Deeltijdpensioen straks de norm
Drie van de vier Nederlandse werknemers zijn blij dat hun werkgever automatisch een pensioenregeling aanbiedt. Zij zijn het ermee eens dat ze verplicht pensioen opbouwen bij hun baas en dat niet zelf hoeven te regelen.
Dat blijkt uit onderzoek van Aegon naar de pensioenvoorbereiding van mensen in loondienst.
Maar liefst 71 procent van de werknemers ziet het niet zitten om zelf, vrijwillig iedere maand geld opzij te zetten voor later. In Nederland zijn de meeste werknemers verplicht pensioen op te bouwen via hun werkgever.
Herman Kappelle, directeur bij Aegon en bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht, herkent de steun voor deze verplichting. “Werknemers weten van zichzelf dat hun pensioenbewustzijn laag is. Ze zijn blij dat er automatisch pensioenpremie wordt ingehouden op hun salaris. Gelukkig staat dat ook niet ter discussie.” Anders is dat bij de verplichting om het pensioen bij een specifiek pensioenfonds of verzekeraar op te bouwen. “Ik zie vooral bij jongeren een groeiende behoefte om zelf uit te maken bij wie ze pensioen opbouwen. Veel werkgevers zijn nu verplicht om hun regeling te laten uitvoeren door een bedrijfstakpensioenfonds. Ik verwacht op den duur een stelsel waarin de keuze voor een pensioenuitvoerder vrij is.”
Voor de derde keer onderzocht Aegon de mate waarin werknemers en gepensioneerden zich hebben (of hadden) voorbereid op hun pensioen. In totaal gaat het om 16.000 mensen in 15 landen. Daarmee is het een van de grootste pensioenonderzoeken ter wereld.
Deeltijdpensioen
Een ander opvallende uitslag van het onderzoek is dat deeltijdpensioen – dat is op latere leeftijd eerst enkele dagen per week met pensioen gaan – de nieuwe norm gaat worden. Meer dan de helft van de werknemers verwacht straks geleidelijk met pensioen te gaan of zelfs gewoon door te werken na hun 67ste. Slechts een derde denkt nog ‘ouderwets’ van de een op de andere dag te stoppen met werken.
“Deeltijdpensioen is nu al mogelijk. Zowel juridisch als fiscaal. De werkgever moet de mogelijkheid opnemen in zijn pensioenregeling en de pensioenuitvoerder moet bereid en in staat zijn deeltijdpensioen uit te voeren. Daarnaast ligt er een taak bij de sociale partners om de werknemer beter voor te bereiden op het nemen van dit soort individuele beslissingen. Want de verantwoordelijkheid voor een goed pensioen verschuift definitief naar de werknemer”, aldus Kappelle.