Durf te durven!
BLOG – Innoveren moet, investeren moet. Als je als organisatie in deze tijd wilt blijven meedoen, zul je in beweging moeten blijven. Dat brengt wel risico’s met zich mee. En CFO’s zijn logischerwijs nogal alert op risico’s. Maar stil zitten, beslissingen uitstellen en risico’s vermijden? Dat brengt een nog veel groter risico met zich mee. Dat kan zelfs de continuïteit van een organisatie bedreigen.
Door Rob Cools, Product Marketing Director bij Workday.
Hoe vind je dan als CFO de juiste balans tussen innovatie en risico? Wat bijvoorbeeld helpt is om minder rigide naar risicofactoren te kijken. Een breder perspectief en iets meer lef kunnen er aan bijdragen om de organisatie als geheel flexibeler, wendbaarder en innovatiever te maken, met nog steeds een solide riskmanagementbasis. Ter overweging vijf afwegingen die kunnen helpen bij een gezonde innovatie-risicobalans.
1. Zie ROI in een breder perspectief
Bij de beslissing of een nieuw product of dienst verder ontwikkeld wordt, is een van de eerste vragen vaak: “Welk rendement op de investering verwachten we?”. Er is soms een nogal ééndimensionale opvatting van ROI: hoe en in welke mate komt het geïnvesteerde kapitaal terug in omzet en winst. Dat zijn uiteraard valide vragen en opvattingen. Toch is het verstandig om ROI iets breder op te vatten. Kijk ook eens naar de scenario’s en uitkomsten als de investering juist niet gedaan wordt. Zou het uitblijven van een investering de deur niet wagenwijd openzetten voor concurrenten om meer marktaandeel te veroveren? Soms is helemaal niets doen het allergrootste bedrijfsrisico.
2. Angst voor fouten remt innovatie
Managers en medewerkers zouden niet bang hoeven zijn om fouten te maken. Waarom is dat belangrijk? Je leert van fouten, als je er maar niet te lang in blijft hangen. In succesvolle organisaties worden fouten gemaakt, maar daaruit worden lessen getrokken en men gaat direct verder. De kosten van een fout zijn veel lager dan de kosten van oeverloze aarzelingen of het onvermogen om fouten toe te geven.
Als leider heb je de taak om een angst-voor-foutencultuur te voorkomen. Als een team gepassioneerd en met volledige inzet iets onderneemt of ontwikkelt wat uiteindelijk niet werkt, dan is dat goed. Dat levert in ieder geval waardevolle lessen op. Innoveren betekent tenslotte ook: blijven leren.
3. Size matters: zet kleine teams in
Als organisatie moet je tegenwoordig flexibel en transparant zijn en snel kunnen reageren op ontwikkelingen. Dat geldt ook voor de interne aanpak. Als je kleine teams formeert en die op de lastige uitdagingen zet, heeft dat een positief effect op de innovatiekracht van de organisatie.
Bij Workday stellen we vaak teams samen van zo’n vijf of zes mensen. Die laten we vervolgens samenwerken om een innovatieve oplossing voor een probleem te vinden. Onze ervaring is dat deze kleine teams snel tot besluiten komen en veel flexibeler en daadkrachtiger reageren dan de grotere teams of afdelingen.
4. Monitor, meet en stop snel als het moet
Als je echt slagvaardig en flexibel wilt opereren, is het belangrijk dat de voortgang en het succes van projecten continu worden gemonitord en gemeten. In het ideale geval kun je dan steeds constateren dat je op koers ligt om de doelstellingen te behalen. Maar juist omdat je nauwkeurig meet, heb je het ook snel in de gaten als het niet gaat lukken. De betrokkenen bij het project moeten zich ervan bewust zijn dat ideeën niet in 100 procent van de gevallen succesvol zijn. Het is goed om ze daar af en toe aan te helpen herinneren, ook om te voorkomen dat ze al te gehecht raken aan een bepaald project of een koers.
Voor moderne, flexibele organisaties is het cruciaal dat je in een vroeg stadium de stekker uit projecten trekt die, aantoonbaar, niet gaan werken. Bovendien, projecten stoppen is geen nederlaag. Het is vooral weer een kans om de gereserveerde budgetten snel in andere ideeën te stoppen die meer kans van slagen hebben.
5. Omarm relevante technologie
Technologie speelt een belangrijk rol bij het innovatieve karakter van organisaties. De houding van een CFO ten opzichte van technologie bepaalt soms mede welke rol IT krijgt. Is het de facilitator voor de wendbaarheid van de organisatie of wordt het gezien als een noodzakelijk kwaad?
Dat is soms ook een generatiekwestie. Als je heel erg generaliseert zou je kunnen zeggen dat de nieuwe generatie CFO’s meer technologiegezind is dan de oudere generatie. Toch is het belangrijk dat die laatste groep open staat voor innovatieve technologie. Enerzijds omdat je het je niet kunt permitteren om op dat gebied stil te staan. Anderzijds om alvast een gezonde technologische basis te leggen voor de opvolgers.
Innovatie stopt nooit. Het grootste risico zijn niet de nieuwe ideeën en projecten die mislukken, maar vooral de besluiteloosheid en laksheid in de bestuurskamer. Organisaties die innovatie en risico’s in breder perspectief kunnen zien, niet bang zijn voor fouten, continu voortgang monitoren en meten, en relevante technologie omarmen, zijn het best toegerust om te blijven groeien in een continu veranderende wereld.