Een gorilla blijkt een betere belegger te zijn dan de meeste analisten.
Al enkele jaren pakt Gorilla Jacko een aantal bananen met daarop geplakt een beursgenoteerd fonds. Hier wordt een aandelenportefeuille van samengesteld. En wat blijkt, Jacko is een betere belegger dan bijvoorbeeld de portefeuille uit de NOVA top 5.
De beleggende Gorilla is niet nieuw. Al eerder lieten de redacteuren van de Wall Street Journal Europa apen pijltjes gooien op de koerspagina van de krant. Het fonds waar het pijltje terecht kwam werd gekocht. Tegelijkertijd mochten beleggingsexperts ook een portefeuille samenstellen. Regelmatig was de apenportefeuille superieur aan die van de analisten. Het doet de gedachte postvatten dat men soms beter de portefeuille kan overlaten aan primaten dan aan experts. Overigens het is opvallend dat deze competities altijd worden gedaan door dieren die als “dom” worden gezien en nooit door dieren die vaak als slim en wijs worden beoordeeld als uilen, olifanten of dolfijnen. Wellicht hebben de bedenkers van deze competities al een vooropgesteld idee. Experts staan nog meer voor schut als ze het afleggen tegen domme dieren.
Maar het geeft geen antwoord op de basisvraag. Is ondoordacht beleggen, al of niet door pijlgooiende apen, een meer winstgevende benadering dan het opvolgen van de adviezen van experts? Als dat zo zou zijn dan is de keuze van een vermogensbeheerder wel een hele gemakkelijke. Dat apen e.d. soms heel goed scoren komt zeker niet omdat zij langdurig over het beleggingsproces hebben nagedacht. Het beleggingsresultaat is dus puur toevallig tot stand gekomen. En toeval bestaat in de wereld. Wie is niet een oude relatie plotseling tegengekomen. Dat ondoordachte beleggingsportefeuilles soms goed kunnen scoren is niet meer dan logisch. Een gorilla zal ook met behulp van bananen een auto een tijdje schadevrij door het verkeer kunnen loodsen. Maar weinigen zullen hem dan ook meteen als chauffeur aanstellen.
De meeste professionele adviseurs werken niet met een hoge hoed of gooien tijdens kantoortijd met pijltjes. Ze kiezen bewust voor het ene of voor het andere beleggingsinstrument. Ze kunnen dat beargumenteren en verdedigen. Dat betekent niet dat men schadevrij kan beleggen. Er zullen altijd fouten worden gemaakt omdat visies niet uitkomen of dat er bij bedrijven plotseling problemen opdoemen. De voorbeelden lagen het afgelopen jaar voor het oprapen. Maar wie verder kijkt dan de korte termijn weet dat visies vroeg of laat zullen uitkomen en dat daar ook geld aan kan worden verdiend. Daarom zult u ook het komende jaar in deze publicatie kunnen lezen hoe we denken over de toekomst. We zullen de plank misslaan maar de visie zal ook nooit worden ebaseerd op de banaan die we van de fruitmand hebben gepakt.
Over een ding zijn de meeste valuta-experts het wel eens. De dollar zal verder dalen. Het lijkt er inderdaad op dat niets een verdere daling in de weg zal worden gelegd. Noch uit de VS noch uit Europa komen er maatregelen om de opmars van de euro te stoppen. Natuurlijk worden er wel opmerkingen gemaakt dat de val van de dollar niet goed is. ECB voorzitter Trichet bijvoorbeeld zei dat stijging van de euro niet goed is voor de exporteurs.
Een redelijke open deur. De munt reageerde daar natuurlijk op met een forse stijging. Immers zorgen maken is een ding, iets doen is wat anders. En dat was Trichet niet van plan. Anders had hij bijvoorbeeld de rente wel verlaagd. Overigens was de stijging van 2 cent donderdag één van de grootste bewegingen in de afgelopen jaren. Het is vaak een gegeven dat de grootste bewegingen aan het einde van een trend zijn. Wij behoren niet tot het kamp van de bulls die alleen maar een stijgende munt zien. De fundamentele verschillen tussen Europa en de Verenigde Staten zijn daarvoor te groot.
