Internationalisering vraagt om risicobeheersing en aanpassingen werkkapitaalfinanciering
Alleen door risicobeheersing en werkkapitaalbeheer te optimaliseren kunnen bedrijven de internationale kansen verzilveren, zonder de toch al uitgedunde financiële buffers bovenmatig aan te spreken. Dat meldt ING Economisch Bureau.
Toenemende internationale handel goed voor exporteurs
In 2010 maakte de wereldhandel een forse groei door, waar een internationaal georiënteerd handels- en doorvoerland zoals Nederland van heeft geprofiteerd. Hoewel de exportgroei vorig jaar en dit jaar geen dubbele cijfers laat zien, is de exporttoename van tussen de 2% en 4% in een tijd van economische tegenslag nog altijd aanzienlijk. Hoewel het groeitempo hoogstwaarschijnlijk verder afneemt, zal de export ook in 2013 een belangrijke bron van potentiële groei voor Nederlandse ondernemers blijven.
Europese landen zijn goed voor meer dan driekwart van de buitenlandse vraag naar Nederlandse producten. Dit aandeel is de laatste jaren echter afgenomen en heeft plaatsgemaakt voor export naar landen buiten de Europese grenzen. Tussen 1996 en 2012 groeide deze export met 80% terwijl de export naar Europese landen met slecht 7% toenam. Hierdoor is het exportaandeel van landen buiten Europa toegenomen tot meer dan 21% (figuur 3).
Economische groei leidt tot groeiende werkkapitaalbehoefte
Debiteuren-, crediteuren- en voorraadposities lopen meestal gelijk of progressief op met de stijgende omzet. Hierdoor stijgt het werkkapitaalbeslag. Wanneer de economie aantrekt zullen ondernemers hun werkkapitaal dan ook vroeg of laat moeten uitbreiden om hernieuwde groei mogelijk te maken.
De groeiende werkkapitaalbehoefte zorgt voor een groter beslag op de beschikbare financiële middelen. Indien niet direct voorhanden, zullen bedrijven de benodigde middelen extern moeten aantrekken. Dit brengt kosten met zich mee. Bovendien kunnen bedrijven de extra
middelen die zij in werkkapitaal steken niet meer voor andere doeleinden aanwenden. De inkomsten die deze middelen kunnen genereren worden pas na verloop van tijd geïncasseerd en kunnen met grote onzekerheid gepaard gaan. Zo kunnen klanten failliet gaan of bestellingen annuleren, waardoor het bedrijf een deel van de verwachte omzet misloopt en
mogelijk met overtollige voorraden blijft zitten. Tot slot zorgt een groter werkkapitaalbeslag voor balansverlenging, wat ten koste kan gaan van de leencapaciteit van een onderneming, als
gevolg van verslechterde solvabiliteit en liquiditeitratio’s.
Risicobeheersing en werkkapitaalbeheer bij exporteren
Exporteren stelt dus hoge eisen aan werkkapitaal- en risicobeheer. Door een slimme inzet van financiële instrumenten kan aan deze eisen tegemoet worden gekomen. Wanneer de risico’s in kaart zijn gebracht, kunnen deze bijvoorbeeld met verzekeringen of bankgaranties worden afgedekt. Ook is het mogelijk om via Factoring werkkapitaal vrij te spelen en risico’s af te dekken. Het beperken van exportrisico’s U heeft als ondernemer diverse mogelijkheden om internationale betalingsrisico’s te beperken of af te dekken. Zo kunt u bewust een internationaal zo divers mogelijk klantenbestand nastreven om het totale landenrisico te spreiden. Dit zal in de praktijk vooral voor grotere bedrijven een optie zijn. Naast het vormen van voorzieningen om eventuele verliezen zelf mee op te vangen, zijn er verschillende methodes om internationale betalingsrisico’s te beperken:
• Vooruitbetaling
Het gebruik van vooruitbetalingen verkleint het openstaande saldo bij levering van de goederen. Het totale betalingsrisico neemt hierdoor af of is afwezig, wanneer de gehele betaling vooraf wordt voldaan. De voorwaarde van vooruitbetaling wordt echter lang niet altijd aanvaard door afnemers. Zij lopen dan namelijk zelf het risico van niet-levering, terwijl zij als klant ook meer werkkapitaal moeten aanhouden.
