Geld binnen. Of toch niet?
Bijna 600.000 valse eurobiljetten trof de Europese Centrale Bank in 2004 aan. Waarvan zo’n 25.000 door de Nederlandsche Bank zijn geregistreerd. Bijna de helft van alle vervalsingen betreft het biljet van 50 euro, maar ook biljetten van 20 en 100 euro zijn populair bij valsemunters.
De valse biljetten vertegenwoordigen samen enkele tientallen miljoenen euro. Munten worden overigens ook veel vervalst: in 2005 werden er bijvoorbeeld 65.000 valse munten van 2 euro aangetroffen, meldt de Europese antifraudedienst OLAF.
De waarde die de munten gezamenlijk vertegenwoordigen vallen natuurlijk in het niet bij die van de biljetten. Die op hun beurt ook niet meer dan een fractie zijn van het totaalbedrag dat de ongeveer 9 miljard in omloop zijnde eurobiljetten vertegenwoordigen. DNB spreekt dan ook over ‘een gering aantal vervalsingen’.
De zelfstandige winkelier die door zijn bank wordt gewezen op het feit dat er valse biljetten in zijn storting zaten, heeft daar weinig boodschap aan. Hij is gewoon een deel van zijn dagwinst kwijt: banken vergoeden het aantreffen van valse biljetten niet.
Bij DNB kunnen overigens brochures worden besteld met tips & tricks om vals geld van echt geld te onderscheiden. Een ook banken bieden hun (vooral) retail-klanten curssen over vals geld aan. Zo organiseert Rabobank in samenwerking met MKB Nederland een seminar en lanceerde ABN AMRO Bank deze maand nog een gratis internettraining voor valsgeldherkenning.
En uiteraard kunnen ondernemers zich verzekeren tegen vals geld. Zij het in de meeste gevallen tot een relatief klein bedrag. Het is overigens de vraag of de hoogte van de premie en het maximaal verzekerde bedrag opwegen tegen het risico van vals geld in de kassa. Die afweging is aan de ondernemer.