Inning contributies en sponsorgelden steeds groter probleem bij sportclubs
Hockey en voetbalclubs ervaren steeds frequenter problemen bij het innen van contributies en sponsorgelden. Er zijn zelfs clubs die jaarlijks meer dan 6000 euro afschrijven op hun vorderingen. Dat blijkt uit een landelijke onderzoek door incasso-organisatie Flanderijn naar het innen van kleine vorderingen bij onder meer sportverenigingen.
Penningmeesters van clubs hanteren over het algemeen een vrij soft incassobeleid ten faveure van de persoonlijke band met clubleden. Het onderhoud van sportcomplexen en investeringen in trainingsfaciliteiten is meestal het kind van de rekening in een poging de jaarbegroting alsnog rond te krijgen. Het onderzoek van Flanderijn vond plaats in de regio’s Noord-Nederland, Zuid-Nederland en de Randstad.
In totaal waren bij het onderzoek 124 sportclubs betrokken. In alle regio’s is specifiek ingezoomd op de sporten voetbal, hockey en tennis gezien de omvang van de betrokken sportbonden. In alle regio’s blijken vrijwel alle sportclubs met achterstallige contributies te kampen (65-72%), alleen is de omvang van de bedragen in de Randstad groter. De bedragen lopen op tot wel EUR 10.000 per jaar.
Gemiddeld schreven sportclubs in de Randstad en Brabant de laatste drie jaar ruim EUR 2000 aan sponsorgelden af, tegen zo’n EUR 900 in Noord-Nederland. Problemen met achterstallige sponsorgelden komen in de Randstad vaker voor dan daarbuiten (bij 45% van de sportclubs).
Demografische verschillen
Ten opzichte van de Randstad, lijkt in de provincie door de kleinschaligheid van de verenigingen meer sociale controle te bestaan tussen leden en sponsors onderling. Dat lijkt een positief effect te hebben op de betalingsmoraal. Ook komen in de grote steden vaker sociale problemen voor waarbij sportclubs coulanter optreden richting leden die contributies niet betalen.
De betrokken sportbonden bevestigen dit beeld. Maatregelen: vooral persoonlijk Meer dan 84% van de clubs schakelt nooit een incasso-organisatie in en geeft de voorkeur aan een persoonlijke benadering van leden. Opvallend is dat de bestuursfunctie van penningmeesterposities meestal ingevuld wordt door vrijwilligers met een financiële achtergrond. In clubverband laten zij echter hun zakelijke normen sneller los dan in hun eigen professionele werkomgeving.
Onderzoeksleider Teunis Nieuwpoort, directielid van Flanderijn, is verbaasd over de overwegend ‘softe’ opstelling van penningmeesters in deze: “In 37% van de gevallen betreft het leden die zich weliswaar inschrijven als lid maar niet op komen dagen en dan van mening zijn dat zij niet hoeven te betalen. Die leden zou je harder aan moeten pakken. Evenals de 37% die vergeet op te zeggen. Er wordt veel gedoogd. De softe aanpak is in onze optiek wel te rechtvaardigen in geval van tijdelijk saldotekort of sociale problemen bij leden. In die gevallen treft de club vaak een passende oplossing”.
Nieuwpoort is van mening dat sponsors die weigeren te betalen streng aangepakt moeten worden: “De club is uiteindelijk het kind van de rekening en dat merken ze pas bij een faillissement van een sponsor. Hoe eerder je boven op je vordering zit hoe beter. Bij oninbare vorderingen die over een periode van drie jaar wel oplopen tot EUR 15.000 verwacht je dat er strakke inningprocedures zijn. Niets is minder waar.
Zelfs bij bedragen van grotere omvang wordt maar zelden overwogen naar een incasso-organisaties te stappen. Het blijkt dat veel penningmeesters denken dat ze de problemen zelf wel op kunnen lossen en een vooroordeel koesteren ten aanzien van de kosten die gepaard gaan met minnelijke of gerechtelijke incasso.
Gevolgen voor clubs en leden Flanderijn concludeert dat de problematiek van oninbare contributies en sponsorgelden in absolute zin weliswaar relatief klein is qua omvang, maar begrotingstechnisch verkeerd wordt opgelost door te korten op onderhoud en investeringen in materieel en faciliteiten. Of zelfs door lidmaatschapsgelden het jaar erop te verhogen en leden te royeren.
Sportclubs geven daarmee een slecht signaal af naar andere leden en sponsors die wel betalen. Laaghangend fruit Nieuwpoort pleit voor meer structurele oplossingen en ziet parallellen tussen de inningproblematiek van kleine vorderingen bij sportclubs en het bedrijfsleven in het algemeen:
“Door te weinig aandacht voor kleine vorderingen blijven deze te vaak in de schoenendoos zitten. Als je voor een structurele aanpak kiest vanaf het moment dat de factuur de deur uitgaat totdat deze betaald wordt, werpt dat z’n vruchten af. Wij zien in dit soort gevallen het totaal aan oninbare bedragen met zo’n 80% teruglopen.”