Intercompany financiering: Lening versus kapitaal

Intercompany financiering kan plaatsvinden door middel van een lening dan wel kapitaal. Hieronder wordt ingegaan in op enkele fiscale aspecten van deze financieringsmethoden.

Lening
De gelieerde schuldernaar kan de rente normaliter fiscaal aft rekken. Soms kunnen echter renteaftrekbeperkingen – zoals de zogenoemde thincapregeling en anti-winstdrainageregeling – roet in het eten gooien. Bij het verstrekken van een lening is het dan ook altijd verstandig om vooraf een beoordeling te laten maken van de mogelijke fiscale gevolgen.

Bij de gelieerde debiteur is de ontvangen rente gewoon aan belastingheffing onderworpen. Als de schuldeiser en schuldenaar aan een zelfde belastingtarief zijn onderworpen bestaat er dus een evenwichtige situatie. Lopen de tarieven fiscaal uiteen dan wordt een fiscaal nadeel geleden als het tarief bij de schuldeiser hoger is dan van de schuldenaar en een fiscaal voordeel in de omgekeerde situatie.

Dit verklaart ook waarom in grensoverschrijdende situaties concernfinanciering als een middel voor tax planning wordt gebruikt. Lijdt de gelieerde debiteur een verlies op de lening (bij voorbeeld bij faillissement van de dochtervennootschap) dan is dit verlies in beginsel fiscaal aftrekbaar.

Stijgt de vordering later weer in waarde (omdat het weer beter gaat met de debiteur) dan vormt dit winst. Wordt de afgewaardeerde vordering kwijtgescholden, omgezet in kapitaal of vervreemd dan dient onder omstandigheden – op grond van fiscale antimisbruikwetgeving – het eerder genomen afwaarderingsverlies weer tot de winst te worden gerekend.

Kapitaal
De financiering kan ook plaatsvinden in de vorm van kapitaal. Dit kan zowel in de vorm van civielrechtelijk kapitaal (als storting op aandelen) maar ook als zogenoemd informeel kapitaal. Is sprake van kapitaalfinanciering, dan kan de schuldenaar de hierover betaalde vergoeding fiscaal niet aft rekken. Daar staat wel tegenover dat de schuldeiser (indien gevestigd in Nederland) over de bate (meestal) geen belastingheffing is verschuldigd op grond van de ‘deelnemingsvrijstelling’.

Dat zal het geval zijn als de moedervennootschap een aandelenbelang van vijf procent bezit in de dochtervennootschap. Een vermogensverlies op een kapitaalverstrekking is – op grond van de deelnemingsvrijstelling – fiscaal niet aftrekbaar. Wel kan de moedervennootschap onder omstandigheden een fiscaal aft rekbaar liquidatieverlies nemen als de dochtervennootschap is geliquideerd. Dit is echter niet altijd mogelijk. Vanuit het oogpunt van verliesneming verdient een lening dan ook vaak de voorkeur.

Bron: Tijdschrift Financieel Management: Tax Update ism Jacob Mook, Grant Thornton
 

Gerelateerde artikelen