Flexibilisering vennootschapsrecht
Hoewel invoering van de wetsvoorstellen een grondige herziening van het BV-recht tot gevolg heeft, blijven de wezenskenmerken van onze besloten vennootschap ongewijzigd. Zo blijft de BV een kapitaalvennootschap met beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders. Ook blijft het zogenaamde belangenpluralisme onaangetast. De norm neergelegd in Art. 8 van Boek 2 BW, dat gaat over de redelijkheid en billijkheid die de betrokkenen bij de rechtspersoon ten opzichte van elkaar in acht moeten nemen, wordt ook niet aangetast. Aan de rechtspersoonlijke relaties van de organen is ook vastgehouden.
Aandeelhoudersovereenkomsten en statuten als aparte circuits blijven in tact. In geval van handelen in strijd met een aandeelhoudersovereenkomst is het betreffende vennootschappelijke besluit dus niet ongeldig. Door de versoepeling kunnen echter veel meer afspraken tussen aandeelhouders in de statuten worden neergelegd en daardoor krijgen deze vennootschaprechtelijke werking.
Fundamenteel
Belangrijke wijzigingsvoorstellen betreffen de afschaffing van het minimum kapitaal, de minimum stortingsplicht, de kapitaalsbeschermingsregels, de bankverklaring en de accountantsverklaring bij inbreng in natura. Ook de voorschriften over de inkoop van eigen aandelen en kapitaalvermindering zijn vereenvoudigd. Van fundamenteel belang zijn de voorstellen om winstrechtloze aandelen toe te laten en aandeelhouder(sgroepen) hun eigen bestuurders en/of commissarissen te laten benoemen. Ook zou flexibel stemrecht mogelijk worden toegestaan. Van grote importantie zijn de voorgestelde nieuwe regels voor crediteurenbescherming. Deze gaan uit van een financiële- of bedrijfseconomische weging voor uitkeringen aan aandeelhouders. Deze benadering leidt tot andere verantwoordelijkheden voor het bestuur dat met aandeelhouders erop moet toezien dat inbreng van bedragen en uitkering daarvan reëel is. Als deze verantwoordelijkheden worden verontachtzaamd kan dit een bij- of terugstortingsverplichting en/of bestuursaansprakelijkheid tot gevolg hebben. De voorgestelde bepalingen over de geschillenregeling, de blokkeringsregeling (en dus de vrije overdraagbaarheid van aandelen) en prijsbepalingen zijn van toepassing als aandeelhouders geen afwijkende bepalingen in de statuten hebben opgenomen. Dit is een zogenaamde vangnetbenadering. De belangrijkste verworvenheid van de voorstellen is dat de vrijheid van aandeelhouders om naar eigen inzicht hun onderlinge verhoudingen te regelen aanzienlijk toeneemt. De druk om iets te doen aan onze starre regels nam toe na de vlucht van kapitaal uit de private equity hoek. Het is dan ook in alle opzichten te hopen dat de voorstellen die nu voor ons liggen op zo kort mogelijke termijn in definitieve wetgeving worden omgezet.
Johan Kleyn, overnamejurist bij Allen & Overy.