Inkoop van eigen aandelen in de praktijk
TECHNIEK
In de Nederlandse markt wordt de inkoop van aandelen doorgaans uitgevoerd door middel van het verwerven van aandelen in regelmatig beursverkeer. Hierbij kondigt de vennootschap aan voor welk totaalbedrag ze voornemens is aandelen in te kopen, alsmede de periode waarbinnen ze het programma wenst te voltooien. Essentieel voor het inkoopprogramma is dat dit niet tot ongewenste prijsopdrijving mag leiden.
De strategie die daartoe door de begeleidende bank wordt gehanteerd is inkoop op basis van de VWAP, ofwel de volume weighted average price. Hierbij wordt de prijsstelling voor de in te kopen aandelen bepaald aan de hand van het gemiddelde tussen de bied- en laatprijzen, waarbij rekening wordt gehouden met het volume bij elke bied- en laatprijs.
In aanvulling hierop wordt doorgaans niet meer dan een bepaald maximumpercentage van het dagelijks handelsvolume door de begeleidende bank ingekocht (gemiddeld circa 10 tot 15 procent). De combinatie van VWAP met een percentage van het volume werkt met name goed bij fondsen met een groot handelsvolume, zoals KPN, KLM, TPG en Unilever. Voor ondernemingen waarvan de handel in het aandeel beperkt is, zullen vaak prijslimieten worden afgesproken om te voorkomen dat koers van het aandeel te veel oploopt.
Deze methodiek kan eventueel worden aangevuld met het gebruik van derivaten. De derivaten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit door de begeleidende bank geschreven callopties of door de vennootschap geschreven putopties. De bank verwerft de benodigde aandelen om de derivaatposities af te dekken.
De onderneming c.q. de bank kan deze opties vervolgens uitoefenen of af laten lopen. Het gebruik van derivaten door de onderneming is slechts effectief indien het handelsvolume voldoende is om zowel de inkoop van aandelen van het betreffende fonds als het afdekken van eventuele derivaatposities door de begeleidende bank te kunnen verwerken zonder significante toename van (de volatiliteit van) de aandelenkoers. Voorts zal de boekhoudkundige behandeling van derivaten onder IFRS wijzigen.
FISCALITEIT Het verschil tussen het gemiddeld op de desbetreffende aandelen gestort kapitaal voor fiscale doeleinden en de prijs waarvoor de aandelen in de markt worden verkregen, wordt gezien als een dividenduitkering (impliciet dividend) en is in beginsel onderworpen aan dividendbelasting. Deze belasting dient door de inkopende vennootschap te worden ingehouden en afgedragen aan de Nederlandse fiscus.
Het tarief voor de Nederlandse dividendbelasting bedraagt 25 procent. Indien echter, zoals bij inkoop van eigen aandelen via de beurs, de vennootschap de belasting niet kan inhouden (want dan zou de verkoper minder dan de overeengekomen verkoopprijs ontvangen) wordt de vennootschap geacht de belasting voor eigen rekening te nemen, waardoor het tarief effectief naar 33,33 procent stijgt.
Een eenvoudig voorbeeld: de koopprijs van het desbetreffende aandeel bedraagt 22 euro en het gemiddeld gestort kapitaal 10 euro. Naast de betaling van 22 euro voor de koop van het aandeel zal de vennootschap dan 4 euro (33,33 procent van 12) aan dividendbelasting aan de Nederlandse fiscus dienen af te dragen. Nu de verkoper van het aandeel geen weet heeft van deze inhouding van dividendbelasting, zal deze de belasting ook niet kunnen verrekenen.
Indien de inkoop buiten de beurs om plaatsvindt en de verkopende partij bekend is, kan er wel inhouding van dividendbelasting plaatsvinden over het impliciete dividend. Gebruikmakend van de cijfers uit het bovengenoemde voorbeeld zal de verkoper 19 euro ontvangen en de inkopende vennootschap 3 euro (25 procent van 12 euro) aan de Nederlandse fiscus dienen over te maken.
Indien de verkoper een Nederlandse partij is, zal de ingehouden dividendbelasting volledig te verrekenen of terug te vragen zijn, zodat er uiteindelijk door de verkoper toch 22 euro wordt ontvangen, zij het dat er een rentenadeel over de terug te vragen dividendbelasting wordt geleden. De inkopende vennootschap zal in dit geval niet meer dan 22 euro kwijt zijn.
