Hadi Jassim, CIO van Versatel: Standaard applicaties moet je intact laten

fallback
Met de introductie van live eredivisievoetbal via DSL voegde Versatel deze zomer een nieuwe dienst toe aan het toch al behoorlijk uitgebreide assortiment. Met CIO Hadi Jassim spraken we over de vraag hoe zijn automatiseringsafdeling erin slaagt om al deze turbulentie bij te benen. "Je moet applicaties uitsluitend gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn. Daar kom je al een heel eind mee."

Het gesprek vindt plaats op een bijzonder moment. Een paar uur eerder op deze maandag 18 juli wordt wereldkundig dat Tele2 een bod van 1,3 miljard euro heeft uitgebracht op Versatel. Alles wijst op een overname.

“Het is een gekke gewaarwording. Van het ene moment op het andere is alles een beetje anders, en tegelijk ook weer niet, want ons werk gaat natuurlijk gewoon door. De twee IT-organisaties zullen nu op elkaar worden afgestemd. We zullen ervaringen uitwisselen en synergie zoeken, maar aan de strategische hoofdrichting zal niks veranderen. We sturen al een tijdje alles in de richting van het web. En dat zal zeker doorgaan.”

Schoolprestaties
Hadi Jassim werd geboren in Irak. Op grond van zijn uitmuntende schoolprestaties werd hij begin jaren zeventig naar Londen gestuurd om daar kennis op te doen die hij later in zijn vaderland zou kunnen toepassen. In de Britse hoofdstad raakte hij volledig in de ban van de computer.

“Het onderzoek waarmee ik mijn PhD behaalde, ging over de mogelijkheid om distillatieprocessen – zoals die in de olieindustrie worden toegepast – aan te laten sturen door computers. Ik heb in die tijd naar hartelust kunnen experimenteren. We werkten eerst met een PDP8- minicomputer van Digital, gevolg door een minicomputer van Interdata met 32kb geheugen. Ik worstelde met de beperkingen van de hardware.

Sommige van mijn programma’s waren te ingewikkeld. Die kon de computer niet aan. Iedere keer als er nu weer een nieuwe technologische sprong wordt gemaakt in lijn met de Wet van Moore, dan komen er herinneringen aan mijn studententijd in Londen naar boven en verbaas ik me weer over de snelheid waarmee het allemaal gaat.”

Droom
Het was Jassims droom om terug te keren naar zijn vaderland en daar een belangrijke rol te spelen bij de introductie van computers. Aanvankelijk volgde de werkelijkheid zijn droom. Hij kreeg een vooraanstaande positie in een raffinaderij die zich door zijn werk met computers tot een centrum van IT in zijn land ontwikkelde. Jassim was als projectleider bij alle belangrijke projecten betrokken en leerde geweldig veel in korte tijd.

Maar na drie jaar spatte de droom uiteen en zag hij zich gedwongen om met zijn gezin naar Engeland te vluchten. Van het ene op het andere moment was hij stateloos en baanloos.

Weg terug
Via jobs in de industriële automatisering vocht hij zich een weg terug naar het management van complexe IT-projecten. In 1985 kwam hij naar Nederland waar hij later technisch directeur werd bij Logica, waaraan hij tot 1999 verbonden was, onderbroken door een periode van vijf jaar bij KPN. In 1999 werd hij IT Director bij Telfort en in 2000 stapte hij over naar Versatel.

Op basis van zijn jarenlange ervaring met het managen van complexe IT-projecten schreef Hadi Jassim in 1995 samen met Sue Craig het boek People and Project Management in IT.

Carte blanche
“Toen ik begin 2002 tot CIO van Versatel werd benoemd, kreeg ik carte blanche. ‘Maak er maar een mooie architectuur van’, luidde mijn opdracht. En dat mocht best wat kosten. Ik vind echter dat je moet gebruiken wat er al is, tenminste als dat van redelijke kwaliteit is. Ik kwam bij Versatel vlak na de startjaren. In die tijd was er van alles en nog wat aangeschaft. Alles moest snel, snel, snel en geld speelde geen rol. Dat paste bij de pioniersaanpak van Gary Mesh, de oprichter van het bedrijf. Die ging door muren heen.

Applicaties moesten de business dienen, desnoods met geweld. Dus erg veel lijn zat er niet in de architectuur die ik aantrof. Toch had het helemaal geen zin om alles schoon te vegen en nieuwe systemen naar binnen te rijden, hoewel er hier en daar wel om nieuwe state-of-the-artapplicaties werd geroepen. Onzin. Het probleem was niet dat we de verkeerde applicaties hadden, maar dat de applicaties waarover we beschikten vaak werden misbruikt voor doeleinden waarvoor ze niet waren gemaakt.”

“Onze billing software bijvoorbeeld is prima voor de facturatie. Maar die was uitgebouwd tot een soort financieel pakket, wat het helemaal niet is. Dat moet dus niet. Daar moet je het mes inzetten. We gebruiken nu de billing software voor de bil- ling en Navision hebben we toegevoegd voor de financiële en administratieve processen. Een ander voorbeeld is Clarify, onze CRM-software. Die kun je niet goed gebruiken om orders in te voeren, dat is een heel ander proces. Daarom hebben we in maatwerk een webapplicatie gebouwd voor de orderinvoer, die klantgegevens vervolgens ook weer doorgeeft aan Clarify. Zo houd je de zaken helder. Over het algemeen kun je trouwens beter werken met gemiddelde software die goed is geïmplementeerd, dan met topapplicaties die verkeerd worden gebruikt. Daar heb je helemaal niks aan. Dat is geld weggooien.”

