Mkb’er rekent hogere kosten door aan klanten
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb) rekenen de gestegen kosten voor bijvoorbeeld grondstoffen vaker door aan hun klanten in vergelijking met grote bedrijven. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek in zijn onderzoek Staat van het mkb 2022. Daarin trekt het CBS op met de KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.
Zes op de tien ondernemers geven aan dat het verhogen van de prijzen, om daarmee kostenstijgingen van grondstoffen, energie en bedrijfsmiddelen te compenseren, de belangrijkste manier is. Binnen het grootbedrijf, waar meer dan 250 mensen werkzaam zijn, gebeurt dit in de helft van de gevallen.
Ook proberen ondernemers kosten te besparen, bijvoorbeeld door werkprocessen te stroomlijnen. Een vijfde van de mkb’ers geeft aan daarmee bezig te zijn, tegenover een derde van de grote bedrijven.
De komende tijd verwacht krap de helft van de ondernemers dat de verkoopprijzen in de komende drie maanden verder zullen stijgen. Vooral in de bouw wordt daar rekening mee gehouden. Ook in de handel zal daar sprake van zijn. In de horeca verwachten kleinere ondernemers vaker de prijzen omhoog te gooien in vergelijking met grote horecazaken. Per saldo rekent 47 procent van het kleinbedrijf dit te moeten doen. Bij het grootbedrijf gaat het om een vijfde van de zaken.
Ondernemers binnen de bedrijfstak verhuur en handel van onroerend goed verwachten het minst vaak een prijsstijging. Hier zal bij kleinere bedrijven in sommige gevallen sprake zijn van een prijsdaling.
Verder komt uit het rapport naar voren dat vooral kleine bedrijven volgend jaar minder denken te investeren. Per saldo zijn de ondernemers die een daling verwachten in de meerderheid. Bij het midden- en grootbedrijf wordt per saldo juist op een toename van de investeringen gerekend. Het geld gaat vooral naar technologische toepassingen, zoals automatisering en digitalisering. Ook investeert bijna een kwart van de ondernemers hoofdzakelijk in hun personeel met het oog op de toekomst. Voor duurzaamheid was dit iets minder dan een kwart.
(ANP)