Nieuwe subsidies elektrische bedrijfswagen
Op 24 september gaan twee belangrijke subsidieregelingen voor laadinfrastructuur van start: SPRILA en SPULA. Bedrijven kunnen profiteren van deze regelingen, wat aanzienlijke kostenvoordelen kan opleveren voor hun elektrische wagenparken. Dit betekent echter ook dat hoger management alert moet zijn op de juiste timing en strategie voor investeringen in duurzame mobiliteit.
- SPRILA opent 24 september voor private laadpunten bedrijven
- SPULA biedt tot €43.000 per publiek laadstation
- Subsidies verminderen investeringskosten duurzame mobiliteit.
Met de Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij Bedrijven (SPRILA) kunnen bedrijven subsidie aanvragen voor het plaatsen van laadinfrastructuur op eigen of gehuurd terrein. Dit kan variëren van laadstations voor elektrische vrachtwagens tot bestelwagens en personenauto’s. De subsidie kan oplopen tot 40% voor MKB-ondernemingen en 20% voor grote bedrijven. Bovendien zijn er extra subsidies beschikbaar voor bedrijven die een stationaire batterij installeren, wat helpt om energiekosten te drukken tijdens piekuren. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Openbare laadpleinen via SPULA
De Subsidieregeling Publieke Laadinfrastructuur Zwaar Vervoer (SPULA), die op 1 oktober ingaat, biedt ondernemers de mogelijkheid om publiek toegankelijke laadpleinen aan te leggen voor zwaar wegvervoer. De regeling is bedoeld om de infrastructuur voor elektrische vrachtwagens te versterken, met subsidies die kunnen oplopen tot €43.000 per laadstation met een vermogen vanaf 350 kW. Een vereiste is dat deze laadpunten toegankelijk moeten zijn voor alle gebruikers, wat bedrijven dwingt om meer publiek-georiënteerde laadinfrastructuur te ontwikkelen.
Financiële gevolgen voor bedrijven
Voor financieel managers zijn de kosten en baten van deze investeringen cruciaal. Hoewel de subsidieregelingen een aanzienlijke kostenbesparing bieden, vereisen ze een gedegen analyse van de terugverdientijd en de impact op de operationele kosten. Met name de installatie van batterijen voor energieopslag, die door SPRILA wordt gesubsidieerd, kan helpen bij het stabiliseren van energiekosten, vooral in gebieden met beperkte netcapaciteit. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Kansen voor groei in duurzame mobiliteit
Nederland streeft naar een volledig uitstootvrij transport tegen 2050, en deze subsidies kunnen de adoptie van elektrische voertuigen drastisch versnellen. Bedrijven die nu investeren in laadinfrastructuur zullen niet alleen profiteren van financiële voordelen, maar zich ook positioneren als koplopers in de duurzame transitie. Voor managers betekent dit dat strategische keuzes nu cruciaal zijn voor toekomstige concurrentievoordelen.
Capaciteit netwerk
Een van de grootste uitdagingen is de capaciteit van het elektriciteitsnet. Bedrijven zullen creatief moeten omgaan met energiebeheer, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de batterijopslag die wordt gesubsidieerd via SPRILA en SPULA. Een batterij kan overdag worden opgeladen en ’s nachts voertuigen van energie voorzien, wat zorgt voor flexibiliteit in energieverbruik.
Sectoroverschrijdende samenwerking nodig
De subsidies zijn tot stand gekomen in overleg met de sector, inclusief brancheorganisaties en MKB-ondernemers. Dit is essentieel, aangezien de transportsector sterk afhankelijk is van efficiënte laadinfrastructuur om de transitie naar elektrisch vervoer succesvol te maken. De overheid heeft ongeveer €42 miljoen beschikbaar gesteld voor SPRILA en €15 miljoen voor SPULA in 2024, wat aangeeft dat dit een prioriteit is binnen het beleid voor duurzame mobiliteit.
Waterstofauto’s en stekkerauto’s
De Miljoenennota 2025 voor zet in op vergroening en verduurzaming van mobiliteit, met maatregelen gericht op zowel elektrische als waterstofvoertuigen, energie-efficiëntie van onder meer vervoer alsook op de infrastructuur voor duurzame energie ten behoeve van mobiliteit. Zo komt er een lager belastingtarief voor waterstofgebruik vanaf 2026, wat het aantrekkelijker maakt voor bedrijven om over te stappen op waterstofvoertuigen. Daarnaast worden investeringen in netwerken zoals TenneT en Gasunie verhoogd om de toenemende vraag naar elektriciteit en waterstof voor onder meer mobiliteit, te ondersteunen.