Met voorbedachte rade… Over voorkennis

fallback
Stel, Cor Boonstra was schuldig bevonden aan de handel met voorkennis in Endemol. Was zijn handelen dan 'uitermate laakbaar' geweest, zoals de Amsterdamse fraudeofficier Tonino het kwalificeerde? De woorden van Tonino suggereren dat er dan sprake zou zijn geweest van een ernstige misdaad. Niets is echter minder waar. Terecht dan ook, dat Boonstra van deze aanklacht is vrijgesproken.

Allereerst is bij handel met voorkennis geen sprake van slachtoffers. Stel dat ‘A’ 1000 aandelen bezit in onderneming ‘E’ en deze aandelen wil verkopen tegen 50 euro. ‘B’ beschikt over informatie dat ‘E’ binnenkort wordt overgenomen door ‘T’ en koopt de aandelen. De prijs stijgt na de aankondiging van de overname tot 75 euro. Als ‘B’ verkoopt maakt hij 25.000 euro winst en profiteert van de verkregen informatie. Maar ‘A’ kan zich moeilijk slachtoffer noemen omdat hij ook indien niemand over exclusieve informatie beschikt zijn aandelen kan verkopen voor de gewenste 50 euro. Iemand gebruikt kennis om op een markt een goed resultaat te boeken. Waarom is dat een misdaad? Is het gebruik maken van kennis niet de essentie van ondernemerschap en de oorzaak van het bestaan van markten? Ondernemers handelen in een wereld vol risico en onzekerheid. Kennis en kunde zijn dan van groot belang om te overleven. Beter geïnformeerde en kundiger ondernemers blijven bestaan, terwijl onkundigen en onwetenden worden verwijderd. Hierdoor komt steeds meer vermogen in handen van mensen die hebben laten zien daar beter mee om te kunnen gaan dan anderen. Tot zegen van allen, omdat het gehele economisch organisme beter gaat werken. Wil informatie economische waarde hebben, dan moet het wel zijn gebaseerd op exclusiviteit; iets dat niet algemeen bekend is. De eis informatie bekend te maken leidt tot totale onbruikbaarheid van die informatie in economische zin. In het door velen geprezen neo-klassieke model van volledig vrije mededinging, waar alles onmiddellijk bekend is en niemand ten opzichte van iemand anders een economische voorsprong heeft, kan geen positief economisch resultaat worden geboekt. Sommigen mogen die situatie als ideaal betitelen, maar enig doordenken leert dat hier geen sprake is van een gelukzalige situatie maar van stagnatie. Elke vooruitgang is onmogelijk omdat de ondernemer uit beeld is verdwenen. Twijfelachtig Ten tweede ontstaat het gevaar dat de wet vooral wordt toegepast tegen een beperkte groep mensen uit de samenleving. Het is twijfelachtig of een kleine belegger die over bepaalde informatie beschikt en enkele aandeeltjes koopt door het openbaar ministerie zal worden vervolgd. Het is natuurlijk veel leuker en ‘afschrikwekkender’ achter bekende landgenoten aan te gaan. Menig carrièrepad is geplaveid met publiciteit over aansprekende zaken. Verder is het lastig mensen te vervolgen die juist niet hebben gehandeld omdat zij over exclusieve kennis beschikken. Sommigen brengen het begrip ‘eerlijk’ in het geding. Het is voor sommigen al moeilijk te verteren dat iemand meer weet dan anderen; als met die kennis ook nog winst wordt behaald komt al gauw het begrip onrechtvaardig om de hoek kijken. Dit is echter een gevaarlijke egalitaire kijk op de wereld. Mensen hebben verschillende capaciteiten en mogelijkheden en willen die op geheel eigen wijzen, in alle vrijheid, benutten. Het zijn deze eigenschappen die hebben gezorgd voor welvaart en welzijn. Belemmeringen opwerpen om die eigenschappen te ontplooien is ongewenst. Daarmee zouden vrijheid en beschaving in het gedrang komen. En wie wil dat nu? Zeker de Amsterdamse fraudeofficier niet. Door Jan Vis