Extern accountant Ahold buitenspel
Marcel Pheijff er, hoogleraar forensische accountancy, stelt dit onderwerp indringend aan de orde in De Accountant van juni 2006 onder de titel ‘Deloitte, laat je vakinhoudelijk horen’. Het vakinhoudelijke antwoord is uitgebleven. Beantwoording is echter onontkoombaar. Het is noodzakelijk om het volledige krachtenveld omspannend en fundamenteel op het niveau van de concernbesturing te analyseren om toekomstige rampen in soortgelijke situaties te kunnen voorkomen. Wetenschappelijke disciplines als accountancy en ondernemingsrecht, alsmede NIVRA en AFM, moeten zich daarom uitspreken over het in dat krachtenveld geldende materiële recht. Het persbericht van 24 februari 2003, het Ahold-jaarverslag 2002 en Het drama Ahold van Jeroen Smit bevatten voldoende informatie voor een eerste analyse in hoofdlijnen.
De functie van concernaccountant omvat onder meer dat deze er ‘namens het maatschappelijk verkeer’ op toeziet dat concernwijd alle administratieve systemen, administraties, interne controles en lokale accountantscontroles in continuïteit voldoen aan de noodzakelijke eisen, en daarover rapporteert aan bestuur en commissarissen. Doordat Koninklijke Ahold N.V. al tientallen jaren prominent in Nederland en de VS aanwezig is, omvat ‘het maatschappelijk verkeer’ (onder meer via pensioenfondsen) miljoenen belanghebbenden. De accountantscontrole conform artikel 2:393 BW is derhalve van onschatbare waarde.
Concreet mochten belanghebbenden op 24 februari 2003 verwachten dat de interim-controle 2002 door de concernaccountant concernwijd was afgerond en dat deze energiek en met alle hens aan dek in hoog tempo bezig was met het evalueren en verwerken van alle door de lokale accountants gerapporteerde jaarrekeningbevindingen over boekjaar 2002, waaronder die van US Foodservice, dat er dagelijks afstemmingen plaatsvonden met concernstaf en raad van bestuur en dat het accountantsverslag aan bestuur en commissarissen over 2002 conform artikel 2:393 lid 4 BW al in grote lijnen klaarlag. Volgens de planning zouden de jaarcijfers 2002 immers kort daarna, op 5 maart 2003, worden gepubliceerd.
CONTROLEVACUÜM Uit Het drama Ahold rijst een ander beeld op (pp. 26, 294-295, 317). Medio oktober 2002 zou concernaccountant Deloitte zijn controlerende werkzaamheden hebben gestaakt. Dusdoende ontbreekt de accountantscontrole binnen het concernbesturingssysteem gedurende de aan het persbericht van 24 februari 2003 voorafgaande periode, waaronder het voor de interim-controle cruciale vierde kwartaal 2002. Juist in een moeilijke periode zoals hier aan de orde was, is die controlefunctie van eminent belang.
Vanaf 19 februari 2003 is er door de tegenvallende cijfers van US Foodservice over 2002, 2001 en 2000 mogelijk zelfs sprake van gerede twijfel aan de continuïteit en zijn de eerder afgegeven accountantsverklaringen in het geding. Vrijdagmiddag 21 februari 2003 zou de concernaccountant niet zijn ingegaan op de door de banken gevraagde medewerking. Het maatschappelijk verkeer staat zo volledig buitenspel. Pas in juli 2003 hervat de concernaccountant zijn controlerende werkzaamheden.
Het persbericht is derhalve in een controlevacuüm ex artikel 2:393 BW uitgebracht, maar vermeldt onder het hoofd ‘Toezicht, controle en naleving’ dat vorig jaar (dus 2002) is gestart met ‘versterking van toezicht, controle en naleving’. Cruciaal is de beantwoording van de vraag welke maatschappelijke verantwoordelijkheden commissarissen en concernaccountant dragen als het erop aankomt en op welke momenten het maatschappelijk verkeer moet worden geïnformeerd.
DRS RUUD H. VEENSTRA RA heeft een lange staat van dienst als openbaar accountant van grote en internationale ondernemingen (vanaf 1970) en als onafhankelijk accountancyconsultant (vanaf 1992). Daarnaast publiceert hij regelmatig over vakonderwerpen. www.veenstraaccountancy.nl