De competenties van de Treasurer
Ik ben opgegroeid in de markt voor commodities, meer specifiek in plantaardige olie, welke voor het bedrijf waarvoor ik toen werkzaam was een zeer belangrijke grondstof was. De markt voor deze grondstoffen wordt gekenmerkt door een enorme prijsfluctuatie, wat dus ook een grote invloed kan hebben op de resultaten van het bedrijf.
Het managen van het prijsrisico op grondstoffen vereist volgens de bedrijven die er mee te maken hebben daarom een diepgaande kennis van de markt, een zeker marktgevoel om te kunnen beoordelen wanneer welke acties dienen te worden ondernomen, technische kennis om kwaliteitsverschillen te kunnen beoordelen, kennis over technieken om het prijsrisico in kaart te kunnen brengen en kennis over het instrumentarium, en de technieken, om dit prijsrisico te kunnen managen.
Mensen die in dit vak zitten worden vaak beschouwd als specialisten die hun werk goed moeten kunnen uitvoeren. Hun carrière bestaat uit het uitdiepen van hun kennis, waarvoor hoge vergoedingen worden geboden.
De functie van de corporate treasurer wijkt niet zo sterk af van die van een inkoper van commodities. Een belangrijk onderdeel van de treasury functie is het inkopen van geld, en het managen van het prijsrisico op geld. Voor de meeste organisaties is geld ook een grondstof, welke een prijskaartje heeft. En dat prijskaartje wijzigt omdat ook hier een zekere volatiliteit bestaat (rentes, valutakoersen, kredietrisico aspecten, etc). Het managen van de prijs van geld, en de hieraan verbonden risico’s, dient net zo professioneel te gebeuren als het managen van de prijs voor grondstoffen, productiekosten, etc. De technieken voor het managen van “de prijs van geld” lijken trouwens ook sterk op de technieken voor het “managen van de prijs van grondstoffen”.
Bijvoorbeeld, in de corporate finance functie koopt de treasurer financieringsruimte in. Er staan hiervoor verschillende markten tot zijn beschikking. In de risicomanagement functie zorgt de treasurer er onder andere voor dat de toekomstige kosten voor financiering binnen de perken blijven en dat ook aandeelhouders in de toekomst bereid blijven om eigen vermogen te verschaffen aan de onderneming. In de risicomanagement functie wordt ook het prijsrisico op geld gemanaged, en in de cash management functie worden dan weer vooral synergie en kostenbesparingen gezocht.
Toch is het zo dat de competenties van de treasurer en de inkoper van commodities vaak sterk verschillen. Het waarom, en de consequenties hiervan, zijn interessant om te bekijken.
Er zijn een aantal basis gedachten die veel bedrijven hanteren bij de opzet van hun treasury afdeling, en de keuzes die daarin gemaakt worden:
Veel bedrijven vinden dat de treasurer strategisch sterk moet zijn; vakinhoudelijke diepgaande kennis is niet nodig, want dat wordt wel aangereikt door zakenrelaties, zoals banken.
Vanuit carrière perspectief vinden veel bedrijven dat de treasurer maximaal 5 jaar in zijn positie moet blijven. Daarna moet hij doorgroeien naar een andere functie. Deze ambitie van de treasurer is voor vele bedrijven een vereiste.
Van een treasurer wordt vaak verlangd dat hij minimaal een academische opleiding moet hebben; de soort opleiding is van minder belang. Hiermee is het bedrijf namelijk verzekerd van het feit dat de treasurer beschikt over een zekere intelligentie, waardoor men is verzekerd van probleem oplossend denkvermogen.
Omdat het onderwerp “geld” is, wordt blijkbaar in vele organisaties het managen van de prijs van deze grondstof toebedeeld aan accountants en controllers, omdat zij een degelijke financiële opleiding hebben genoten. Echter, vaak schiet de inhoudelijke kennis op gebied van risicomanagement te kort. Dit heeft een aantal redenen.
Ten eerste komt deze kennis uit een andere financiële richting, namelijk de econometrie. Vaak zit dit niet voldoende in de opleiding van mensen die een accounting achtergrond hebben. Hun definities over risico worden ingegeven vanuit accounting, en dit staat haaks op de definities vanuit de econometrie / wiskunde. Gelukkig wordt dit gat door de introductie van IFRS-39 en FAS-133 nu kleiner gemaakt, maar er is nog een lange weg te gaan.
