Het is een redelijke belegging.
Met de bieding op Nedcon afgelopen week komt het aantal “verdwenen” aandelen in ruim 10 jaar op 100. Oftewel elke maand verdwijnt er wel een fonds. Nieuwe introducties zijn de laatste jaren op de vingers van een hand te tellen.
De redenen voor het van de beurs halen van Petroplus en vele anderen zijn veelal dezelfde. Het nut van een beursnotering is weinig. Vreemd want toen het bedrijf in 1998 naar de beurs ging was de notering een toegevoegde waarde. Wat is er in de tussentijd veranderd? Allereerst natuurlijk de strenge regelgeving. Eigenaren die hun bedrijf naar de beurs brengen komen in een wirwar van vele regeltjes terecht. Onbewust kan men iets fout doen. En een kleine overtreding kan dus een enorme reputatieschade opleveren. Was vroeger een beursnotering “gratis” PR voor een bedrijf, tegenwoordig kan men klanten verliezen als men beursregels overtreedt. In Nederland behoeft men niet eens veroordeeld te worden om aan de schandpaal te komen. Een beschuldiging voldoet.
Tweede reden zijn de kosten. In principe is het aantrekken van eigen vermogen via een beurs de goedkoopste manier van financieren. Geen jaarlijkse rente en als het een jaar tegenzit behoeft men de vergoeding (dividend) niet uit te keren. In de afgelopen jaren echter zijn er veel Private Equity fondsen gekomen. Bedrijven die geld lenen aan andere bedrijven in de vorm van aandelenkapitaal. Bijna 3/4 van de fondsen die van de beurs af zijn gehaald wordt dat gedaan door dit soort bedrijven. Voor de directie van zo’n bedrijf een oplossing. Minder regels wat tijd vrijmaakt voor het ondernemen. Nadeel is een wat kritischer aandeelhouder. Want de Private Equity firma’s steunen niet het goede doel. Ze hebben rendementsdoelstellingen en voldoet een directie daar niet aan dan worden er kritische vragen gesteld. Overigens neemt het management vaak financieel deel in het bedrijf. Hun drive om het goed te doen is dan ook groter.
De vraag is of de beurs in haar huidige vorm nog wel toegevoegde waarde heeft als er zoveel bedrijven deze markt de rug toekeren. Daarvoor behoeft men niet bevreesd te zijn. De beurs zal haar functie blijven vervullen. De Private Equity firma’s willen niet eindeloos blijven beleggen in een bedrijf. Ook zij willen regelmatig cashen. Dit door bedrijven bijvoorbeeld naar de beurs te brengen. Beleggers die dan de aandelen kopen investeren hun geld in minder risicovolle ondernemingen. Immers men heeft al de afgelopen jaren bewezen dat zij winstgevend kunnen zijn. Het behoort tot de natuurlijke gang van zaken dat bedrijven komen en verdwijnen van de beurs. Uiteindelijk is de beurs de afspiegeling van de economische situatie.
De 78 jarige Alan Greenspan mag nog eens voor vier jaar aan de bak. President Bush heeft hem voorgedragen voor een vijfde termijn. Bush ondersteunt de voordracht met de verklaring dat Greenspan in staat is geweest het potentieel van de Amerikaanse werknemer en werkgever volledig te benutten. En dat heeft zich vertaald in de krachtigste economische groei in de afgelopen twintig jaar.
Er zullen analisten zijn die deze uitspraken ronduit belachelijk vinden. In hun ogen is Greenspan een grote brokkenpiloot. De woordspelingen zijn vaak ook niet van de lucht. Als de rente wordt verlaagd doet Greenspan het volgens de criticasters te langzaam. Heden ten dage is de grootste kritiek dat hij de rente te ver heeft verlaagd. Hiermee heeft hij de Amerikaanse economie een onnatuurlijke impuls gegeven. Hij durft nu niet de rente te verhogen omdat hij angstig is voor de gevolgen. Consumenten zouden massaal gaan bezuinigen waardoor de VS in een enorme crisis zal komen.
