Erik Troost (L’Oréal) over nieuw startup-programma van 100 miljoen: ‘We willen graag samenwerken’

Investeerders waren afgelopen kwartaal behoorlijk happig op Nederlandse startups. Op technologie gerichte groeibedrijven wisten in het tweede kwartaal van dit jaar liefst 716 miljoen euro op te halen bij geldschieters. Het ging om een stijging van 67 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder, bleek eerder deze maand uit onderzoek.

In klimaattechnologie wordt er echter nog altijd te weinig geïnvesteerd in Europa, meldde de Franse non-profitorganisatie Institute for Climate Economics in juni. Om de tussentijdse klimaatdoelen voor 2030 te behalen, zoals die in het Klimaatakkoord van Parijs zijn afgesproken, zou er jaarlijks 842 miljard euro nodig zijn in de EU. In 2023 kwam de teller er niet verder dan 498 miljard euro.

Dat klimaattechnologie desalniettemin een groeimarkt blijft, is voor grote bedrijven inmiddels duidelijk. Zo tuigden de Amerikaanse techconcerns Microsoft en Amazon de afgelopen jaren miljardenfondsen op voor investeringen in bedrijven in deze branche.

100 miljoen euro naar groene startups

Ook het Franse cosmeticaconcern de L’Oréal Groep doet een duit in het zakje. Het bedrijf kondigde in mei de komst aan van diens zogeheten Sustainable Innovation Accelerator, een groeiprogramma van twaalf maanden gericht op groene startups in de schoonheidsindustrie.

Via zijn accelerator wil het bedrijf de komende vijf jaar 100 miljoen euro investeren in klimaatstartups. Wat kunnen startups verwachten? FM.nl spreekt erover met duurzaamheidsdirecteur Erik Troost, vanuit het Parijse kantoor van het beursgenoteerde bedrijf.

“We investeren al langer in startups met een maatschappelijk doel”, zegt Troost. “Dat is een combinatie die voor ons ook succesvol is gebleken in het verleden. Kijk naar EpiSkin, technologie waardoor je niet op dieren hoeft te testen, maar op gekweekte huid. Dat bestaat al jaren.”

Ondanks deze technologie staat L’Oréal nog altijd op een zwarte lijst van dierenorganisatie PETA. L’Oréal staat er onder meer op omdat het bedrijf in China actief is, waar de lokale overheid verplicht dierentesten uitvoert op sommige cosmeticaproducten.

Het cosmeticabedrijf stelt tegen FM.nl al sinds 1989 zelf geen dierentesten meer uit te voeren. Het concern benadrukt in gesprek te zijn met de Chinese autoriteiten “om de volledige afschaffing van dierproeven voor alle cosmetica te bevorderen”.

‘CO2-reductie en -opslag’

Met het nieuwe acceleratorprogramma hoopt Troost te kunnen investeren in bedrijven met innovaties rondom onder meer “CO2-reductie en -opslag”. “Maar ook bijvoorbeeld circulariteit is belangrijk. We zetten met ons bedrijf in op navulverpakkingen en hebben een programma rondom recycling. Wat kunnen we nog meer doen om dat te verbeteren? Daarvoor hopen we met startups te kunnen samenwerken.”

Voor de selectie van de startups is de cosmeticareus een samenwerking aangegaan met de Universiteit van Cambridge. “We wilden bewust externe expertise om te zoeken naar de meest impactvolle startups en technologieën,” zegt Troost. De universiteit zal niet alleen scouten naar startups, ook levert het instituut coaching aan de deelnemende groeibedrijven.

Welke bedragen er precies naar startups gaan en welk belang L ‘Oréal daarvoor zal nemen, kan Troost nog niet zeggen. “Ik ga er vanuit dat de eerste investeringen nog zit jaar zullen plaatsvinden. Per startup zal er dan worden gekeken naar wat de precieze financieringsbehoefte is.”

Startups hoeven overigens niet per se uit de cosmeticabranche te komen om aan te tikken bij het fonds, zegt Troost desgevraagd. “Neem startup Gjosa, die waren puur bezig met een douchekop die minder water verbruikt. Inmiddels heeft het bedrijf [L’Oréal nam het over, red.] voor ons een zuinige douchekop ontworpen die speciaal voor kappers is. Zolang een startup dus maar een match heeft die voldoet aan onze doelstellingen.”

Het programma moet L’Oréal ook helpen om zijn eigen klimaatdoelen te halen. In 2030 wil cosmeticafirma bijvoorbeeld de helft van zijn verpakkingsmateriaal uit gerecyclede of biobased materialen halen. Op dit moment werkt het bedrijf al met hervulstations, waar klanten hun parfum kunnen bijvullen in hun oude fles.

Ook verkoopt L’Oréal sinds kort hervulverpakkingen van bijvoorbeeld shampoos, zodat klanten niet telkens een nieuwe plastic shampoofles hoeven te kopen. Zoiets scheelt weer plastic, is het idee. Belangrijk voor de adoptie van dit soort innovaties is dat je het niet te duur maakt, weet Troost. “Je moet het vooral niet duurder maken, want dan kopen mensen het niet. De bijvulzakken zijn meer dan 20 procent goedkoper bij ons dan reguliere flessen.” Lacht: “Sommige klanten kopen alleen nog maar bijvulzakken, omdat die goedkoper zijn.”

L’Oréal gaat door met diversiteit in VS, ondanks Trump

Naast recycleprogramma’s zet het bedrijf ook sterk in op diversiteitsbeleid. Op de website van L’Oréal prijkt nog altijd een aparte pagina voor Diversity, Equity & Inclusion, oftewel het zogenoemde DEI-beleid waar de VS onder president Donald Trump de oorlog aan heeft verkondigd. Bedrijven die ermee doorgaan in de VS dreigen gestraft te worden, bijvoorbeeld doordat de overheid ze geen opdrachten meer zal verlenen.

Veel grote bedrijven in de VS zwakten hun diversiteitsbeleid de afgelopen maanden daarom af. L’Oréal, ook stevig vertegenwoordigd in de VS, peinst daar volgens Troost niet over. “Wij zijn een beautybedrijf waarbij het draait om zelfexpressie. Het kan toch niet zo zijn dat we dan mensen gaan uitsluiten?”

En wat als Trump zoiets met sancties beantwoordt, blijven de principes bij L’Oréal dan overheid staan? “Ik zal bijna zeggen: op dit moment denk ik dat we heel hard bij ons punt zullen blijven. Ik zal in ieder geval blijven staan achter de wat de groep doet. Ik hoop dat ze me hierin zullen volgen. Het is een heel relevant onderwerp, maar het is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Heel veel bedrijven zitten momenteel met dit dilemma. Onze CEO heeft in ieder geval intern uitgesproken dat dit [DEI, red.] prioriteit blijft, no matter what.”

Foto: Erik Troost van L’Oréal, door Jelmer Luimstra.