Denktank: ‘In EU nu meer duurzame energie dan fossiele energie’

Met de groei van hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon, heeft de Europese Unie in de eerste helft van 2024 meer elektriciteit opgewekt dan met fossiele brandstoffen. Dit markeert een belangrijke mijlpaal voor financieel managers die zich bezighouden met energie-investeringen en duurzaamheid. Het rapport van energiedenktank Ember toont aan dat de stroomproductie uit hernieuwbare bronnen nu 30% van het totaal uitmaakt, terwijl fossiele brandstoffen op 27% blijven steken. Dat meldt het ANP, deze ochtend.

• EU wekt meer stroom op met zon en wind.
• Fossiele brandstoffen dalen naar 27% energieproductie
• Positief effect op CSDDD en CSRD

De afname van fossiele brandstoffen is aanzienlijk. Het gebruik van steenkool in de elektriciteitssector daalde met bijna 25% ten opzichte van vorig jaar, terwijl aardgas met 14% minder werd ingezet voor stroomopwekking. Deze verschuiving is vooral te danken aan de toename van wind- en zonne-energie, die in dertien EU-landen, waaronder Nederland, nu de dominante energiebronnen zijn. De groei van windmolens en zonnepanelen is een directe reactie op de noodzaak om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen, vooral in het licht van geopolitieke spanningen en de klimaatcrisis.

Investeringen in hernieuwbare energie

In Nederland is er een significante toename in de bouw van windparken op de Noordzee. Dit heeft bijgedragen aan een recordhoogte in het geïnstalleerde vermogen aan zonnepanelen per hoofd van de bevolking, wat het land tot een wereldleider maakt in duurzame energieproductie. De investeringen in hernieuwbare energie zijn niet alleen cruciaal voor de milieu-impact, maar ook voor de economische stabiliteit van de regio. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]

De rol van de industrie

Hoewel de elektriciteitssector snel verduurzaamt, blijft de industrie nog voor een groot deel afhankelijk van fossiele brandstoffen. De staalproductie, bijvoorbeeld, draait nog steeds op steenkool. Er zijn echter plannen om op lange termijn over te schakelen op waterstof, wat een belangrijke stap zou zijn in het verduurzamen van de industrie. Voor financieel managers betekent dit dat ze moeten anticiperen op toekomstige investeringen in groene technologieën en infrastructuur.

De recente ontwikkelingen in de energiesector, waarbij hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon voor het eerst meer elektriciteit hebben opgewekt dan fossiele brandstoffen, hebben implicaties voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Deze EU-richtlijnen leggen bedrijven verplichtingen op met betrekking tot duurzaamheid en zorgvuldigheid in hun bedrijfsvoering en rapportage.

Toekomstige Risico’s en Kansen

De verschuiving naar hernieuwbare energie en de invoering van de CSRD en CSDDD bieden zowel risico’s als kansen voor bedrijven. Aan de ene kant kunnen bedrijven die niet voldoen aan de nieuwe zorgvuldigheidseisen geconfronteerd worden met juridische en financiële gevolgen. Aan de andere kant biedt de transitie naar duurzaamheid kansen voor innovatie, kostenbesparingen en verbeterde reputatie. Bedrijven die proactief inspelen op deze veranderingen kunnen een concurrentievoordeel behalen en bijdragen aan een duurzamere economie, zo stellen experts.