Medewerkers onzekerder dan manager in het bedrijf
Ook blijkt dat hoe lager het opleidingsniveau, hoe minder het vermogen tot veerkracht aanwezig is. Daarom is het aan de werknemers om juist nu hun veerkracht te tonen, als ze hun baan willen behouden. Dat betekent investeren in het ‘psychologisch kapitaal’ dat is opgebouwd uit de elementen hoop, optimisme, zelfverzekerdheid en veerkracht. Dat kan o.a. door persoonlijke doelen te formuleren, veranderingen te benaderen als een kans en een proactieve houding om belemmeringen te tackelen. Dus niet in je schulp kruipen als de werkomgeving om je heen verandert.
Opvallend is dat vrouwen op het werk optimistischer zijn dan mannen. Ruim 1 op de 10 mannen denkt dat als er op het werk iets mis kan gaan, dat hen dat ook overkomt. Bij de vrouwen is slechts 1 op de 20 het daarmee eens.
Oudere managers denken daarentegen meer veerkracht te hebben dan jongere managers. Een groter deel van de managers van 46 jaar of ouder geeft aan goed met moeilijke tijden om te kunnen gaan: 91% tegenover 72% van de jongere generatie tussen de 31 en 45 jaar.
Het onderzoek is uitgevoerd onder 2.000 mensen, werkzaam in verschillende sectoren. Vooral zij die werkzaam zijn in de handel, commerciële dienstverlening of de zorg scoren over het geheel gezien het hoogst op alle onderdelen. In de industrie en niet-commerciële dienstverlening is weinig optimisme te bespeuren, terwijl ook dat een belangrijk onderdeel is van het psychologisch kapitaal.
Concurrentievoordeel door psychologisch kapitaal
Organisaties moeten inzien dat psychologisch kapitaal, ofwel het welbevinden van hun werknemers, van belang is. Fred Luthans, professor Management en Organisatiegedrag aan de Universiteit van Nebraska, stelt dat psychologisch kapitaal niet alleen een positief effect heeft op de positie van de werknemers, maar ook dat het een aantoonbaar concurrentievoordeel oplevert. Daarom vindt hij dat bedrijven daar veel meer in moeten investeren.
Bron: Tempo Team