“Standaardapplicaties moet je zo veel mogelijk in tact laten. Out of the box moet out of the box blijven. Ik geloof niet in die roep om customization. Dat moet je die applicaties niet aandoen. Dan kun je ze namelijk niet meer behoorlijk upgraden als er nieuwe versies uitkomen. Dat wordt dan te ingewikkeld. Dat customiseren moet je anders oplossen. Wij doen dat met webapplicaties die via middleware van WebMethods communiceren met een brede laag van standaardapplicaties in de basis van onze architectuur. Een postcodechecker op de website is zo’n webapplicatie. En een applicatie waarmee de klant een bundel van verschillende diensten kan samenstellen. Dat is de richting die het opgaat.”

Om de snelle ontwikkelingen te kunnen bijbenen heeft Hadi Jassim zijn IT-personeel getraind in inlevingsvermogen. “Het gaat allemaal wel snel, maar dat neemt niet weg dat IT nog steeds een onontwikkeld gebied is. Die IT van ons is helemaal niet zo geweldig. Dertig jaar is maar een korte tijd voor een nieuwe industrie. Ik vergelijk het wel eens met het bouwen van een brug. Daar heeft de mensheid al meer dan tienduizend jaar ervaring mee.

Dus als je je wensen kenbaar maakt, dan kan een ontwerper je precies vertellen hoeveel beton je nodig hebt, hoeveel staal, wat de maximale belasting is, enzovoort. De kans dat die brug een succes wordt, is bijzonder groot. Met een IT-project is dat totaal anders. Daar mag je al blij zijn als je van tevoren een procent of dertig goed in kaart kunt brengen. Je weet dus niet hoeveel beton en staal – in dit geval dus regels code – nodig zijn. Dat komt omdat IT-systemen nog heel erg in de kinderschoenen staan. Dat moet je uitgangspunt zijn. En daar moet je aan werken. Je mag die onwetendheid niet onder tafel vegen.”

“De onvolwassenheid van de IT veroorzaakt heel veel spanning, want de business is er steeds sterker afhankelijk van. Dat is een van de drie centrale dilemma’s of spanningshaarden die elk IT-project teisteren. De andere twee zijn de spanning tussen de lange en de korte termijn en die tussen flexibiliteit en discipline. Businessmensen willen direct handelen, en gelijk hebben ze. Maar automatiseerders willen de zaken beheersbaar houden en bouwen starheid in. Dat is een enorm dilemma.”

Inlevingsvermogen
“Als je weet dat je zo weinig weet en dat er zo veel onvoorspelbaar is en dat er zulke grote dilemma’s zijn, hoe kan je dan toch overleven? De oplossing zit naar mijn mening in de zachte kant van het managen van de omgeving door zowel het ITmanagement als de IT-specialisten. Het begint allemaal met inlevingsvermogen: wat heeft de business daadwerkelijk nodig? Het antwoord is vaak simpeler dan men denkt. Je moet onzekerheden durven benoemen en bespreken. Jezelf niet groter maken dan je bent. Maar ook ambitieus zijn. Ga ervan uit dat het kan, maar dat je nog niet weet hoe. Ga geen redenen bedenken waarom iets niet kan.”

“Het zijn dus veelal psychologische aspecten en geen puur technische, die bepalend zijn voor het welslagen van complexe IT-projecten. Uiteindelijk zullen deze soft skills beslissend zijn.”  

Een dikke laag webapplicaties
De IT-architectuur van Versatel bestaat uit twee hoofdcomponenten. Voor het beheer van het netwerk zelf zijn er de operational support systems (OSS); voor de diensten die over dit netwerk worden aangeboden zijn er business support systems (BSS). De business systemen bestaan primair uit verschillende productiestraten of provisioningsystemen, een network inventory system (NIS), CRM-software (Clarify), billing software (SingleView) en de financiële administratie (Navision).

Al deze applicaties staan via middleware van WebMethods in contact met een brede laag van maatwerk webapplicaties.   

Telefonie, internet en tv
Versatel begon in oktober 1995 met de bouw van een eigen glasvezelnetwerk in Nederland. Later werd dit netwerk uitgebreid naar België en Duitsland. Het beslaat inmiddels 15.000 kilometer, waarvan 12.000 backbone. Er is in totaal 3 miljard euro in geïnvesteerd.

Aanvankelijk werden op het netwerk alleen zakelijke telefoniediensten aangeboden. Later werd dit uitgebreid met datadiensten zoals IP, VPN, internettoegang, hosting, en dergelijke. Ook werd de particuliere markt aangeboord met telefonie en breedbandinternettoegang, en nu dan als triple kroon op het werk met het aanbieden van live televisieregistraties van eredivisiewedstrijden aan de eigen DSL-abonnees.

Versatel heeft Samsung opdracht gegeven om al haar Nederlandse colocaties geschikt te maken voor het doorgeven van televisiesignalen. Versatel International N.V. heeft 1900 mensen in dienst.