Minder studenten en minder doorstromers zorgen voor hevigere war for talent
Deze week hoorde ruim 210.000 scholieren of zij geslaagd zijn voor hun eindexamens. Dan volgt de keuze tussen studeren, meteen aan het werk of een tussenjaar. De arbeidsmarkt heeft de komende tijd nieuwe aanwas nodig, dus het is wenselijk dat het aantal nieuwe studenten dit jaar hoger ligt dan vorig jaar om een tekort aan hoger opgeleid personeel op lange termijn te voorkomen.
Door Stephan Renken
Sinds de basisbeurs is omgezet in een leenstelsel, kregen universiteiten en hogescholen 7 procent minder aanmeldingen. En, dat zorgt voor een toenemende strijd om talent op de arbeidsmarkt. Een tekort aan talent kan een bedreiging zijn voor de internationale positie van Nederland als kennisland.
Op de arbeidsmarkt is er een grote behoefte aan hoger opgeleid personeel en door de verwachte vergrijzing neemt de vraag de komende jaren toe. Dat biedt kansen voor jongeren. Uit de recente arbeidsmarktrapportage van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) blijkt dat het aantal mensen dat na een universitaire opleiding snel een baan vindt, toeneemt. Ook in vergelijking met andere Europese landen doen Nederlandse afgestudeerden het goed. Als de eerste berichten over de effecten van het afschaffen van de basisbeurs verder doorzetten, voorzie ik een alleen maar hevigere war for talent waarin bedrijven allen strijden om de schaarse toptalenten aan zich te binden.
Studenten studeren minder snel door
De basisbeurs voor studenten is per september 2015 afgeschaft. Dit betekent dat studenten voortaan alleen een lening kunnen aangaan om hun studie te bekostigen. De vrees van studentenorganisaties over de effecten van de afschaffing, lijkt werkelijkheid te worden. Uit cijfers van de monitor in opdracht van het ministerie van OCW blijkt namelijk dat sinds de invoering van het leenstelsel de instroom bij de universiteiten is gedaald met 5 procent en bij hogescholen met 8 procent. Ook kiezen studenten er minder snel voor om door te studeren; er is met name sprake van een terugloop van het aantal leerlingen dat na de mbo-opleiding nog een hbo-opleiding gaat doen. Was dat eerder nog 48 procent, onder het leenstelsel is dat gedaald naar 41 procent.
Uitdaging om geschikt personeel te vinden
De war for talent is al volop gaande: uit cijfers van het CBS blijkt dat het aantal vacatures stijgt, terwijl de werkloosheid afneemt. Ook op de markt voor financiële professionals is schaarste en strijden bedrijven om toptalenten, zo bleek uit onderzoek van Robert Half onder Nederlandse CFO’s en financieel directeuren. Bijna drie kwart van de ondervraagden (74%) maakt zich zorgen over het verlies van topwerknemers aan andere werkgevers in het aankomende jaar. En, 91 procent van de ondervraagden heeft aangegeven het een uitdaging te vinden geschikt personeel te vinden voor de financiële afdeling. Als belangrijkste redenen gelden hiervoor dat de vraag groter is dan het aanbod en dat vooral personeel met specifieke niche kennis, zoals technische expertise, lastig te vinden is.
Opgeleide werknemers noodzakelijk voor Nederlandse kenniseconomie
Volgens studentenorganisaties, die begin deze maand protesteerden tegen invoering van het leenstelsel in Den Haag, heerst er angst voor schulden waardoor studenten eerder besluiten aan het werk te gaan in plaats van door te studeren. Dit terwijl in de markt juist een enorme behoefte is aan hoger opgeleid talent, met specifieke kennis. Zo ontstaat er, ook bij Nederlandse bedrijven, enige onrust over de toekomst.
Jonge talenten zijn populair, bijvoorbeeld omdat zij voor vernieuwing kunnen zorgen in bedrijven. Enige werkervaring helpt; uit onderzoek van Robert Half onder 200 CFO’s bleek dat voor 40% van de ondervraagden werkervaring – in welke sector dan ook- een pré is. Als in de komende jaren daadwerkelijk blijkt dat minder jongeren kiezen voor (door)studeren kan dat een bedreiging zijn voor de Nederlandse kenniseconomie, waar we internationaal om geroemd worden. Volgens het World Economic Forum staat Nederland in de top vijf van de meest concurrerende economieën wereldwijd. Dit danken we aan het excellente onderwijssysteem, de investeringen in topsectoren en de aandacht voor innovatie en onderzoek. Ook heeft Nederland een groot percentage hoger opgeleiden, en scoren we goed als het gaat om het niveau van het onderwijs volgens de Better Life Index van OECD. Maar, als Nederland die positie wil behouden en een aantrekkelijke locatie wil blijven voor internationale bedrijven om zich hier te vestigen, zijn goed opgeleide werknemers onmisbaar.
Secundaire arbeidsvoorwaarden belangrijk voor jonge generatie
Bedrijven moeten zorgen dat ze goed voorbereid zijn op de toekomst door op tijd te investeren in jonge talenten door bijvoorbeeld functies voor starters aan te bieden. Het is daarom belangrijk voor bedrijven tijdig in kaart te brengen voor welke functies werknemers nodig zijn. Tijdens het recruitmentproces is het zaak goed in te spelen op de behoeften en wensen van talenten. Dit gaat verder dan het aanbieden van een goed salaris en bonusbeleid: secundaire voorwaarden groeien in populariteit. Zo zijn opleidingsmogelijkheden, een goede werk/privé-balans en voordelen als extra vrije dagen en flexibele werktijden steeds vaker onderdeel van het beloningspakket. Uitermate belangrijk voor de jonge generatie werknemers is dat zij voldoende worden uitgedaagd in hun rol en genoeg kansen zien om te groeien binnen de afdeling of binnen het bedrijf. Als bedrijf moet je hier dus goed op in spelen om talenten aan je te binden en te behouden voor je bedrijf.
Kortom, geslaagden eindexamenkandidaten, jullie zijn niet de enige die nerveus op de examenuitslag wachten, ook bedrijven en organisatie houden jullie – en jullie vervolgstappen – met belangstelling in de gaten. Bedrijven staan te springen om met jullie talent hun teams te versterken ter voorbereiding op de toekomst.
Stephan Renken is directeur van Robert Half Nederland. Robert Half is arbeidsbemiddelaar voor gespecialiseerde tijdelijk en permanente professionals.