De groei in de VS is op kwartaalbasis 8,2% (3e kw) en voor Euroland 1,5%. De economische theorie stelt dat geld vloeit van een sterke economie naar een zwakke. Dat dit niet gebeurt komt vooral door het overheidstekort in de VS. Voor dit fiscale jaar zal dat ruim $ 450 mld bedragen. Een groot bedrag want dit betekent dat de Amerikaanse overheid per dag 1,2 mld moet lenen. Maar alles is relatief. In de Reagan jaren liep het tekort op naar 6% van het BNP. Bush jr komt tot 4%. Die 4% ligt in lijn met de tekorten van Frankrijk en Duitsland. Deze cijfers beschouwend kan de dollar op basis van de tekorten niet zo sterk stijgen.
Meestal ontstaat er onrust binnen een land als de munt sterk daalt. Immers de te importeren goederen worden duurder en dat kan de economische dynamiek aantasten. Dat de Amerikanen zich geen zorgen maken over de dalende munt heeft alles te maken met het feit dat de importindustrie relatief beperkt is. Er zijn weinig producten die de VS moeten importeren. En de grondstoffen zijn al genoteerd in dollars dus daar is er geen probleem met de valuta-effecten. De dollardaling is wel positief voor de exporterende industrie. Dus per saldo heeft niemand er moeite mee.
De situatie is dus simpel voor de Amerikanen. Als aanhangers van de vrije markt gedachte is ingrijpen in valutamarkten ongewenst. Dat ondanks de enorme financiële kracht van de VS die met woorden en daden de munt sterker kunnen krijgen. De Europeanen zouden wel een iets minder sterke valuta willen hebben maar kunnen dat niet bewerkstelligen omdat zij niet zo’n groot economisch blok zijn. Ingrijpen door de ECB heeft geen zin. De munt zou hooguit een uur beïnvloed kunnen worden. Het is dus gemakkelijk om met al deze gegevens een verdere daling van de dollar te voorspellen. De munt kan naar de 1,30 of wellicht de 1,40. Maar nogmaals, economisch klopt het allemaal niet zo. En als de trend keert kan de euro weer sterk in de verdrukking komen.
Donderdag leek het alsof beleggen weer normaal was geworden. De AEX index had in korte tijd bijna 10 punten gewonnen. Op deze manier zou in 2 weken meer koerswinst worden geboekt dan in 2003. De koude douche kwam vrijdag. Het grootste beursgenoteerde fonds van de Amsterdamse beurs kwam met een onaangename mededeling. De voorraden olie en gas die men had ingeschat zijn 20% lager. De koers van de Koninklijke Olie stortte in met 8%. Zo een grote koersbeweging in dit fonds was in de afgelopen jaren niet vertoond.
De grootste schrik was dat het bedrijf met een dergelijke mededeling kwam. Immers Koninklijke Olie staat bekend als een gedegen bedrijf waar nooit iets vreemds gebeurd. De verkeerde inschatting van de reserves deed sommige analisten zelf het woord fraude in de mond nemen. Onzin natuurlijk. Het is onmogelijk om goed en juist de echte omvang van de bodemschatten in kaart te brengen. Fraude hierin plegen heeft totaal geen nut. Bedacht moet worden dat de reserves geen post vormen op de balans. Koninklijke Olie hoeft nu dus ook niet ineens te gaan afboeken. De reserves worden alleen genoemd als een statistiek in het jaarverslag. Ook de toekomstige winst is in principe niet afhankelijk van de lagere voorraad; deze is afhankelijk van het feit of de omzet op peil blijft en hoe de olieprijs zich ontwikkelt. Een lagere winst en/of het aanpassen van het dividend is dus voor de komende jaren niet in gevaar.
De verklaring voor de forse daling van de koers is meer dat analisten vrezen voor toekomstig hogere kosten die moeten worden gemaakt om nieuwe velden te ontwikkelen. Maar deze kosten kunnen dalen door bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingstechnieken. Maar het blijft een feit dat Koninklijke Olie de komende jaren fors meer moet investeren. En daardoor worden er voorlopig geen eigen aandelen meer ingekocht. De winst per aandeel zal dus niet meer automatisch stijgen als gevolg van minder aandelen.
