Nederlandse multinationals sluiten 2012 af met hoogste pensioentekort in jaren
De daling van de funded status is veroorzaakt door de fors lagere verwachte rendementen (yield) op bedrijfsobligaties waarop de rekenrente voor de vaststelling van de pensioenverplichtingen onder IAS19 wordt gebaseerd. Deze lage rente heeft overigens ook positieve gevolgen voor de Nederlandse multinationals zoals maandag 7 januari in het FD is toegelicht in het artikel over de lagere (her)financieringslasten voor ondernemingen.
Grote verschillen in het vaststellen van rekenrente
In de Eurozone daalde de rekenrente voor IAS19 berekeningen in 2012 met circa 150 basispunten (bps). In de US en UK was er sprake van een kleinere daling van de rekenrente voor IAS19 berekeningen, namelijk circa 80 bps in 2012. Voor de Eurozone zijn er zeer grote verschillen in de vaststelling van voornoemde rekenrente. Sommige bedrijven zullen in de buurt van een daling van 110 bps uitkomen terwijl voor andere bedrijven sprake zal zijn van een daling van 190 bps. De grote verschillen worden veroorzaakt door interpretatieverschillen.
Bas van Boesschoten, DB Risk leader bij Mercer: “2012 was wederom een jaar met grote rentebewegingen. De eurocrisis drukte de rente van de euro kernlanden. Mede daardoor ontstond meer vraag naar bedrijfsobligaties waardoor de koers van die bedrijfsobligaties steeg en de yield op die obligaties sterk daalde. Verder veroorzaakten downgrades een verlaging van de gemiddelde rekenrente onder IAS19. Het aantal bedrijven dat nog deel uitmaakt van het mandje met bedrijfsobligaties dat voor vaststelling van de rekenrente onder IAS19 gebruikt wordt is daardoor nog kleiner geworden, zeker voor de voor pensioenverplichtingen belangrijke lange looptijden. Dit leidt tot grote verschillen in de vaststelling van de rekenrente onder IAS19, omdat de inschatting van de yield voor langere looptijden verschillend benaderd kan worden.“
Credit rating Nederlandse multinationals onder druk
Een eventuele update van de interpretatie van IAS19(R), waarbij het mandje met “toegestane” bedrijfsobligaties zou worden uitgebreid met bedrijven met minstens een single A rating, zou tot een verlaging van de pensioentekorten van Nederlandse multinationals met 4 a 8 miljard euro kunnen leiden, waarmee dan overigens nog steeds sprake is van het grootste tekort ooit. Die grote tekorten zetten hun credit rating onder druk en drijven daarmee mogelijk de (her)financieringslasten voor multinationals omhoog.
Van Boesschoten: “Voor beleggers en andere belanghebbenden is het van belang om te beoordelen of die tekorten zich daadwerkelijk vertalen in extra betalingen aan pensioenfondsen. Zulke extra betalingen beïnvloeden de winst en vrije cash flow van de betreffende bedrijven. Met IAS19R moeten beursgenoteerde bedrijven meer informatie gaan verschaffen over de verwachte premie en eventuele bijstortingen in de pensioenregelingen voor de komende boekjaren. Zulke extra informatie kan een beter inzicht verschaffen in het risico dat volgt uit de pensioenafspraken. Ik verwacht dan ook dat beursgenoteerde bedrijven nog meer aandacht zullen geven aan het in balans brengen van de risico’s van de pensioenregelingen en de aantrekkelijkheid van die pensioenregelingen voor hun werknemers. De mogelijkheden daarvoor worden overigens in meer of mindere mate beperkt door lokale wetgeving en arbeidsmarkt.”
Stijging pensioenlasten in 2013
De pensioenlasten voor de Nederlandse multinationals zullen in 2013 circa 2 miljard hoger uitkomen dan in 2012 als gevolg van het in werking treden van IAS19R en de lagere rekenrente. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door het gelijk stellen van het verwachte rendement op pensioenbeleggingen aan de rekenrente onder IAS19R. Hierdoor gaat het gemiddelde verwachte rendement omlaag. Dit verwachte rendement heeft een verlagend effect op de pensioenlasten onder IAS19(R). Belangrijker nog is dat pensioenverplichtingen nu veel hoger zijn dan de pensioenbeleggingen waardoor de financieringslasten sterk toenemen.
Over de berekening
De berekeningen van Mercer zijn gebaseerd op de beweging van de yields op hoogwaardige bedrijfsobligaties in de Eurozone, US $ en UK £ en op het gemiddelde rendement op basis van de pensioenbeleggingen van het totaal van de AEX en AMX bedrijven. De resultaten per onderneming zijn sterk afhankelijk van het feitelijke beleggingsbeleid en de valutazone(s) waarin de pensioenverplichtingen zijn aangegaan. In de berekening is geen rekening gehouden met de effecten van eventuele acquisities, bedrijfsverkopen en risico-overdrachten zoals buy-outs.
Bron: Mercer