Energiebedrijven stellen teleur in transparantie
Over geheel Europa gezien halen achtereenvolgens het Italiaanse Enel Energia, het Zweedse Vattenfall en het Spaanse Iberdrola de hoogste cijfers. In Nederland wordt de top drie aangevoerd door Nuon, gevolgd door Eneco en HVC.
“Uit ons onderzoek blijkt dat Nederlandse energiebedrijven minder transparant en minder open zijn dan andere Europese energiebedrijven”, constateert Hans Wichink, Managing Director Energy and Utilities van RGP. “Onder de Nederlandse energiebedrijven is daarna een duidelijke tweedeling te onderscheiden. Aan de ene kant energiebedrijven die ruimschoots en toegankelijk publiekelijk verantwoording afleggen. Aan de andere kant energiebedrijven, veelal dochterondernemingen van Europese energiebedrijven, die minimaal rapporteren.”
Op de borst kloppen
Het onderzoek laat ook zien dat de onderlinge vergelijkbaarheid tussen de onderzochte energiebedrijven in Europa aanzienlijk kan verbeteren. “De normen van de rapportages voor energiebedrijven per land in Europa verschillen nog sterk in termen van transparantie, volledigheid en de presentatie van data.” Eveneens opvallend: de rapportage van Nederlandse energiebedrijven over maatschappelijke investeringen scoort lager dan die van Europese collega’s. “Nederlandse energiebedrijven kloppen zich minder op de borst over maatschappelijke betrokkenheid en duurzaamheid. Bescheidenheid siert de mens, lijkt het motto. Nederlandse bedrijven zijn over het algemeen meer doeners, waardoor ook de verantwoording over maatschappelijke investeringen pragmatisch en low profile blijft.”
Teleurgesteld
RGP doet sinds 2009 onderzoek op hetzelfde gebied naar bedrijven in de FTSE 100 en in de Euro Stoxx 50 Index. Deze index bestaat uit de vijftig grootste Europese beursgenoteerde ondernemingen buiten het Verenigd Koninkrijk. “Daar kwamen soortgelijke lage cijfers uit. Gezien het strategische belang van energiebedrijven zouden stakeholders mogen verwachten dat Europese energiebedrijven de transparantie over corporate governance op een hoger peil hebben”, constateert Hans Wichink. “We zijn dan ook teleurgesteld over de resultaten.”
Serieuzer nemen
Het is daarmee overigens niet gezegd dat de onderzochte bedrijven hun corporate governance niet op orde hebben. “Ze zijn er alleen niet transparant over. Dat kan twee dingen betekenen: of de betreffende controlmechanismen zijn er niet of energiebedrijven communiceren er niet in het openbaar over.” Hans Wichink raadt energiebedrijven aan de transparantie over corporate governance serieuzer te nemen en er concreet invulling aan te geven. Dat geldt voor de slecht scorende Nederlandse energiebedrijven in het bijzonder. “Dit kan vele malen beter”, aldus Wichink.
Bron: Resources Governance Index