‘Ondernemer, ga proactief met die schuldenlast om’
Twee weken geleden was het groot nieuws: de belastingschulden van ondernemers in Nederland zijn zo hoog opgelopen dat er een faillissementsgolf dreigt, volgens enkele tientallen insolventie-experts. Zij uiten hun zorgen in de zogeheten Bijzonder Beheer Barometer van PwC en de Universiteit Leiden.
De Bijzondere Beheer Barometer van 17 februari – zoals de titel aangeeft vooral bedoeld om inzicht te krijgen in de ondernemingen die bij de afdelingen bijzonder beheer van de banken terecht dreigen te komen – heeft zélf tot een seismische mediaschok geleid. Nog meer dan de eerste ‘Barometer’, uit november 2020. Ook die trok behoorlijk wat media aandacht, maar dat rapport deed toch niet zoveel stof opwaaien als nu.
Die eerste Barometer is er, met de kennis van vandaag, niet minder interessant om. Toen waarschuwden de 122 experts (gespecialiseerde bankiers, advocaten en adviseurs) voor een vloedgolf aan faillissementen in het voorjaar van 2021. Daar is niets van terechtgekomen, integendeel: het is griezelig stil gebleven op de afdelingen bijzonder beheer en het aantal faillissementen blijft historisch laag. De verklaring is simpel: toentertijd verwachtten de experts dat de steunmaatregelen van de overheid voor het einde van het jaar zouden worden ingetrokken. Dat is natuurlijk niet gebeurd – en dus staan ondernemingen die anders in liquiditeitsproblemen waren gekomen nog overeind.
Ook in de nieuwe Bijzonder Beheer Barometer kijken de experts wat de gevolgen zullen zijn als de steunmaatregelen overheid tot een einde komen, en wel per oktober van dit jaar. “De experts zijn pessimistischer dan in de vorige Barometer”, constateert Edwin van Wijngaarden, herstructureringsexpert van accountants- en adviesbureau PwC. Voornaamste bron van zorg is de sterk toegenomen belastingschuld. Die bedroeg in november vorig jaar nog 8,8 miljard euro, maar is per 18 januari 2021opgelopen tot 13,2 miljard euro en neemt nog ieder dag toe.
Schuldenberg
Nog meer schulden, dus. Schulden waarvoor ondernemers straks nog meer moeite moeten gaan doen om ze terug te betalen. Als dat al lukt. De Bijzonder Beheer Barometer waarschuwt nu dat vele bedrijven in het derde en vierde kwartaal in onoverkomelijke problemen zullen komen als de steunmaatregelen wegvallen. De ondernemingen zullen dan schulden moeten terugbetalen, de bijzonder beheerafdelingen van de banken zullen volstromen en dat die gevreesde faillissementsgolf alsnog op gang zal komen. Sectoren die nu al genoemd worden zijn de horeca, groot- en detailhandel en de cultuur- en recreatiesector. De goed bedoelde fiscale steunmaatregel ‘uitstel betaling belasting’ kan zich dan kortom tegen de ondernemers keren als deze te rigide wordt toegepast. De mogelijkheid bestaat dat de andere overheidsmaatregelen dan geld zullen blijken te zijn.
En dan te bedenken dat er nog veel meer schulden uit staan, zoals ook in het interview met Sweder van Wijnbergen staat.
Maar: “Schuld an sich hoeft niet het probleem te zijn zo lang de kwaliteit daarvan goed is. Kan een bedrijf voldoende liquiditeit generen om aan haar schuldverplichtingen te voldoen? Daarbij is duidelijk een verschil tussen bankfinanciering en de door de Belastingdienst verstrekte financiering. Banken doen bijvoorbeeld niet aan verliesverzekering: veelal dient voor investeringen in bedrijfsgebouwen, machines en werkkapitaal, ze zullen ook altijd de liquiditeit en de solvabiliteit van de onderneming beoordelen voordat ze krediet verstrekken. De Belastingdienst heeft echter steun verleend dan om te voorkomen dat ondernemingen betalingsproblemen kwamen zonder dat daar per se iets tegenover stond, veelal verliesfinanciering dus.”
