Money Matters: Seks en drugs en leiderschap

fallback
Clinton, Lubbers en (een aantal treden lager op de leiderschapsladder) Oudkerk en nu weer Tjalling Halbertsma. De lijst van leiders die in een schandaal verwikkeld raken is lang. Zou het toeval zijn dat van tijd tot tijd een gelouterde leider door de mand valt?

‘De leider’, ‘de sterke man’, ‘de macher’ – het is een fenomeen van alle tijden. Ook in de huidige, schijnbaar anti-autoritaire en democratische tijd. In de politiek en bedrijfsleven zijn allerlei kwesties nu eenmaal zo ingewikkeld geworden, dat kiezers sterk geneigd zijn te stemmen op de politicus die hen het meeste aanspreekt en dat ze hun vertrouwen stellen op hun bewierrookte directie.

Het gros van de kiezers heeft geen idee of onze jongens naar Irak moeten, weet niet wat de effecten zullen zijn van een zoveelste vernieuwing van het belastingstelsel en moet het antwoord schuldig blijven hoe de werkloosheid moet worden bestreden. Geeft niet, vinden zij: zij kunnen het hogere politieke denkwerk uitbesteden aan degene van wie zij het idee hebben dat deze het beste hun belangen vertegenwoordigt in Den Haag. Zoals zovele werknemers ook vinden dat hun directeur maar moet aangeven waar het met het bedrijf heen moet. ‘De leider’, ‘de sterke man’, ‘de macher’.

En ‘de leider’ is meestal niet degene die inhoudelijk het sterkste is (mensen kunnen immers moeilijk een inhoudelijk oordeel vellen), maar degene die persoonlijk vertrouwen weet te wekken. Wim Kok is natuurlijk het prototype van zo’n leider: degelijk, betrouwbaar, een tikje saai niet te vergeten. ‘Hem durf ik wel op mijn kinderen te laten passen; ik kan hem het landsbestuur ook wel toe vertrouwen’- zo redeneerde menig kiezer. Lubbers deed in zijn tijd ook goed – niet zo betrouwbaar als Kok, maar doortastender en zakelijker: iemand die de BV Nederland wel even uit het slop zou trekken.

Politici en andere leiders proberen uiteraard op die behoefte aan bevoogding in te spelen. De een laat zich filmen in huiselijke omgeving, omringd door partner en kinderen of loopt te koop met een ongevaarlijke hobby (saxofoon spelen). De ander draaft op in onschuldige televisieprogramma’s waar hij alle kans heeft zichzelf neer te zetten als een goede peer. Of hij gooit een baseball (Kerry) of trekt een pilotenjack aan (Bush). ‘Het persoonlijke is politiek’, zo wordt wel eens gezegd van deze door presentatietechnieken en mediatrainingen geschraagde ontwikkeling. Maar in werkelijkheid krijgt het publiek een geconstrueerd, opgepoetst beeld gepresenteerd van iemands ‘persoonlijke’ wederwaardigheden.

Hier schuilt ook het gevaar in van die tendens naar mannetjesmakerij. Een gevaar voor de partij of het bedrijf die zo’n krachtige persoonlijkheid in z’n midden heeft, wel te verstaan. Als stemmentrekker kan hij waardevol zijn, hij krijgt binnen een bedrijf wellicht ‘de neuzen een kant op’ maar daar staan enorme risico’s tegenover. Wat als hij door de mand valt? Wat als hij niet de onkreukbare halfgod – brave burger – saxofonist – zakelijke krachtpatser is waarvoor hij zich altijd heeft uitgegeven? Je hoeft je maar één medewerkster een tik op haar billen te geven, je hoeft je maar aan één lijntje cocaïne te branden en voor je het weet je zit de rest van je carrière op de blaren.

En de kans dat dit gebeurt is groot. Leiders zijn ook maar feilbare mensen. Bijzondere mensen, dat wel: met een enorme geldingsdrang, werklust en (sociale) intelligentie. En wellicht met een hoge concentratie adrenaline in hun bloed en veel testosteron in hun lijf. Kijk niet gek op als de ware persoonlijkheid van een leider door zijn imago heenbreekt.

Jan Bletz