Gesprek op niveau – Zeven Nederlandse top-CIOs bijeen

De beste CIO's van Nederland heb je niet elke dag bij elkaar aan tafel. De finale fase in het selectie proces van de nieuwe de CIO of the Year levert dus op voorhand een gedenkwaardige middag op. Los van het feit dat na afl oop van de bijeenkomst op Landgoed Villa Anderstein uiteindelijk een win naar wordt gekozen, is het resultaat toch vooral een unieke, openhartige en voor iedereen waardevolle discussie.

Het thema van de CIO of the Year verkiezing is dit jaar agility: wendbaarheid in combinatie met slagvaardigheid. De zeven uitgenodigde CIO’s blijken in elk geval agile genoeg om een middag te kunnen reserveren voor de samenkomst op het sfeervolle landgoed te Maarsbergen. Het feit dat zo’n groot aantal CIO’s mag aanschuiven, geeft overigens duidelijk aan hoe moeilijk het is geweest om uit de longlist van twaalf – waarvan er één, Hennie Wesseling (TNT Post), om moverende reden reeds had aangegeven deze dag niet aanwezig te kunnen zijn – een keuze te kunnen maken.

Rob Beijleveld, uitgever van CIO Ma gazine, toont zich in Villa Anderstein bijzonder tevreden over het bewandelde voortraject (zie onderstaand kader), waarin The Hackett Group en Effecs een grote rol speelden bij de kwalitatieve en kwantitatieve beoordeling van de genomineerden.

“Dankzij dit grondige, transparante proces zijn we tot op zekere hoogte in staat geweest om appels met peren te kunnen vergelijken. Zo kan het gebeuren dat iemand als Rob de Haas van ABN AMRO straks aanschuift met collega’s van beduidend kleinere organisaties en de overheid.”

Dat de jury heeft besloten zeven CIO’s uit te nodigen ziet Beijleveld niet als een nadeel. “Het geeft niet alleen aan dat het individuele niveau hoog ligt, maar ook dat er in de breedte veel kwaliteit is. Hoewel we op basis van het gedane onderzoek op zich best vijf man hadden kunnen aanwijzen, leek het ons toch eerlijker om de huidige groep uit te nodigen. Deze mensen maken met oog op het wegingsproces namelijk nog alle maal een kans op de Award.”

Juryvoorzitter Bernhard van Oranje (CEO van Levy9 Global Sourcing) deelt de visie van Beijleveld, maar boardroomziet tevens de nadelen van een discussie waaraan maar liefst zeven genomineerden deelnemen.

“In de breedte is het een voordeel. Het resultaat zal ongetwijfeld een levendig gesprek zijn, waarbij bepaalde kwesties op de agenda van de CIO vanuit diverse invalshoeken zullen worden belicht. Aan de andere kant is het ook een nadeel. Met een dermate grote groep kun je als jury eenvoudigweg niet de inhoudelijke diepte bereiken die haalbaar zou zijn met een clubje van drie. Maar ik ben net als Rob van mening dat iedereen die nog een kans maakt om te winnen, deze kans ook verdient.”

Discussie
Hoewel er tijdens het selectieproces flink wat gewicht is toegekend aan het begrip agility, gaat niet elke genomineerde CIO hier op dezelfde manier mee om. Waar bijvoorbeeld Erik Ubels (Deloitte), André Haket (Stork) en Charel van Hoof (Philips CE) kiezen voor een centrale en gestandaardiseerde aanpak, zoekt Aloys Kregting (Numico) voor een hoge wendbaarheid en slagvaardigheid juist voor een decentrale aanpak.

Is er ondanks deze verschillen toch consensus mogelijk over hoe je als bedrijf zo agile mogelijk kunt zijn? Een mooi startpunt voor de discussie. Volgens Rob de Haas (ABN AMRO) moet agility om te beginnen niet worden verward met flexibiliteit: “Wij hebben een stuk complexiteit moeten wegwerken die we door flexibiliteit hebben gecreëerd. En complexiteit staat agility in de weg.”

