Druk en dom
Elke financiële crisis kent een vast verloop. In zijn boek The devil take the hindmost beschrijft journalist Edward Chancellor hoe de Brits journalist en auteur van het boek hoe de financiële markten kelderen. Hij signaleert zeven stadia.
Het eerste signaal is afkomstig is van gretige beleggers die ‘en masse’ lagere risicopremies accepteren. Vervolgens worden ook beleggingen met onduidelijke risico’s duurder. Een luchtbel ontstaat ook in beleggingen waarvan de waarde moeilijk te bepalen is. Geruchten over enorme winsten drijven de manie vervolgens verder op: niet alleen rechtstreekse kredietverlening wordt populair, maar alle beleggingsvormen waarbij geleend geld een rol speelt. In het vierde stadium neemt de handel in gevaarlijke derivaten toe – in de huidige markt zijn dit de credit default swaps. Een vijfde symptoom van een naderende crisis is wanneer speculanten hun welvaart uitbundiger etaleren.
En dan komt de omslag, wanneer ineens de paniek uitbreekt terwijl de rendementen blijven stijgen. In de laatste fase spat de zeepbel uiteen. Pas in dit stadium reageren overheden en centrale banken.
Als een crisis zo voorspelbaar is, hoe komt het dan toch dat zo veel partijen erin worden meegesleept? Het antwoord is op het eerste gezich tamelijk simpel: de kuddegeest, die al in het eerste stadum van een crisis een belangrijke rol speelt. Maar waar komt die kuddegeest toch vandaan? Hoe komt het dat hoogopgeleide, weldenkende mensen hun onafhankelijke oordeelsvermogen zo makkelijk verliezen?
Een nieuw onderzoek van Philip Hans Franses hoogleraar toegepaste econometrie aan de Erasmus Universiteit en zijn promovenda Mariëlle Non geeft een mogelijk antwoord. Op basis van een analyse van ruim duizend jaarverslagen van 101 bedrijven, komen ze tot de conclusie dat bedrijven met twee drukke commissarissen het beste presteren. Dat wil zeggen: commissarissen met ‘meer dan drie commissariaten’. De winst per aandeel en de koers van het aandeel van een bedrijf dalen als er meer dan twee drukke commissarissen komen.
Nog een uitkomst van het onderzoek is dat een homogene groep commissarissen niet goed is voor de prestaties van het bedrijf. “Haal op die plekken maximaal twee mensen uit het old boys netwerk binnen, dat zijn vaak mensen die meerdere commissariaten vervullen”, zegt Philip Hans Franses in een interview met De Volkskrant.
Waarmee maar weer eens bewezen is wat we eigenlijk al wisten. Mensen die het te druk hebben, denken te weinig na en beslissen te snel. En mensen die tot een zelfde ‘bloedgroep’ behoren, of het nu corpsballen zijn, captains of industry of beleggers hebben de neiging elkaar naar de mond te praten. Mensen die het druk hebben zijn, begaan maar al te vaak vergissingen. Breng ze bij elkaar met soortgenoten, en ze zijn collectief dom. Commisarissen die willen voorkomen dat de bedrijven waarop ze toezicht houden zich laten meeslepen door paniekerige crises en opgeblazen hypes, doen ze er goed aan variatie aan te brengen in de samenstelling van de raad van commissarissen. “Neem er ook een warhoofd bij, een heel ander type”, zegt Philip Hans Franses.
Niet te veel drukke mensen, niet te veel ‘old boys’. Niet druk en dom, maar sloom en slim.