Leiden balansgaranties bij de verkoop van deelnemingen tot claims?

fallback
Wordt bij verkoop van een deelneming een balansgarantie afgegeven, dan moet de waarde van die garantie als vordering (koper) respectievelijk als schuld (verkoper) worden opgenomen op de fiscale balans. Op deze balanspost gemaakt winst of verlies is fiscaal belast, respectievelijk aftrekbaar.

Als een deelneming onder voorwaarden verkocht wordt met een onzekere
financiële uitkomst, dan moet volgens de Hoge Raad door zowel koper als verkoper met die voorwaarden rekening worden gehouden. Dit wordt gedaan door de tegenwaarde ervan per verkoopdatum te schatten en afzonderlijk op de balans op te nemen als vordering, respectievelijk schuld. In de Wet vennootschaps-belasting geldt de hoofdregel dat de op een deelneming behaalde resultaten, andere dan liquidatieverliezen, onbelast, respectievelijk niet aftrekbaar zijn.

De vraag die gesteld kan worden is in hoeverre de waardeverandering van de bovengenoemde balanspost (vordering en schuld) ook onder de deelnemings-vrijstelling valt. Als de balanspost voortvloeit uit de verkoop tegen een prijs die onder meer bestaat uit een recht op één of meer termijnen waarvan de omvang in het jaar van verkoop nog niet vaststaat, is wettelijk bepaald dat het verdere waardeverloop van die balanspost (vordering of schuld) voor zowel koper als verkoper onder de deelnemingsvrijstelling valt. Te denken valt aan de verkoop van een deelneming tegen een aandeel in de winst.

Ook bij verkoop van de deelneming dient rekening gehouden te worden met de
overeengekomen balansgarantie. Dit heeft de Hoge Raad onlangs beslist. Een
balansgarantie wil zeggen dat de verkoper aan de koper garandeert dat de
activa en passiva op de balans van de te verkopen vennootschap juist en volledig
zijn weergegeven. De garantie wordt veelal voor een aantal jaren afgegeven.

Door de verkoper gedane betalingen uit hoofde van de balansgarantie verminderen voor koper en verkoper de op de balans opgenomen vordering, respectievelijk schuld. Het verschil tussen betaling en balanspost behoort wel tot het belaste resultaat. Koper en verkoper hebben bij de waardebepaling van de balansgarantie dus tegengestelde belangen. De koper zal zijn vordering uit hoofde van de balansgarantie hoog willen waarderen, terwijl de verkoper in principe een
waardering op nihil zal nastreven.

Gerelateerde artikelen