Liber Abaci
Fibonacci werd in 1175 geboren in Italië. Op 27 jarige leeftijd schrijft hij zijn wiskundeboek Liber Abaci. Een boek dat kortweg als getallenmagie kan worden omschreven. Allereerst zette hij een getallenreeks op. Tel 1 op bij 1 en zoals bekend is dat 2. Tel vervolgens 2 op met het voorgaande getal (1) en men krijgt 3. Volgens de regel telt men bij 3 het voorgaande getal op (2) en de uitkomst is 5.
Men krijgt zodoende de volgende reeks: 1, 1, 2,
3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89, 144, 233 etc. Voor de fijnproevers, het honderdste getal in de reeks is; 354.224.848.179.261.915.075. Door met deze getallen te werken kreeg Fibonacci diverse verhoudingsgetallen die allemaal op hetzelfde neer kwamen. Een in zijn ogen kosmisch gebeuren. Deelt men immers het eerste
nummer (vanaf de 8) door het volgende dan krijgt men 0,618. Dus 89 gedeeld door 144 en ook 144 gedeeld door 233 geven allemaal dezelfde uitslag.
Op het eerste gezicht een cijfertrucje. Echter dit verhoudingsgetal blijkt een bijzondere rol te vervullen in de natuur. In de wiskunde spreekt men over de gulden snede oftewel Phi. Zonnebloemen zijn opgebouwd volgens de gulden snede maar ook melkwegstelsels. Zelfs gebouwen zoals het Parthenon in Athene alsook de pyramides in Gizeh hebben dit ge-tal in hun vormen. De helling van de pyramide is 61,8%. Ook in de hoogte zit een Fibonacci getal. De hoogte is 5813 inches. Helaas geen meters. Het laatste is de reden waarom wiskundigen de Fibonacci cijfers met een korreltje zout nemen. Immers als men maar genoeg rommelt met de cijfers dan krijgt men wel een raakpunt met deze cijferreeks. Maar de cijferreeks is dermate fascinerend dat het niet kon uitblijven of men begon deze los te laten op de aandelen-markt. De eerste die dit deed was R.N. Elliott.
Hij beargumenteerde dat ons menselijk gedrag niet toevallig was maar sterk afhankelijk van de Fibonnaci ge-tallen. Er is een duidelijke trend te herkennen. Eerst drie stappen voorwaarts en dan twee terug. Het werk kwam weer in de belangstelling door Bob Prechter. In begin jaren tachtig voorspelde hij 1987 als een belangrijk zogenaamd Pivot jaar volgens Fibonacci. En het feit dat inderdaad dat jaar gedenkwaardig was zorgde voor zijn goeroe status. Zijn voorspellingen daarna waren minder goed. Probleem is waar men begint te meten.
Technisch analisten die werken met de cijferreeks verschuiven regelmatig hun startpunten. Want binnen trends zijn er weer kleine trends en dat maakt het onoverzichtelijk. In de laatste maanden staan de Fibonacci aanhangers weer volop in de belangstelling. Zij hebben immers de daling goed voorspeld. Maar het blijft de eeuwige vraag of het toeval is dat het goed ging of dat de aandelen-markten inderdaad volgens een bepaald systeem bewegen. Gedraagt de aandelenmarkt zich volgens de regels die in de natuur worden gesteld? Als dat zo is dan wordt beleggen op allerlei fronten gemakkelijk.