Het bericht is vervelend. Het machtige bolwerk vertoont barsten. Geen fundamentele barsten maar toch zullen beleggers minder snel geneigd zijn om een deel van hun oliebelangen aan te houden in dit fonds. Dat zal de toekomstige koersbewegingen negatief kunnen beïnvloeden. Maar als het bedrijf in staat is om de kostenverlagingen door te voeren en zich houdt aan de belofte van eind 2000 (50% hogere resultaat voor haar beleggers) dan zal ook dit bericht in het archief verdwijnen. Als beleggers aandeel is het fonds dus zeker niet afgeschreven. Het dividendrendement ligt bij een koers van EURO 38 op ruim 4,5%. En dat geeft voldoende weerstand om te wachten op positieve berichten.
Zoals gesteld, in het begin van het jaar ontwikkelt de AEX zich uitstekend. Vooral de technologiefondsen namen het voortouw. Ook de financiële waarden lieten zich van hun beste kant zien. De gematigde reactie op de berichtgeving van Koninklijke Olie geeft aan dat de markt sterker is dan velen voor mogelijk houden. Kans op verdere koerswinsten is dan ook zeker mogelijk. De stijging van de aandelenindexen zette zich dit jaar gewoon voort. De laatste dagen was het de Nasdaq die forse koerwinsten boekte. Volgens een aantal analisten komt er meer. De basis van elke aandelenmarkt is de ontwikkeling van de bedrijfswinsten. En die zijn natuurlijk sterk afhankelijk van de economische groei. Volgens Nancy Lazar van International Strategy & Investments (ISI) belooft ook dit jaar er een te zijn van sterke economische groei. Zij komt met een groeivooruitzicht van 4% van het GDP.
De basis voor het sterke economische jaar vindt ze in de groei van de kapitaalsinvesteringen. Dit zijn de investeringen die met name bedrijven doen. Zij ziet hier een groei van maar liefst 10%. Er zijn een aantal redenen om een dergelijke fors groei te verwachten. Allereerst is de rente nog altijd laag. Ten tweede moeten bedrijven, na een aantal jaren van bezuinigen, wel investeren. Machines gaan nu eenmaal niet eeuwig mee. Maar een belangrijke factor is ook het feit dat bedrijven, als gevolg van nieuwe fiscale wetgeving sneller mogen afschrijven. Ook voor de consumenten is ISI positief. De Kerstverkopen waren zeer positief met een groei van 6%. Dat de retailers niet allemaal positief waren ondanks deze groei is verklaarbaar. Een groot deel van de verkopen ging dit jaar niet via de winkels maar vooral via het internet. Maar in de winkels kwam men ook met tekorten te zitten. Bij Sears bijvoorbeeld was er geen High-definition TV meer te vinden. Deze gegevens zullen zich volgens de econome ook vertalen in hogere winsten voor de bedrijven. De meeste zullen beter zijn dan verwacht wordt. Gevoegd bij de lage inflatie en het niet verhogen van de rente door de FED zal dit jaar zonder meer een profijtelijk jaar zijn.
Veel analisten zien de positieve signalen maar durven dat (nog) niet te vertalen in een hogere aandelenmarkt. Zij stellen dat de markten in de afgelopen periode al vooruit zijn gelopen op het herstel. Een kleine winst voor de indexen is dan ook de algemene voorspelling. Voor de S&P is de koers-winstverhouding voor dit jaar 17. Maar niet iedereen is het eens met de berekening van de winst. Volgens Arthur Laffer worden de winsten door de analisten verkeerd berekend. Hij gebruikt niet de winsten die de bedrijven rapporteren maar de winst van het ministerie van handel. Deze heeft de zogenoemde National Income and Product Accounts (NIPA). Zelfs Alan Greenspan noemde eens de berekening van de NIPA een van de beste methodieken. Laffer heeft lang gerekend aan de NIPA voor S&P bedrijven. Hij komt daardoor op een k/w van slechts 3,3. Daarmee worden aandelen volgens hem het laagst gewaardeerd in de afgelopen 35 jaar. Laffer behoort tot de monetaire school van Chicago en is niet helemaal onomstreden. Maar zijn argumentatie om tot dit lage cijfer te komen kan niet ondubbelzinnig weerlegd worden. Het geeft aan dat in de winst zoals gerapporteerd wordt veel ruis zit. Maar ook voor bedrijven die nu nette cijfers willen rapporteren wordt de mogelijkheid om zaken te “verstoppen” steeds minder. Ook al heeft hij maar ten dele gelijk dan zal blijken dat de winstpotentie voor de Amerikaanse bedrijven groter is. En dat betekent automatisch dat ook de koersen verder kunnen stijgen dit jaar.