Cor Franke (CWI) heeft op zijn beurt agility gecreëerd door, na het scheppen van orde in de interne IT, andere partners in de keten van werk en inkomen te koppelen. Ook Barend Wijnreder (DHL Express) legde een goede basis voor afstemming met de business door te standaardiseren, te harmoniseren en te integreren.

“De IT moet de business kunnen volgen en geen breekpunt vormen, maar werken.” Het tijdig kunnen volgen van de business is ook waar het volgens De Haas op neerkomt. “Het gaat daarbij bovendien eerder om behendigheid en lenigheid dan om snelheid. Het hoeft niet snel, als het maar tijdig is.”

Ubels heeft z’n bedenkingen: “Hoezo volgen? Technologie kan ook actief aan de business bijdragen.” Bijvoorbeeld als het gaat om het faciliteren van personeel, door hun uit te rusten met de nieuwste apparatuur en gadgets, maar dan wel binnen een gecontroleerde omgeving. Voor De Haas betekent het veeleer regelmatig met de business om de tafel te zitten. Alignment Van Hoof plaatst vraagtekens bij de business-IT-discussie.

“Het gaat uiteindelijk om de ondersteuning van de businessprocessen, maar in feite speelt bij bijna alle businessfuncties de IT al een rol. Dus we kunnen als IT een bottleneck zijn, maar het is de truc om als enabler vooruit te denken.”

Juryvoorzitter Bernhard van Oranje merkt op dat er nog steeds gesproken wordt over businessprojecten én IT-projecten, terwijl dat tegenwoordig vaak onder één noemer gebracht wordt. Van Hoof: “Die discussie ken ik natuurlijk, maar de added value zit toch vaak aan de businesskant.”

Wijnreder: “Er is wat mij betreft een onderscheid tussen de dingen die gewoon moeten draaien, de IT-services, en een business-IT-organisatie die je per divisie, per werkgebied inricht en die zich bezighoudt met belangrijke zaken als customer integration en projectportfoliomanagement. Dan word je vanzelf agile, omdat je precies weet wat er speelt.”

Een van de aspecten die in het kader van agility aan de orde komt, is de snelheid waarmee een bedrijf bij fusies en overnames kan worden geintegreerd. Haket: “Bij ons kost de volledige integratie drie maanden. We hebben het proces op orde. Dat zorgt ervoor dat je bij M&A de benodigde agility hebt en daar is het beleid ook op gericht.”

Kregting: “Bij ons zou het de agility juist wegnemen. Zware ERP-systemen staan écht bekend om hun flexibiliteit. Niet dus. Wij zoeken de flexibiliteit niet in één systeem maar door een standard chart of accounts en eenheid bij de uitwisseling van gege vens.”

Van Hoof: “Wij hebben stan daard cookbooks en willen in drie weken de infrastructuur standaar diseren, het financiële systeem volgt daarna en vervolgens de geïnte greerde bedrijfsprocessen. Het gaat helemaal niet om ERP als zodanig, het gaat om het businessproces.” Franke verwondert zich een beetje over deze discussie. Hij heeft te ma ken met de politiek die steeds nieuwe dingen van zijn organisatie eist. Bij CWI is besloten om de infrastruc tuur daarop aan te passen.

“Dankzij de keuze voor Siebel kunnen we hier bliksemsnel op reageren; bij elke aanpassing of vraag ‘rossen’ we dit het CRM in. We zijn in staat het proces in te richten op basis van een handige inrichting van het applica tielandschap.” Wijnreder is wat dat betreft geen voorstander van grote implementaties. “Daar gaan bedrij ven kapot aan.” Beter is het volgens hem de processen op te delen. “Als Legoblokjes”, merkt Van Oranje op. Wijnreder: “Ja, alleen werkt Duplo soms net even sneller en simpeler.”

