Money Matters: Kwalijke kwartaalcijfers?
De invloedrijkste bestuursvoorzitters van Amerikaanse bedrijven vinden dat de financiële wereld de obsessie voor de korte termijn moet loslaten. Bedrijven zouden ervan af moeten zien om per kwartaal eigen winst- en omzetdoelstellingen af te geven. De grote druk om deze telkens te halen – en het zo beleggers naar de zin te maken – zou op de lange termijn beurswaarde vernietigen, aldus deze toonaangevende zakenmensen, die zijn verenigd in de Business Roundtable Institute for Corporate Ethics.
Het zijn op zich bekende geluiden, maar dat zelfs Amerikaanse ondernemingen gaan twijfelen aan het nut van kwartaalrapportages mag opmerkelijk heten. Wat is er toch tegen kwartaalcijfers?
Mensen die de wereld netjes in zwart en wit willen verdelen, maken als het om het bedrijfsleven gaat vaak gebruik van de tweedeling in het Angelsaksische en het Rijnlandse model. (Hierbij wordt gemakshalve vergeten dat er ook heel andere modellen zijn, het Japanse model bijvoorbeeld, waarin ondernemingen vooral elkaars belangen en die van de politiek dienen. Maar dit terzijde.)
De belangrijkste verschillen tussen de twee modellen? In het Amerikaanse model laten ondernemingen hun oren hangen naar de aandeelhouders, in het Rijnlandse model wordt rekening gehouden met alle stakeholders, dus behalve met de aandeelhouders ook met de werknemers, de maatschappij, het milieu en nog wat van die partijen. De Amerikanen zouden verder vooral op de korte termijn gericht zijn (want dat zijn hun aandeelhouders nu eenmaal in hun jachtige, door winstmaximalisatie gedreven leven) en de Rijnlanders zo niet voor de eeuwigheid, dan toch zeker voor op de lange termijn.
Nog erger, als ondernemingen kwartaalcijfers moeten rapporteren, laten ze zich helemaal leiden door dat kortetermijndenken. En dat is fout, helemaal fout, want het kortetermijndenken gaat ten koste van prestaties op de lange termijn. Zoals Nico Pronk, de CFO van het niet-beursgenoteerde Heerema zegt in het nieuwe nummer van Chief Financial Officer: “Beursgenoteerde bedrijven zitten enorm gevangen in hun kortetermijndenken. Die bedrijven hebben zich heel lang op het managen van hun kwartaalcijfers gericht om de markt tevreden te houden. Het implementeren en initiëren van nieuwe strategieën wordt voor hen heel moeilijk en schiet er vaak zelfs bij in.”
Hardlopers zijn doodlopers, wil het gezegde, en daar sluit deze redenatie op aan. Maar is dat wel zo? Stel, iemand wil op termijn een goede hardloper worden. Waarom zou hij dan niet van kwartaal tot kwartaal kijken in hoeverre hij vooruitgang boekt? Zijn prestaties op korte termijn ondermijnen zijn prestaties op lange termijn toch niet? Een hardloper met goede kwartaalcijfers is geen doodloper, wil ik maar zeggen. Ik heb in elk geval meer vertrouwen in een hardloper die van kwartaal tot kwartaal zijn prestaties opschroeft dan in iemand die roept dat hij op de lange termijn een geweldige prestatie gaat leveren, maar tussentijds helemaal niets laat zien waaruit blijkt dat hij daar naartoe werkt.
Natuurlijk, deze redenering gaat niet helemaal op voor bedrijven. Bedrijven kunnen hun pretaties op de korte termijn opvijzelen door kosten te reduceren in plaats van te investeren. Dat kan ten koste gaan van prestaties op de lange termijn. Maar gebeurt dat ook op grote schaal? En gaat dat werkelijk ten koste van de prestaties op lange termijn? Er zijn heel wat bedrijven met een door en door Angelsaksische mentaliteit (Microsoft, om er maar eentje te noemen), die het én van kwartaal op kwartaal én op de lange termijn heel aardig doen.
Het is dus kennelijk heel goed mogelijk een Angelaksische en een Rijnlandse mentaliteit te combineren. Misschien niet door een uitgekiende strategie, maar wel door snel aanpassingen door te voeren wanneer de omstandigheden hierom vroegen, elk kwartaal weer. In een wereld die snel verandert – en dat doet ie – wil ik graag weten welke ondernemingen wendbaar zijn. En dan zijn die kwartaalcijfers zo gek nog niet.