De vele ESG-verslagleggingsnormen helder uitgelegd
Is het ESG-rapportagelandschap overbelast, of is dat slechts een mythe? Zijn de plannen van de EU en IFRS over duurzaamheidsverslaggeving concurrerend met elkaar, of hebben ze juist verschillende doelen? Wat is de visie van GRI (Global Reporting Initiative) op een effectiever – en transparanter – wereldwijd rapportagesysteem? En waarom zouden bedrijven verantwoordelijk moeten zijn voor het volledige scala van hun impact op mens en planeet?
Dit zijn slechts enkele van de onderwerpen die worden onderzocht in ‘’Een businesscase voor milieu en samenleving’’, de eerste publicatie van een nieuwe reeks die het ‘GRI-perspectief’ zal bieden. Verdere publicaties met actuele thema’s zullen in 2022 regelmatig worden uitgebracht.
Eelco van der Enden is per 1 januari gestart als CEO van GRI. In een recent artikel deelt hij waarom GRI het wereldwijde debat leidt over de verantwoordelijkheid van bedrijven op duurzaamheidseffecten.
Het landschap van duurzaamheidsverslaglegging wordt wel ‘de alfabetsoep’ genoemd. Is dat correct? Wat is het perspectief van GRI?
“Het bredere landschap kan verwarrend zijn, maar bedrijven mogen zich niet laten afleiden van het voldoen aan hun transparantieverplichtingen door de talloze ESG-richtlijnen, beoordelaars, certificeerders en anderen. De realiteit is namelijk dat er slechts twee opstellers van duurzaamheidsverslagleggingsnormen zijn: het GRI, voor de impact op de economie, het milieu en de mensen, en het SASB (Sustainability Accounting Standards Board, red.) voor de openbaarmaking van bedrijfswaarde voor het beleggerspubliek.
GRI is, denk ik, relevanter dan ooit tevoren. Onze normen zorgen voor geloofwaardigheid bij meerdere stakeholders en dagen organisaties uit om te rapporteren op een manier die het volledige scala van hun impact weerspiegelt. Een sterke financiële focus kan bijvoorbeeld niet volledig verhelderen hoe een bedrijf mensenrechten waarborgt of klimaatverandering mitigeert.”
De IFRS heeft een International Sustainability Standards Board (ISSB) gelanceerd, terwijl de Europese Unie haar eigen European Sustainability Reporting Standards (ESRS) ontwikkelt. In hoeverre zal dit het rapportagelandschap veranderen en hoe zullen ze elkaar kruisen?
“Deze twee ontwikkelingen krijgen op dit moment logischerwijs veel aandacht. Het is echter belangrijk om hun verschillen te begrijpen. Ten eerste zullen de EU-normen het volledige spectrum van duurzaamheidsaspecten dekken, terwijl IFRS zich uitsluitend richt op de financiële impact van duurzaamheidskwesties op het bedrijf.
Ten tweede zullen de ESRS-normen verplicht zijn voor zo’n 50.000 bedrijven, terwijl de ISSB-normen niet afdwingbaar zijn. Bij GRI zien we deze ontwikkelingen als complementair in plaats van concurrerend. We zijn al betrokken bij het EU-proces, als mede-constructeur van de ESRS, en kijken ernaar uit om samen te werken met de nieuw gevormde ISSB. Wat belangrijk is, is dat we evolueren naar een versterkte tweepijlerstructuur voor bedrijfsrapportage – zowel financieel als duurzaam – met elk op gelijke voet.”
Wat brengt GRI op tafel dat anderen niet doen? En waarom moeten bedrijven meer rapporteren dan alleen hun financiële gevolgen en verplichtingen?
GRI stelt bedrijven, investeerders, beleidsmakers, werknemers en het maatschappelijk middenveld in staat om de dialoog aan te gaan en beslissingen te nemen die inclusieve duurzame ontwikkeling ondersteunen. We brengen werkelijk wereldwijde, onafhankelijke en vrij toegankelijke duurzaamheidsnormen die elk bedrijf – groot of klein – kan gebruiken om hun impact te begrijpen en te communiceren.
Tot nu toe hebben meer dan 10.000 bedrijven ervoor gekozen om de GRI-normen vrijwillig te gebruiken, omdat ze begrijpen dat brede duurzaamheidsrapportage, naast bedrijfswaarde, nodig is om sociaaleconomische en ecologische samenhang te bereiken. Naarmate meer organisaties accepteren dat volledige openheid en transparantie ook goed is voor het bedrijfsleven, ben ik ervan overtuigd dat de wereldwijde rol van GRI zal blijven groeien.”