Herinvesteringsreserve per 2001

fallback
In een van onze vorige afleveringen hebben wij al eens aandacht besteed aan de herinvesteringsreserve (HIR). Deze komt in de plaats van de vervangingsreserve en wordt voor het eerst toegepast in het balansjaar 2001. Reden om de herinversteringsreserve nogmaals onder uw aandacht te brengen.

Verschil tussen vervangingsreserve en HIR
Voor de vervangingsreserve geldt dat de vervanging van bedrijfsmiddelen binnen vier jaar moest plaatsvinden. Nu de vervangingsreserve heeft plaatsgemaakt voor de HIR, is die termijn teruggebracht naar drie jaar. In het overgangsrecht is bepaald dat een onder het oude recht gevormde vervangingsreserve per 1 januari 2001 automatisch wordt aangemerkt als een HIR.Voor de vervangingsreserve die op 1 januari 2001 is omgezet in een HIR, blijft echter de termijn van vier jaar gelden.

men van een HIR
Als bij vervreemding van een bedrijfsmiddel de opbrengst de boekwaarde overtreft, kan bij het bepalen van de winst het verschil gereserveerd worden en blijven tot tot vermindering van de aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die in het jaar van vervreemding of in de daarop volgende drie jaren worden aangeschaft of voorgebracht, zolang het voornemen tot herinvesteren bestaat. U mag een HIR vormen bij vervreemding, verlies of beschadiging van bedrijfsmiddelen. De termijn van drie jaar wordt slechts in bijzondere omstandigheden verlengd.

oeken HIR
U kunt de HIR afboeken op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van een nieuw bedrijfsmiddel ter vervanging van een vervreemd bedrijfsmiddel, voorzover het gezamenlijke bedrag van de boekwaarden van die bedrijfsmiddelen door die afboeking niet daalt tot onder het bedrag van de boekwaarde van het vervreemde bedrijfsmiddel. Dit houdt in dat u een boekwinst bij vervreemding van een bedrijfsmiddel steeds kunt afboeken op de kostprijs van de bedrijfsmiddelen die u in dat jaar hebt aangeschaft of voortgebracht, mits de boekwaarden van deze bedrijfsmiddelen samen niet dalen onder de boekwaarde van het vervreemde bedrijfsmiddel. Als u de boekwinst niet geheel kunt afboeken, kunt u een HIR vormen, die u in een volgend jaar (volledig) afboekt op de kostprijs van de bedrijfsmiddelen die u in dat jaar hebt aangeschaft. Indien in dat jaar een ander bedrijfsmiddel met boekwinst wordt vervreemd, kunt u op de balansdatum beoordelen of er, gelet of de ‘boekwaarde-eis’, nog ruimte is om aangeschafte bedrijfsmiddelen op de kostprijs af te boeken nadat deze kostprijs is verminderd met de afboeking van de HIR die u in het voorafgaande jaar hebt gevormd. Voorzover deze ruimte er niet is, wordt een HIR gevormd.

chrijven op lange of korte termijn
Bij de HIR onderscheiden we bedrijfsmiddelen die worden afgeschreven in meer dan tien jaar (panden) of helemaal niet (grond), en bedrijfsmiddelen die in tien jaar of minder worden afgeschreven. Bij deze laatste categorie is het niet langer een vereiste dat het bedrijfsmiddel waarin u herinvesteert, economisch dezelfde functie heeft als het vervreemde bedrijfsmiddel.

Bij de bedrijfsmiddelen waarop niet, dan wel in meer dan tien jaar wordt afgeschreven, is overeenkomstig de oude regeling de economische functie-eis nog wel van toepassing. Meer informatie hierover kunt u opvragen bij uw adviseur.

Twee tips tot slot
U kunt een HIR ook afboeken op een bedrijfsmiddel dat u al vóór de vervreemding van het oude bedrijfsmiddel hebt aangeschaft, mits u daarop hetzij in het geheel niet hetzij in meer dan tien jaar hebt afgeschreven.
Houd u verder in gedachten dat u de HIR op de gezamenlijke investeringen – in een bepaald jaar – kunt afboeken tot de boekwaarde van de vervreemde bedrijfsmiddelen. Een gevolg hiervan kan echter zijn dat u op deze investeringen (aanzienlijk) minder kunt afschrijven.

Gerelateerde artikelen