Investeren in zorgsector: Wat betekent wetsvoorstel winstuitkering in de zorg?
Minister Schippers (Volksgezondheid) wil het aantrekkelijker maken voor private partijen om te investeren in de zorg. Zij verwacht dat de kwaliteit, doelmatigheid en dienstverlening van medisch-specialistische zorg zal verbeteren als zorgaanbieders makkelijker risicodragend vermogen kunnen aantrekken.
Verder is er vanuit de zorg ook behoefte aan financiering met privaat vermogen omdat banken steeds minder bereid zijn zorginstelling van krediet te voorzien. Er is zeker belangstelling voor de zorg vanuit de hoek van private investeerders. Het lijkt onomstreden dat de zorg een markt met enorme groeipotentie is.
De technologische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op en door nieuwe en betere behandelmethoden komen steeds meer mensen in aanmerking voor zorg. Ook door demografische ontwikkelingen zoals de toenemende vergrijzing zal de vraag naar zorg blijven stijgen. Bovendien lijkt de zorgbranche als geheel niet conjunctuurgevoelig.
In potentie is de zorg dus een interessante sector om in te investeren. Econoom Marc Pomp verwijst in zijn boek “Een beter Nederland: de gouden eieren van de gezondheidszorg” zelfs naar de spreekwoordelijke kip met gouden eieren. Toch is de tijd dat Private Equity investeerders en masse direct investeren in bijvoorbeeld ziekenhuizen en klinieken, nog niet aangebroken. Dit kan voor een groot deel worden verklaard door de sterke regulering van de zorgsector die entree van private investeerders bemoeilijkt. Zo is het zorgondernemingen bijvoorbeeld verboden om winst uit te keren.
__________________________________________________________________________________
Cursus Actief in overnames
Bent u ondernemer, manager, accountant, adviseur of financier? Bent u reeds actief in overnames of wilt u komend jaar een bedrijf (ver)kopen? Dan is de cursus Actief in Overnames voor u onmisbaar. Lees meer…
__________________________________________________________________________________
Een andere in het oog springende belemmering betreft de productieplafonds die grote zorgverzekeraars aan zorginstellingen opleggen in de jaarcontracten. Boven de overeengekomen jaarproductie komen behandelingen meer voor vergoeding in aanmerking, terwijl de zorginstelling wel gehouden is zorg te blijven leveren. Effectief moeten de zorginstellingen behandelingen boven het productieplafond dus gratis verrichten. De productieplafonds maken het voor zorginstellingen dus buitengewoon lastig om groei te bewerkstelligen, waarmee zorginstellingen als investering minder interessant zijn.
Aan het verbod onder de huidige Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) voor aanbieders van medisch-specialistische zorg om winst uit te keren wenst Minister Schippers nu een einde te maken. Op 9 februari jl. is daarom een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat gereguleerde winstuitkeringen mogelijk moet maken voor aanbieders van medisch-specialistische zorg. Om de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te waarborgen verbindt het wetsvoorstel wel een aantal voorwaarden aan uitkering van winst. Het betreft de duur van de investering, een toets op de kwaliteit van de zorg en aanwezige financiële reserves.
– Minimumtermijn voor winstuitkering: Gedurende de eerste drie jaar na het doen van de investering mag geen winst worden uitgekeerd. Op deze manier hoopt men investeerders met een relatief korte investeringshorizon (de veelgevreesde “sprinkhanen”) te weren.
– Kwaliteitstoets: In aanvulling op het reguliere toezicht dient de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) een eenmalige kwaliteitstoets uit te voeren. De IGZ gaat dan op aanvraag van de betreffende zorgaanbieder na of de kwaliteit en veiligheid van de zorg voldoende zijn gewaarborgd.
– Financiële toets: Om te waarborgen dat aanbieders van medisch-specialistische zorg ook na het doen van een winstuitkering aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen bevat het wetsvoorstel financiële waarborgen. Inhoudelijk wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van vennootschapsrecht ten aanzien van uitkering van winst zoals die gelden voor de nv en de bv. Alleen de vrije reserves komen voor uitkering in aanmerking. Of er voldoende reserves aanwezig zijn is in eerste instantie ter beoordeling van bestuur en aandeelhouders. Aan de raad van toezicht van de zorginstelling komt terzake een adviesrecht toe. Gekozen is voor een pas toe of leg uit systeem. Het bestuur en de aandeelhouders kunnen van het advies van de raad van toezicht afwijken mits ze daarvoor een geldige uitleg hebben.
Op het eerste gezicht lijkt het wetsvoorstel een mooi initiatief. Het valt echter te bezien of het de belangstelling voor de zorg als investering zal vergroten. Is het verbod op uitkering van winst wel echt een belemmering voor private investeerders?
Een gangbare manier voor zorginstellingen om winst uit te keren is de zogenaamde uitbestedingsconstructie. Dit betreft een constructie waarbij een zorginstelling met een vergunning onder de WTZi productie contracteert met zorgverzekeraars, maar de verlening van de zorg inkoopt bij één of meer gelieerde vennootschappen. Deze uitvoerende vennootschappen hebben geen zelfstandige toelating onder de WTZi nodig en zijn niet gehouden aan het verbod op uitkering van winst. De inkomsten die zij genereren kunnen dus (uiteraard met inachtneming van de regels van Nederlands vennootschapsrecht) worden uitgekeerd aan aandeelhouders.
De meerwaarde van het wetsvoorstel, dat aanvullende voorwaarden stelt aan uitkering van winst, zou voor private investeerders dus relatief gering kunnen zijn. Op het gebied van de rechtszekerheid zal het wetsvoorstel mogelijk wel meerwaarde hebben. De zorg is in Nederland de speelbal van de politiek en de wenselijkheid van (meer) marktwerking en ondernemerschap in de zorg is allerminst onomstreden. Met name vanuit linkse hoek wordt er met argusogen naar initiatieven tot liberalisering van de zorg gekeken. Grote angst is dat toetreding van agressieve investeerders ten koste zal gaan van de zorg voor patiënten.
Dit negatieve sentiment wordt gevoed door navrante voorbeelden zoals die zich recent bij twee verzorgingstehuizen in Zweden hebben voorgedaan. Daar bleek bij twee verzorgingstehuizen die in handen waren van private investeerders een groot deel van de bewoners ondervoed en verwaarloosd. Dit werd geweten aan de besparingen die door de investeerders waren doorgevoerd op de personeelskosten.
De politieke ontwikkelingen leiden bij zorgondernemers en investeerders tot veel onzekerheid over de toekomst. Een wet die op dat gebied meer duidelijkheid schept zal in de hoek van private investeerders dus zeker als welkom worden ervaren. Overigens is het nog maar de vraag of het wetsvoorstel op veel steun kan rekenen in de Tweede Kamer. Vooralsnog stemmen de eerste reacties niet hoopvol. Maar met of zonder het wetsvoorstel, er lijkt weinig twijfel dat private investeerders versneld hun entree zullen maken in de zorgsector.
Diederick de Boer is M&A advocaat bij Lexence