Perceptie
Voor welke aanpak de CIO ook kiest, de top zeven die vandaag is aange schoven heeft zijn zaakjes sowieso goed voor elkaar. Niettemin zit er volgens jurylid Amandus Lundqvist, voorzitter college van bestuur van de Technische Universiteit Eindho ven, een groot gat tussen de percep tie van de CIO zelf en zijn afnemers. “Van alle CIO’s zegt acht procent zijn zaakjes goed op orde te hebben. Maar binnen hun organisaties zegt tachtig procent hier anders over te denken…”

Wijnreder: “Wie van jul lie vraagt de eindgebruiker naar zijn perceptie?” Vrijwel alle handen gaan omhoog. Franke: “Toch gaan nood zakelijke migraties soms van ‘au’. Gebruikers accepteren het niet wan neer applicaties het niet doen.” Wim Rietveld (oud-CIO Vopak), die het verhinderde jurylid Peter Hage doorn (CIO Océ, voorzitter CIO Plat form Nederland en CIO of the Year 2005) waarneemt, wil graag even aandacht voor een ander punt. “Hoe belangrijk zijn de kosten?”

De Haas: “Wat belangrijk is, is dat je – als je het hebt over de kosten – praat in de taal van de busi ness. Wat kost een hypotheek bijvoorbeeld aan IT? Dat is iets heel anders dan het praten over MIPS.” Het kan zelfs een goede zaak zijn wanneer de IT duurder wordt. Franke: “Het via internet aanvragen van een WW uitkering scheelt tijd en geld. De IT-kosten gaan weliswaar omhoog, maar de omvang van de uitvoerings formatie kan omlaag.”

Van Hoof (cynisch): “IT is een enabler als het goed gaat en een kostenpost als het wat minder gaat.” Haket: “Wij kijken vooral naar de bottom line, naar het rendement dat de business haalt uit een investering in IT. Maar tegelijk zijn we bezig met het verbeteren van de proces sen zonder dat we één systeem heb ben binnengehaald.”

Kregting: “Dat hebben wij in feite ook gedaan. De kosten moeten op orde, verder is het een kwestie van flexibiliteit en cre ativiteit. Wat dat betreft heb ik het vertrouwen van het management. Wat daarbij ook helpt, is dat je de boodschap kunt overbrengen. Soms in Peppie-en-Kokkietaal. Een van de grootste complimenten die mijn CFO me heeft gemaakt is: “Aloys, you demystified IT.”

Een ander punt dat tijdens de dis cussie aan de orde komt, is de om gang met personeel en nieuw talent. Naast de nodige stimulatie- en begeleidingsprogramma’s ziet Van Oran je op dit vlak ook het belang van het aanbieden van de juiste tools. Soms in de vorm van nuttige gadgets, maar ook mogelijkheden om kennis te kunnen delen.

Van Hoof noemt in dat kader de nieuwe desktopomgeving bij Philips CE, met mogelijkheden voor collaboratie. Bij Deloitte wordt onder meer binnen SAP gemeten wat mensen bijdragen aan het kennis management. Verder wil Ubels altijd zoveel mogelijk voldoen aan de wen sen van het personeel.

“Als mensen massaal een witte Apple-notebook willen, dan krijgen ze een witte Ap ook weer niet goed. Wij vinden het niet zo erg wanneer mensen over stappen naar de consultancy. Nog beter is het natuurlijk wanneer ze op een hoge positie bij onze klanten te rechtkomen.”

Is er veel verloop bij de diverse or ganisaties? Kregting: “Wij hebben de afgelopen drie jaar, op één se cretaresse na, geen verloop gehad. Gewoon, omdat het werk heel gaaf is.” Ubels: “Helemaal geen verloop is heid bij de uitwisseling van gegevens.” Van Hoof: “Wij hebben stan daard cookbooks en willen in drie weken de infrastructuur standaar diseren, het financiële systeem volgt daarna en vervolgens de geïnte greerde bedrijfsprocessen. Het gaat helemaal niet om ERP als zodanig, het gaat om het businessproces.”

