ontwikkeling bij de Consumenten elektronica. De verkopen zullen zeker zijn gestegen door hogere verkopen als gevolg van de Europese voetbalkampioenschappen. Per saldo is dus de verwachting dat de cijfers goed zullen zijn. Wij gaan uit van een winst per aandeel van rond de EURO0,45. Echter goede cijfers alleen zullen de koers niet helpen. Er dienen ook duidelijke uitspraken te worden gedaan voor de rest van het jaar.
Een dag na Philips komt ASML met haar resultaten. Het verlies van vorig jaar zal zeker worden omgebogen in een winst. In het algemeen wordt er een dubbeltje verwacht. Het bedrijf heeft al bij diverse analistenbijeenkomsten medegedeeld dat de verkoop van de machines aan het stijgen is. De belangrijkste cijfers zullen dan ook die van de toekomstige verkopen zijn. Dat zal overigens ook het thema de komende maande worden. We weten nu inmiddels wel dat de resultaten over het algemeen goed zijn. Vraag is of het klimaat ook positief zal blijven. Wij hebben daar in ieder geval, gebaseerd op de macro-economische omstandigheden, alle vertrouwen in.
Kopieermachinefabrikant Océ kwam afgelopen week met haar cijfers. Er zat in het algemeen geen verrassingen in. De resultaten waren iets hoger dan verwacht voornamelijk doordat men een grotere boekwinst op de leaseportefeuille kon maken. Het management verwacht dat in de komende maanden de trend naar hogere opbrengsten zal blijven. De winst komt voor 2004 dan weliswaar lager uit dan die uit 2003 maar is wel van hogere kwaliteit. Een ieder is ervan overtuigd dat de resultaten van de Europese bedrijven goed tot zeer goed zullen zijn. Echter dat wetende was er niet echt een impuls tot aankopen. De bedreigingen zijn er ook. En dan wordt vooral bedoeld de stijgende olieprijs. Dat kan de Europese bedrijven treffen.
De meeste actie was nog te beleven op de Franse markt. Belangrijkste gebeurtenis was de herplaatsing van aandelen PagesJaunes oftewel de Gouden Gids. De aandelen werden naar de markt gebracht door France Telecom die hiermede haar schuldenlast weer kon verminderen. De koersontwikkeling na de herplaatsing was redelijk. Slechter ging het met Biomerieux. Dit aandeel kwam onder de emissiekoers van EURO30 terecht. Een glansrol was weggelegd voor cateraar Sodexho Alliance. Normaal is de cateringsector een vrij stabiele. Grote verrassingen komen niet voor. Maar het bedrijf verraste met buitengewone goede cijfers. De omzet zal dit jaar met ruim 8% stijgen. Beleggers reageerde enthousiast op deze berichten en de koers steeg ruim 9%.
Op de Duitse beurs leek het somberheid troef. Dit kwam onder andere door een winstwaarschuwing van Henkel, producent van vele huishoudelijke benodigdheden. Het bedrijf weet de lagere winst vooral aan het slechte consumentenvertrouwen in Duitsland. De koers van dit relatief stabiele aandeel daalde met bijna 10%. De koersdaling vinden wij wat overdreven en de aandelen lijken op het huidige niveau koopwaardig. Wie de Duitse aandelenbeurs volgt, kijkt ook altijd naar de ontwikkeling van de Duitse autoaandelen. Daar bleek afgelopen week een opmerkelijk wisseling van de wacht te zijn. Niet Mercedes is de grootste verkoper van auto’s maar BMW. En dat voor het eerst in 7 jaar. BMW die een productenpakket heeft van de merken Rolls -Royce tot Mini heeft exact 6.183 meer auto’s verkocht dan haar concurrent. Het succes komt vooral door de verkoopresultaten van de X3 en de 6 serie. Analisten betwijfelen of het nu geslagen gat door Mercedes de komende maanden kan worden ingehaald. Immers de verkopen bij BMW stegen met 8,5% in het eerste halfjaar en bij Mercedes daalde deze met 3,3%. Voor DaimlerChrysler, waar Mercedes onderdeel van is zijn er meer problemen. Zo is men in moeilijke besprekingen met de vakbonden over loonsverlagingen. Daarnaast waren er ook problemen met het aantrekken met een nieuwe directeur voor Mercedes. De voorgestelde Wolfgang Bernhard werd niet geaccepteerd door de werknemers. Bernhard stond bekend als een harde bezuiniger. Toch blijven de ambities groot bij de Duits-Amerikaanse automobielfabrikant. Men wil de nummer een positie weer snel overnemen van de Beierse autofabrikant. Veel verwachtingen heeft men van de nieuwe A-Classe die geheel vernieuwd wordt. De autoaandelen blijven een moeilijke sector. Het is immers kapitaalintensief en zeer sterk afhankelijk van het gedrag van consumenten. Op dit moment geven we als belegging alleen de voorkeur aan Porsche. De stemming op de Europese beurzen was de afgelopen weken landerig. Impulsen waren er nauwelijks dus kabbelden de koersen rustig voort.