Kritiek geven is natuurlijk heel gemakkelijk en wordt vaak gedaan door diegenen die niet al te veel kennis hebben. Kijken we hoe Greenspan heeft gefunctioneerd in de afgelopen jaren dan kan er alleen maar worden geconcludeerd dat hij en zijn medeleden de economie voor een aantal crises heeft behoed. Vlak na zijn aantreden in 1987 was er een beurskrach. Analisten voorspelden een sterke economische recessie als gevolg hiervan. Dit gebeurde echter niet. Wellicht omdat de FED naar aanleiding van de krach de geldkraan fors opendraaide. Het economische systeem bleef zodoende behouden voor een ernstige krimp. Ook het optreden van de FED rondom de ondergang van LTCM in 1998 mag worden gezien als juist en adequaat. Ook in de afgelopen jaren was de visie van Greenspan de juiste. Hij zorgde ervoor, door de rente naar het laagste peil in veertig jaar te brengen, dat deflatie nauwelijks een kans kreeg. Op dit moment is hij de markten aan het voorbereiden op een renteverhoging. En wel zodanig dat de verhoging niet een enorm schokeffect heeft. Dat heeft hij geleerd van 1994. Toen immers ging de rente snel omhoog zonder dat dit goed was gecommuniceerd met de financiële markten.
Als de Senaat de goedkeuring geeft is Greenspan 82 als zijn vijfde termijn erop zit. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat hij nog een zesde termijn erbij neemt. Hij moet overigens als lid van de FED aftreden in februari 2006. Dan zit zijn 14 jarige lidmaatschap erop. De functies zijn immers gescheiden. Het kan zijn dat Greenspan dus besluit om op zijn 80e te stoppen. Opvolgers zijn er genoeg. Vanuit Republikeinse kant wordt vooral Martin Feldstien genoemd. Deze is met name bekend als directeur van het The National Bureau of Economic Research. Mocht een democraat President worden dan wordt vooral de naam van Robert Rubin genoemd. En ook die van Larry Summers. Alle mannen die een enorme reputatie hebben. Het monetaire beleid zal dus geen grote wijzigingen ondergaan. Of de nieuwe FED voorzitter dezelfde reputatie zal opbouwen als Greenspan kan alleen de tijd leren.
De Amsterdamse beurs heeft in de afgelopen week weer eens positief afgesloten. Dit ondanks het feit dat het voor de meeste beleggers een halve week was. Immers de meeste eindbeleggers waren Hemelvaartsdag en de bekende vrijdag daarop niet aanwezig. Handelaren waren natuurlijk wel aanwezig maar durfden met zo weinig liquiditeit niet te handelen.Technisch analisten beginnen weer wat optimistischer te worden, nu de afgelopen daling niet al te ver heeft doorgezet.
Natuurlijk heeft de rust op de beurzen ook te maken met het gebrek aan veel bedrijfsnieuws. Althans op het gebied van kwartaalcijfers. Nieuws over ontwikkelingen binnen bedrijven is er natuurlijk altijd. Een van de belangrijkste berichten kwam van VNU. Het bedrijf wil haar dochter Gouden Gids afstoten. De vraagprijs ligt rond de EURO2,5 mrd. Een mogelijke koper zou het Britse Yell kunnen zijn. Met de opbrengst wil men de schuldenlast verminderen. Daarnaast zal ook men ook gaan zoeken naar nieuwe acquisities in de onderdelen waar het bedrijf sterk in is. Dit zijn de onderdelen Marketing Informatie en de onderzoeksbureaus voor kijkcijfers en internetgebruik. Met het afstoten van de Gouden Gids geeft VNU een winstgevende activiteit op. Het bedrijf heeft een EBITDA marge van 42,9%. De totale marge van VNU ligt op 13,2%. In eerste instantie lijkt het vreemd om dan een dergelijk bedrijf te verkopen. Maar het concentreren op enkele activiteiten is altijd gunstig voor een bedrijf. VNU kan dit nu in alle rust gaan doen. Men is straks altijd in een betere positie om activiteiten te kopen dan de concurrentie omdat men eigen middelen heeft. Op korte termijn is de verkoop dus ongunstig maar op de langere termijn behoort VNU tot een van de groeiers op de Amsterdamse effectenbeurs.
