Januari indicator werkt slecht

Het Amerikaanse beursjaar is slecht begonnen. In de eerste week van het jaar leverden alle grote indexen in waarde in. Volgens sommige analisten een voorbode van een slecht beursjaar.

Zij verwijzen daarmee naar de stelling dat een slechte eerste week ook vaak een slecht beursjaar is. Ook een slechte januari maand eindigt in een slecht beursjaar. Het zogenaamde januari-effect.

SLECHTE STATISTIEKEN
Twee derde van de beursjaren beginnen positief in de eerste week. Tweederde van de januari maanden zijn positief en tweederde van de beursjaren zijn positief.
Een onderbouwing van het gegeven dat er een voorspellende waarde uit – gaat van de stelling van het januari effect. Echter helaas. De overeenkomsten
zijn minder dan het in eerste instantie lijkt. Want de stijgingen komen niet altijd gelijktijdig voor. Oftewel een positieve week kan soms uitkomen op een slecht beursjaar en vice-versa. Enige statistische relevantie is niet te ontdekken.

Het meten van de gehele maand januari geeft iets meer statistische correlatie. Maar dat komt vooral doordat de meetperiode groter is. Bovendien moet ook worden gerealiseerd dat het inspelen op het januari effect niet tot het gewenste resultaat kan leiden. Als immers de beurs 10% verliest in de eerste maand van het jaar verkoopt men 1 februari de gehele aandelenportefeuille.
Treedt er daarna in de periode 1 februari -31 december een herstel van 7% op dan klopt het januari effect. Maar de belegger die hier op heeft ingespeeld verliest 10% terwijl de belegger die hier niet op inspeelde iets meer dan 3% verloor. Het is het bekende probleem met het beleggen volgens systemen. Op het moment dat het lijkt te werken is de het alweer achterhaald door andere fenomenen.

DOGS
Een ander bekend systeem is het kopen van de Dogs. In Nederlands vertaald: de achterblijvers. Achterblijvers worden herkend aan hun hoge dividendrendement.
Nu is in de theorie een hoog dividendrendement vaak een teken voor een tegenvallende koersontwikkeling. Als dit bij grote bedrijven gebeurt dan kan men er vanuit gaan dat zij wel uit de problemen komen. Signaleert de markt dat dan stijgt de koers van het aandeel meer dan het marktgemiddelde. Daarom kan een dergelijke portefeuille het ook beter doen dan het marktgemiddelde.
Maar ook bij dit systeem geldt dat ze geen garanties biedt.

DIVIDEND
Het dividend wordt overigens steeds belangrijker voor de Amerikaanse belegger. In 2004 verhoogde 1745 Amerikaanse bedrijven hun dividend. De bekendste
waren Nike (+25%) en Microsoft dat met een super dividend kwam van $ 3 per aandeel. Voor een deel kwam de verhoging door de nieuwe wet waarin de dividendbelasting werd verlaagd van 38.6% naar 15%. En dat wordt voorlopig ook niet veranderd nu Bush weer voor vier jaar in het Witte Huis zit. Ook 2005 lijkt een jaar te worden van dividendverhogingen. Veel bedrijven zitten op steeds grotere voorraden cash. En als daar niet mee geïnvesteerd wordt kan men dat beter aan de aandeelhouders uitkeren. Deze laatste zullen dan immers minder kritiek uitoefenen op het management. Om deze reden blijft een belegging in Amerikaanse waarden aantrekkelijk.