Laagste coronasteun in Q3: 5 miljard euro.

NOW is met 20 miljard de grootste uitgavenpost van de coronasteun.

De uitgaven die de overheid doet voor coronamaatregelen zijn in het derde kwartaal van dit jaar flink gedaald. Ruim 5 miljard euro ging op aan pandemie-gerelateerde kosten. Dat is circa 1 miljard euro minder in vergelijking met het voorgaande kwartaal en het laagste bedrag sinds het begin van de crisis.

Dat meldt het CBS. Sinds de pandemie toesloeg heeft de overheid 47 miljard euro aan kosten gemaakt die direct aan de coronacrisis zijn toe te schrijven. De grootste kostenpost is de NOW-loonsubsidieregeling.

In het derde kwartaal van dit jaar ging daar 1 miljard euro naartoe. Dat is de helft minder dan een kwartaal eerder. Sinds de regeling is opgetuigd is via de NOW-regeling 20 miljard euro uitgekeerd.

Verder zijn de tegemoetkoming in vaste lasten via de TVL en aan het begin van de crisis de vaste uitkering van 4000 euro per onderneming via de TOGS een grote kostenpost. Tot en met het derde kwartaal van dit jaar is met die regelingen 7 miljard euro gemoeid.

Via de TOZO-zelfstandigenuitkering werd tot en met het derde kwartaal van dit jaar 2,6 miljard euro uitgekeerd. De TOZO is op 1 oktober gestopt.

Andere kleinere regelingen waren bij elkaar goed voor zeker 3,5 miljard euro. Daarnaast werd er nog eens 400 miljoen euro overgemaakt aan het onderwijs om achterstanden in te lopen en voor de inzet van extra hulp.

De totale overheidsschuld kwam in het derde kwartaal van dit jaar uit op 7 miljard euro. Daarmee lag de schuld 4 miljard euro lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het teruglopende tekort was vooral het gevolg van gestegen inkomsten. Die vielen 6 miljard euro hoger uit dan een jaar eerder. De uitgaven namen met 1 miljard euro toe.

Het tekort in de voorbije vier kwartalen, dus vanaf het vierde kwartaal van 2020, was 3,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Ondanks het tekort daalde de overheidsschuld met 5 miljard euro. Aan het einde van het derde kwartaal was de schuld van de Nederlandse overheid 52,6 procent van het bruto binnenlands product.

De schatkist profiteerde vooral van gestegen belastinginkomsten. De vennootschapsbelasting en de loon- en inkomstenbelastingen stegen op jaarbasis met respectievelijk 2 miljard en 1 miljard euro. Aan de uitgavenkant stegen de kosten voor sociale uitkeringen met 2 miljard euro.