• Documentair incasso
Hierbij draagt u als exporteur uw bank op een vordering te incasseren. U overhandigt daartoe het incassopapier – een wissel, kwitantie of vervoersdocumenten – aan de bank. Deze stuurt ze door aan haar buitenlandse correspondent, die vervolgens het bedrag int bij de importeur en hem de documenten doet toekomen. Deze methode geeft geen betaalzekerheid vooraf. Het risico wordt lager door tussenkomst van banken, maar de importeur kan vlak voor de afname van de producten alsnog afzien van zijn aankoop.
• Documentair krediet (kredietbrief, accreditief of “letter of credit”)
Bij een documentair krediet verstrekt de koper aan zijn bank de opdracht om binnen een bepaalde termijn tegen afgifte van de juiste documenten (bijvoorbeeld een vervoersdocument, factuur, verzekeringscertificaat etc.) aan een derde (de verkoper) een geldsom te betalen. De bank van de afnemer neemt de betalingsverplichting van de kopende partij over. De bank treedt hier ‘in de plaats van’ de koper. De koper kan de goederen in bezit krijgen wanneer hij in het bezit is van de documenten die hij van de bank krijgt. Bij een documentair krediet hoeft de betaling niet direct plaats te vinden, er kan namelijk een uitgestelde betaling onder het documentair krediet worden afgesproken, een zogenoemd leverancierskrediet.
In 2 dagen alle aspecten van werkkapitaal optimalisatie
Realiseer een structureel betere cashpositie en bepaal de optimale financieringsconstructie. Ontdek in twee dagen alle aspecten van werkkapitaal analyse, performance indicatoren en optimalisatie tijdens de masterclass Strategisch Werkkapitaal Management. Meld u direct aan.
NB. Zowel het documentair incasso als het documentair krediet zijn gebaseerd op het principe van ‘boter bij de vis’ (gelijk oversteken). Het verschil zit in de betaalzekerheid vooraf die onder de eerste betaalvorm niet en in de tweede vorm wel wordt verkregen. Door uw eigen bank het documentair krediet te laten overnemen (‘confirmeren’), heeft u als verkopende partij tegen aanbieding van de juiste documenten nog meer betaalzekerheid.
• Bankgarantie of standby krediet
Een bankgarantie of standby krediet is een contract dat meer zekerheid aan de verkoper biedt bij rechtstreekse afwikkeling van betalingen. Ook bankgaranties en standby kredieten kunnen door uw eigen bank worden overgenomen voor extra zekerheid, wanneer deze door buitenlandse banken zijn afgegeven.
• Eigendomsvoorbehoud
Bij deze constructie gaat het eigendom van het product pas over, wanneer uw klant heeft betaald. Doet hij dit niet dan kunt u als leverancier de producten bij hem terughalen.
• Exportkredietverzekering
Dit is een verzekering die u beschermt tegen het risico van non-betaling door een afnemer in het buitenland. Een kredietverzekering kan vaak worden uitgebreid met een fabricagerisicodekking.
• Valutaclausule, termijntransacties en valutaopties
Door een zogenaamde valutaclausule af te spreken kunnen wisselkoersschommelingen bij betaling in vreemde valuta achteraf verrekend worden. Afnemers zijn echter niet altijd bereid het valutarisico op zich te nemen. In dat geval kunt u ongunstige wisselkoersontwikkelingen met termijntransacties en (constructies van) valutaopties afdekken. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een aan- of verkoopkoers of een bescherming tegen een nadelige wisselkoerswijziging voor een bepaalde periode vast te leggen. Wanneer u in dezelfde vreemde valuta exporteert en importeert kan het interessant zijn om afnemers in vreemde valuta te laten betalen om met die inkomsten buitenlandse inkopen af te afrekenen.
• Aanvullende verzekeringen
Overige exportrisico’s kunt u afdekken met meerdere aanvullende verzekeringen, zoals goederen-, transport- en productaansprakelijkheidsverzekeringen. Daarnaast kunt u als exporteur met uitbreidingen, zoals een seller’s interest verzekering, extra dekking bij transport- of goederenverzekeringen regelen. Dit voorkomt dat u niet benadeeld wordt wanneer zendingen niet of tegen een te lage waarde zijn verzekerd door uw afnemer(s). Naast persoonlijke voorkeuren van de verkoper spelen de eigenschappen en voorwaarden van exporttransacties een belangrijke rol bij de keuze voor een specifieke verzekeringsdekking.
Bron: ING Economisch Bureau.