Een betere wereld door diepgewortelde bedrijfscultuur

Werken om de wereld een stukje mooier te maken. Realistisch of een utopie? Als je het aan de Japanners vraagt, dan moet het je levensdoel zijn om een mooiere wereld door te geven aan de volgende generatie. En werk is hier een belangrijk onderdeel in. In mijn vorige blog beschreef ik al hoe continu verbeteren in alle aspecten van het Japanse leven is geïntegreerd, of het nu gaat om het huishouden of op het werk. Een eigenschap die (financiële) managers vaak wel willen, maar waarbij de stap naar integratie nog lastig is. Het zit in Japan namelijk veel dieper in de bedrijfscultuur geworteld. Je ziet het terug in de doelstellingen, feedbackcultuur en de grootte van de teams.

Door Tim Wolput, Lean Consultant bij LCG in Japan

Doelstellingen 

Stel je voor dat je met een financieel directeur praat over de prestaties van de afgelopen jaren. Grote kans dat je dan spreekt over groeicijfers. Doe je ditzelfde bij een van de Japanse bankdirecteuren, dan spreek je eerst over hun dromen en visie en dan pas over cijfers. Wellicht klinkt dit in eerste instantie wat zweverig, maar met de gedachte dat maar liefst 88 Japanse bedrijven in de ‘Fortune Global 500’ staan, is het echt geen gekke gedachte om dromen in plaats van cijfers na te jagen. Bedenk maar eens wat meer motiveert: iedere dag 200 auto’s voorzien van nieuwe wielen óf in tien jaar tijd meewerken aan de ontwikkeling en productie van de meest milieuvriendelijke auto ter wereld? Om gemotiveerd te zijn en te blijven, werken de Japanners (met succes) met langetermijndoelen, variërend van een 50- tot een 350-jarendoel. 

Lees ook: Deel 1: Werken in het land van de rijzende zon

Teamgrootte 

Alles binnen een Japans bedrijf draait om het realiseren van de langetermijndoelen, het groeien naar een steeds betere versie van jezelf om zo een positieve bijdrage te leveren aan je bedrijf en de wereld. Omdat persoonlijke groei zo belangrijk is, worden teams daarop afgestemd. Onlangs was ik bij Toyota op bezoek, een organisatie die voorloopt op het gebied van innovatie, mensgericht werken en de Japanse bedrijfscultuur op en top uitdraagt. Bovendien is Toyota de moeder van de Lean-filosofie, een filosofie waarin continu verbeteren centraal staat. Hier werken ze in teams van maximaal zeven mensen waarin kwaliteit centraal staat. Je werkt nauw samen en daarbij is de manager part of the team, hij besteedt aandacht aan communicatie om de passie van een individu te achterhalen en dit te koppelen aan de doelen van het bedrijf. Dit doet Toyota vanuit het gedachtegoed dat je je niet focust op resultaat, maar op klantwaarde. Een Nederlandse manager vertelde me laatst dat hij leidinggeeft aan 40 mensen. Toen ik hem vroeg hoe hij bij al die mensen voldoende aandacht kan schenken aan persoonlijke ontwikkeling, kon hij me geen antwoord geven. 

Feedbackcultuur 

In Nederland heerst een bedrijfscultuur waar feedback best vaak wordt gegeven. Medewerkers geven problemen het liefst direct aan, op welk moment dit ook is. En daarbij is het een standaard om direct een oplossing aan te dragen. De uitspraak ‘Don’t bring me problems, bring me solutions’, hoor ik nog vaak van managers. Waarschijnlijk hebben we het niet door, maar het wordt toch tijd om dit eens aan te stippen: hoog tijd dat dit verandert. Waarom hebben we alleen interesse in oplossingen? De problemen zijn veel belangrijker en interessanter. En dit is precies wat de Japanners doen, ze schuiven problemen niet onder stoelen of banken als ze zelf niet onmiddellijk een oplossing kunnen vinden. Een manager speelt hier een ontzettend belangrijke rol in. Als een medewerker met een probleem zit, is dit namelijk een uitstekende kans om te helpen om persoonlijke groei te realiseren. Feedback geven hoort hier vanzelfsprekend bij. Je hebt elkaar immers nodig om doelen te realiseren. Feedback wordt daarom gezien als een groepsproces. En om dit in goede banen te leiden is het KPT-bord (keep, problem, try) bedacht. Op het bord laat je weten wat heel goed gaat en welke problemen er zijn, waarna je samen kijkt naar wat je kunt doen. Je wijst nooit naar een ander, feedback betrek je altijd op jezelf. Je hoort dan ook vaak dat het begint met ‘Ik vind het lastig…’. De open cultuur zorgt ervoor dat je alle problemen kan aankaarten. 

De menselijke factor staat in alle succesvolle Japanse bedrijven centraal, want het zijn mensen van vlees en bloed die werken aan hetzelfde doel. Managers luisteren naar hun medewerkers, creëren een sfeer waarin open gecommuniceerd wordt en zorgen dat medewerkers inzien hoeveel ze bijdragen. Want hoe groter de passie, hoe groter de kans dat het doel wordt gerealiseerd. Een bijdrage aan een mooiere wereld is wat inspireert en motiveert. Dus bedenk je nog maar eens goed bij het volgende kwartaaloverleg: wat geef jij je kleinkinderen mee?