Franke verwondert zich een beetje over deze discussie. Hij heeft te ma ken met de politiek die steeds nieuwe dingen van zijn organisatie eist. Bij CWI is besloten om de infrastruc tuur daarop aan te passen. “Dank zij de keuze voor Siebel kunnen we hier bliksemsnel op reageren; bij elke aanpassing of vraag ‘rossen’ we dit het CRM in. We zijn in staat het proces in te richten op basis van een handige inrichting van het applicatielandschap.” Wijnreder is wat dat betreft geen voorstander van grote implementaties.

“Daar gaan bedrij ven kapot aan.” Beter is het volgens hem de processen op te delen. “Als Legoblokjes”, merkt Van Oranje op. Wijnreder: “Ja, alleen werkt Duplo soms net even sneller en simpeler.”

Voor welke aanpak de CIO ook kiest, de top zeven die vandaag is aange schoven heeft zijn zaakjes sowieso goed voor elkaar. Niettemin zit er volgens jurylid Amandus Lundqvist, voorzitter college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven, een groot gat tussen de percep tie van de CIO zelf en zijn afnemers. “Van alle CIO’s zegt acht procent zijn zaakjes goed op orde te hebben. Maar binnen hun organisaties zegt tachtig procent hier anders over te denken…”

Wijnreder: “Wie van jullie vraagt de eindgebruiker naar zijn perceptie?” Vrijwel alle handen gaan omhoog. Franke: “Toch gaan nood zakelijke migraties soms van ‘au’. Gebruikers accepteren het niet wan neer applicaties het niet doen.” Wim Rietveld (oud-CIO Vopak), die het verhinderde jurylid Peter Hagedoorn (CIO Océ, voorzitter CIO Plat form Nederland en CIO of the Year 2005) waarneemt, wil graag even aandacht voor een ander punt. “Hoe belangrijk zijn de kosten?”

De Haas: “Wat belangrijk is, is dat je – als je het hebt over de kos ten – praat in de taal van de busi ness. Wat kost een hypotheek bijvoorbeeld dat is iets heel anders dan het praten over MIPS.” Aan de laatste ronde van het proces dat leidt tot de nieuwe CIO of the Year ging uiteraard het nodige vooraf.

Ruim honderd Nederlandse CIO’s ontvingen allereerst via e-mail een uitnodiging om een onlinevragenlijst in te vullen. De antwoorden zijn vervolgens door The Hackett Group en Effecs beoordeeld. Het resultaat was een longlist van twaalf kandidaten, die door genoemde organisaties en CIO Magazine zijn geïnterviewd.

Na deze ronde is men tot een lijst van zeven personen gekomen. Op basis van de laatste gezamenlijke discussie- en vragenronde bepaalt de jury uiteindelijk zijn keuze. Om kans te maken op de CIO of the Year Award moet men minimaal twee jaar in functie zijn, in de afgelopen anderhalf jaar een majeur pro ject onder de hoede hebben gehad en eindverantwoordelijk zijn ge weest voor de IT-strategie en/of -uitvoering.

Mensen die reeds eerder een Award in de wacht sleepten, zijn uitgesloten van deelname. Bovendien kunnen alleen Nederlandse CIO’s meedingen naar de titel. Daarnaast moet de CIO scoren op zaken als: leiderschap, vak inhoudelijke kennis (jurylid Peter Hagedoorn noemt de CIO ‘het technologiegeweten van de organisatie’), intern draagvlak en niet te vergeten prestaties.

Deze performance is door de deskundigen van The Hackett Group en Effecs langs de meetlat gelegd. Hierbij gaat het om de meetbare efficiency en effectiviteit van de IT-organisatie, uitgedrukt in aantal IT-fte’s per eindgebruiker, de IT expenditures per eindgebruiker, het IT-expenditure als percentage van omzet dan wel budget, de interne versus de externe IT-fte’s en expenditures, en het expenditureportfolio.

Om organisaties van verschillende grootte en structuur toch te kunnen vergelijken telt bovendien de complexiteit mee. De longlist van twaalf CIO’s is door Hackett Group en Effecs bovendien getoetst op relevante agility-indicatoren: adaptabiliteit, fit, creativiteit, culture of discipline, leiderschap, hedgehog, collaboration en teamwork.