Een Nederlands bedrijf dat zich ook slechts op enkele activiteiten richt is Heineken. Het is een van de weinige fondsen die op dit moment fors lager staat dan vorig jaar. Een verklaring die vaak wordt gegeven is dat het aandeel altijd als een zogenaamde defensieve waarde wordt gezien. In tijden dat het slecht gaat met de beurs “vluchten” beleggers in deze aandelen en als het weer wat beter gaat wordt het aandeel van de hand gedaan. Nu denken we dat dit wellicht meespeelt maar niet de hoofdoorzaak is. Belangrijker is bijvoorbeeld de ontwikkeling van de dollar. Een groot deel van de afzetmarkt van de producten is in de Verenigde Staten. En als de dollar in waarde daalt dan neemt ook de winst voor Heineken af. Het bedrijf gaf dat recent ook aan. Men verwacht dat de invloed van valuta’s dit jaar groter zal zijn dan vorig jaar. Nu is dat wat overdreven omdat het erop lijkt dat de dollarkoers in een wat rustiger vaarwater is gekomen.
We kunnen dus gewoon kijken naar de resultaten bij het bedrijf. En die zijn nog altijd goed. De verkoop groeit met ruim 5%. Bij een winstgroei van 7% geeft dat aan dat de marges aan het verbeteren zijn. Kijken we naar de concurrenten dan kan gesteld worden dat, ondanks een koers-winstverhouding van ruim 18, het aandeel nog altijd goedkoop is. Alleen vanuit dit perspectief kan worden gestelddat de koers zeker boven de EURO30 uit kan komen.
De Amerikaanse indices gaven de afgelopen week een stabiel beeld. De meeste eindbeleggers wachten af hoe de problemen zich verder ontwikkelen. De belangrijkste zorg is natuurlijk de ontwikkeling van de olieprijs. Dit kan een stevige stok tussen de spaken zijn voor de economische ontwikkeling. Het is overigens niet sec de prijsstijging maar de situatie eromheen. Het is niet vaak voorgekomen dat een stijgende olieprijs samenvalt met de stijging van de rente. Een aantal beleggers denkt nog met huiver terug aan begin jaren zeventig.
Toch zijn er optimistische geluiden. Begin jaren zeventig was de Amerikaanse economie zeer sterk afhankelijk van de olie. Nu is zij meer dienstverlenend gericht. Bedrijven als Cisco en Microsoft zullen weinig direct nadeel ondervinden van de prijsstijging. Bovendien gaat de prijs wel omhoog maar zeker procentueel niet zo sterk als in de jaren zeventig. Van een echte olieschok is zeker geen sprake. Een ander probleem is natuurlijk de politieke situatie. De problemen in Irak hebben een effect op alle koersen. Overigens valt het op dat de reacties op bomaanslagen of schandalen met gevangen slechts een kortstondig effect hebben. Voor veel Amerikanen ligt Irak ver weg. De presidentsverkiezingen, nog slechts zes maanden weg, hebben op dit moment totaal geen invloed op de beurs.
Wat altijd een grote invloed op de beurzen blijft houden is natuurlijk de rente. Voor het eerst sinds weken zijn de rendementen op de Amerikaanse obligatiemarkt niet gestegen. Obligatiebeleggers realiseren zich dat zij wel heel erg sterk hebben gereageerd op renteverhogingen die nog niet zijn gekomen. Bovendien blijft inflatie nog altijd redelijk onder controle.
Van de meeste bedrijven zijn de cijfers nu wel bekend over het tweede kwartaal. Natuurlijk blijven er elke week kwartaalcijfers komen. Bijvoorbeeld van bedrijven die een gebroken boekjaar hebben. Een van de bedrijven die afgelopen week kwamen was de maker van landbouwwerktuigen Deere. De cijfers moeten voor President Bush een geruststelling zijn. De winst bij het bedrijf steeg met maar liefst 86%. Dat betekent simpelweg dat het heel goed gaat met de boeren in de VS. Deze bevolkingsgroep is van nature conservatief en dus stemt men republikeins. Dat het goed gaat met de boerenstand ligt natuurlijk niet alleen aan de huidige regering. Een groot deel van de voorspoed komt door de fors hogere prijzen op de wereldmarkt voor tarwe, maïs en sojabonen. Deze hoge prijzen zijn het gevolg van de grote vraag naar deze producten met name uit Azië. Ondanks de reactie die er nu is in deze producten blijft Deere optimistisch over de toekomst. Men verwacht dit jaar een stijging van de verkopen te zien van meer dan 25%. Men verwacht een sterk stijgend marktaandeel omdat volgens analyses de markt in de VS met 15% zal stijgen. De koers van Deere is in de afgelopen maanden met meer dan 40% gestegen. Dit vooral doordat ook analisten weten hoe de invloed van de voedselprijzen zijn voor dit bedrijf. Wij zijn even geen kopers.