Kredietbeoordelaars zijn niet enige schuldige kredietcrisis
Volgens Mohr hebben de beoordelaars zeker steken laten vallen. Bij het beoordelen van de schuldvraag moeten twee aspecten een rol spelen. Het eerste is de al dan niet onafhankelijke rol die kredietbeoordelaars moeten innemen, het tweede is de verantwoordelijkheid van de gebruikers van die beoordelingen.
Onder het regime van de Baselakkoorden en nieuwe accountingstandaarden hebben de kredietbeoordelaars een belangrijke rol opgedrongen gekregen. Een rol waar ze weliswaar nooit om gevraagd hebben, maar waar ze wel van hebben geprofiteerd; het blijven immers commerciële bedrijven.
Tegelijkertijd gelden er, anders dan voor accountants, voor kredietbeoordelaars nauwelijks regels, controlestructuren en verplichtingen. Er is dus nauwelijks een regulerend kader, en daar hebben overheden een belangrijke taak laten liggen.
Ten slotte hebben investeerders laten zien lui te zijn en blind te vertrouwen op het oordeel van kredietbeoordelaars. En vooral bij grote bancaire instellingen is dat ontoelaatbaar.
Ook als er gedurende een bepaalde periode (bijvoorbeeld een nachtje slapen) alleen onbewust over een bepaalde kwestie kon worden nagedacht, werd meestal niet de beste keuze gemaakt.
Als mensen voldoende tijd krijgen om een aantal gegevens te onderzoeken of bronnen kunnen raadplegen terwijl ze over hun keuze nadenken, maken ze een relatief grote kans om een goede beslissing te nemen. Onbewust genomen beslissingen kunnen in mindere of meerdere mate worden beïnvloed door irrelevante factoren, zoals hoe recent de informatie is in plaats van hoe belangrijk.
Mensen moeten de voor- en nadelen van een keuze goed kunnen afwegen. Deze conclusie gaat dus in tegen de theorieën dat snelle intuïtieve beslissingen vaak de beste resultaten opleveren. Malcolm Gladwell bijvoorbeeld betoogde dit in zijn boek Blink – The Power of Thinking Without Thinking.