Er is ook de misperceptie dat alle schuldeisers gelijk zijn en op dezelfde manier naar een bedrijf kijken. “Stel dat je als bank een hypotheek hebt waarmee je financiering ook in faillissement gedekt is, dan heeft een faillissement puur bedrijfseconomisch gezien geen gevolgen. Voor de Belastingdienst kan een faillissement juist wel grote gevolgen hebben, als zij geen of beperkte zekerheden heeft die preferent uit te winnen zijn. De Belastingdienst zal bovendien niet alleen naar de bedrijfseconomische maar ook de maatschappelijke gevolgen moeten kijken. De afdeling Bijzonder Beheer van een bank heeft ruimte voor creatieve oplossingen, de Belastingdienst veel minder.”
Geen wonder dat de Bijzonder Beheer Barometer juist de aandacht vestigt op de gevaren van de oplopende belastingschuld, en erop wijst dat juist die schuld kan leiden tot een instroom bij de bijzonder beheerafdeling van de bank (zie tabel). En dan zijn er natuurlijk nog de vele niet-preferente crediteuren zoals leveranciers. Allemaal partijen met vaak uiteenlopende wensen, eisen en belangen, kortom.
De top-4 belangrijkste oorzaken voor de instroom van nieuwe bijzonder beheer dossiers*
1. Terugbetalingsverplichting van belastingschuld als gevolg van het coronavirus (24%)
2. Consumentengedrag dat blijvend is veranderd als gevolg van het coronavirus (20%)
3 Verouderd verdienmodel (15%)
4 Hoger schuldniveau door additionele bankfinanciering als gevolg van het coronavirus (13%)
* Verwachte oorzaken volgens de 122 experts die meededen aan de Bijzonder Beheer Barometer van februari 2021
Maatwerk vereist
Gezien al die verschillende schulden en schuldeisers is er ook niet één, simpele manier om te voorkomen dat ondernemers straks in onoverkomelijke problemen komen door alle schulden. Wat de belastingschulden betreft: de experts pleiten ervoor de mogelijkheid te bieden terugbetaling te spreiden over een langere periode dan de 36 maanden die er nu voor staan. Niet alleen wordt de druk op de liquiditeitspositie van de ondernemingen daardoor minder, ze winnen daardoor ook tijd om maatregelen door te voeren om hun schulden straks te gaan terugbetalen. Let wel: spreiding van terugbetaling is niet zaligmakend. “ Stoppen kan ook de beste optie zijn voor ondernemingen die nu meer schuld aan het opbouwen zijn. Waarom zouden ze doorgaan als ze weten dat ze al die schulden toch niet meer terug kunnen betalen?”
Hoe ondernemer met schulden het beste kunnen worden geholpen, verschilt kortom. “Er moet maatwerk komen”, zegt Van Wijngaarden. “De maatregelen worden afgestemd op de situatie van ondernemer in kwestie, in onderhandeling met de diverse schuldeisers.” Anders dan Van Wijnbergen denkt hij niet dat het verstandig is de banken daarbij een centrale rol te geven, aangezien hun belangen niet altijd stroken met die van de overige betrokken partijen zoals eerder toegelicht.
“Het is de onderneming zelf die de controle moet nemen over het herstructureringsproces, al dan niet met adviseurs. De ondernemer zelf kan het beste kan behoordelen of het zin heeft de onderneming voort te zetten en welke maatregelen daarvoor nodig zijn. Uiteraard in nauw en goed overleg met alle belanghebbenden, maar hij moet de regie nemen. Ik geef direct toe dat dit een moeilijke opgave is voor een ondernemer met liefde voor het bedrijf. Maar die schulden gaan niet weg. Integendeel, als je de problemen voor je uit blijft schuiven, worden ze alleen maar groter. Ik hoop dat ondernemers dat inzien en voor een volwassen en proactieve aanpak van hun schuldenproblematiek kiezen.”