Voor niet-Nederlandse aandeelhouders zullen dividendbelastingtarief en eventuele verrekeningsmogelijkheden afhangen van de geldende belastingverdragen en de in het land van vestiging geldende wetgeving. Indien een aandeelhouder aanspraak kan maken op de deelnemingsvrijstelling, hoeft geen inhouding van dividendbelasting plaats te vinden.
De Wet op de Dividendbelasting kent een belangrijke uitzondering op de heffing van dividendbelasting in het kader van inkoopprogramma’s voor beursgenoteerde aandelen. Dividendbelasting is onder meer niet verschuldigd in de volgende gevallen:
1. het bedrag van het inkoopprogramma in een kalenderjaar beloopt niet meer dan 10 keer het gemiddeld uitgekeerde dividend in contanten van een 5-jaarsperiode1 verminderd met het bedrag van eventuele eerdere kwalificerende aandeleninkopen in de afgelopen vier kalenderjaren;
2. het in het desbetreffende kalenderjaar uitgekeerde dividend in contanten is hoger dan het gemiddelde dividend in contanten over de eerder genoemde 5-jaarsperiode. De vrijstelling is echter niet van toepassing indien de vennootschap in de vier voorafgaande kalenderjaren aandelen heeft uitgegeven, met uitzondering van aandelen uitgegeven in het kader van de uitoefening van werknemersparticipatieplannen, agiostock en bepaalde fusies.
Voorts kan – afhankelijk van de omvang van de aandeleninkoop en de in dat jaar verder nog uitgekeerde dividenden – surtax verschuldigd zijn. Het is echter de verwachting dat de heffing van surtax per 1 januari 2005 zal worden beëindigd. Een voorstel daartoe is in het onlangs naar de Tweede Kamer gestuurde belastingplan 2005 opgenomen.
ACCOUNTING / IFRS
De inkoop van aandelen via regelmatig beursverkeer noch het aanhouden van ingekochte aandelen door de onderneming (treasury stock) leidt tot erkenning van winst of verlies via de winst- en verliesrekening. De waarde van de ingekochte aandelen (d.i. de koopprijs) moet rechtstreeks in mindering worden gebracht op het eigen vermogen. Dit kan niet ten laste van het geplaatste aandelenkapitaal.
Onder IFRS zal hierin geen wijziging komen. De inkoop van eigen aandelen waarbij gebruik wordt gemaakt van derivaten leidt onder de huidige Dutch GAAP tot een herwaardering van de instrumenten via de winst- en verliesrekening. Dit laatste zal onder IFRS wel wijzigen, afhankelijk van de vraag of er fysieke dan wel cash-afrekening van de betrokken derivaten plaatsvindt.
JURIDISCHE BEPERKINGEN
De Nederlandse vennootschapswetgeving legt een aantal beperkingen op aan de inkoop van aandelen. Zo dienen de statuten de inkoop van aandelen toe te staan en dient de algemene vergadering van aandeelhouders het bestuur van de onderneming tot de inkoop van eigen aandelen te machtigen. Deze machtiging geldt slechts voor maximaal 18 maanden en dient tevens de modaliteiten van de inkoop aan te geven, zoals de gehanteerde methode en de prijsranges waarbinnen de inkoop kan plaatsvinden.
De inkoop van eigen aandelen door de onderneming kan slechts tot het maximum van de vrij uitkeerbare reserves. Aandelen kunnen voorts tot een maximum van 10 procent van het geplaatste aandelenkapitaal worden ingekocht. Indien de onderneming meer aandelen wenst in te kopen zal ze de ingekochte aandelen eerst moeten intrekken voordat ze verdere aandelen kan inkopen. Ook hiervoor dient machtiging door de algemene vergadering van aandeelhouders te zijn verleend.
Het voornemen tot de inkoop van aandelen alsmede de modaliteiten daarvan dienen door middel van een openbare mededeling te worden aangekondigd. Koersgevoelige informatie dient uiteraard gedurende het proces tijdig door middel van openbare mededelingen bekend te worden gemaakt. De regels met betrekking tot handel met voorwetenschap zijn onverkort van toepassing.
1) Het bedrag van het gemiddeld uitgekeerde dividend in contanten in de 5-jaarsperiode wordt berekend door na correctie van de bedragen van de zeven voorafgaande kalenderjaren met een inflatiebijstelling, het jaar met het hoogste en het jaar met het laagste gecorrigeerde bedrag buiten beschouwing te laten.