Daarnaast is het spectrum van verschillende financiële risico’s zo groot dat het jaren duurt voordat men op deze verschillende terreinen goed uit de voeten kan. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de kennis die nodig is om fatsoenlijk corporate finance en cash management te bedrijven. Echter, door het opleggen van het systeem van “job rotation” wordt een plafond aangebracht op de te verwerven kennis van de treasurer. De vereisten om carrière te willen maken zorgen er verder voor dat de treasurer een beperkte horizon heeft om problemen aan te pakken. Men moet snel resultaten zien op de acties die hij onderneemt, want anders ondersteunt dit zijn carrière niet.
Dit heeft een aantal belangrijke consequenties voor de manier waarop veel bedrijven hun treasury functie uitoefenen.
Jaarlijks maken kranten weer melding van resultaten van bedrijven, waarbij vaak ook wordt opgemerkt dat er negatieve invloeden zijn geweest vanuit financiële markten (veelal de valutamarkt). Het concept dat deze bedrijven hanteren is “dat deze risico’s nu eenmaal niet zijn af te dekken”. Dit concept komt naar mijn sterke overtuiging voort uit gebrek aan kennis op gebied van risicomanagement.
Er zijn ook bedrijven van wie de resultaten voor meer dan 70 % afhankelijk zijn van een bepaalde vreemde munt, zoals de USD. Toch vermelden deze bedrijven vaak in hun jaarverslag dat ze deze valutarisico’s niet wensen af te dekken. Hetzelfde concept ligt hieraan ten grondslag. Als belegger zou ik zeggen: “koop dan een USD-future, want de bedrijfsresultaten van het aandeel zijn detail vergeleken bij de USD sensitiviteit”. Bovendien, bij een future weet de belegger tenminste wat zijn risico’s zijn, en als hij het aandeel koopt weet hij totaal niet hoe hij de USD sensitiviteit op de koers van het aandeel moet elimineren. Het bedrijf geeft namelijk niet voldoende informatie over dat risico. Als je natuurlijk niet precies weet wat je risico’s zijn, is het gemakkelijker te zeggen dat je er niets aan doet.
Ook is de logica van de treasury accenten bij veel bedrijven op zijn minst troebel.
Enkele voorbeelden:
Bij veel bedrijven wordt er een infrastructuur opgetuigt om banken te meten op hun toegevoegde waarde. Men houdt bijvoorbeeld vaak bij hoe scherp een bank bepaalde derivaten en hedges prijst voor de mensen die in de front office van de treasury afdeling van het bedrijf werkzaam zijn. Hiermee kan het bedrijf enkele tienduizenden Euro’s besparen op de kosten voor het afsluiten van transacties. De complexere zaken, zoals corporate finance, structered finance en kapitaalmarkt transacties, worden vaak door de treasurer, of andere leden van het financiële management, uitgevoerd. Echter, op dit gebied smijten deze bedrijven vaak miljoenen weg in één transactie, getuige mijn artikel in “Controllers Magazine” van Elsevier – oktober 2004, waarin ik uiteen heb gezet hoe corporates bijvoorbeeld vaak de dupe worden bij uitgifte van converteerbare obligaties. Naar mijn mening ontbreekt hierdoor het onderscheid tussen hoofdzaak en bijzaak.
De invoering van IFRS-39 gaat gepaard met bakken vol kritiek van vakgenoten op deze regelgeving. Als gevolg hiervan trekken veel bedrijven de conclusie dat ze geen hedge accounting willen toepassen, omdat de administratieve kosten te hoog zijn. Anderen proberen dan weer een uitzonderingspositie te creëren op de vereisten om hedge accounting te mogen toepassen. Slechts enkele uitzonderingen weten IFRS-39 in hun voordeel te gebruiken. Het is verbazingwekkend om vast te stellen dat nog steeds veel organisaties denken dat het onderwerp van IFRS-39 accounting is. Volgens mij gaat het over risico management. Het enige wat IFRS-39 vraagt is “laat zien wat je aan het doen bent, dat het ook effectief en consistent gebeurd, en dat je in controle bent”. Dit lijkt mij een triviale vraag, zeker gegeven de wantoestanden van de jaren ’90.
Bij veel bedrijven worden ook bij het kwantificeren van risico’s basisfouten gemaakt die verstrekkende gevolgen hebben in het risicomanagement proces. Men houdt vaak geen rekening met verschillende risicogedragingen van verschillende cash flows; concepten voor cash management en risico management worden door elkaar gehaald.
Bedrijven gebruiken vaak ook de verkeerde instrumenten om bepaalde risico’s te managen. Sommigen stellen bijvoorbeeld dat ze geen risico willen lopen en dat het gebruik van opties niet is toegestaan. Dit is dus een Contradictio Interminus. Bepaalde risico’s kunnen namelijk alleen maar met opties worden gemanaged.
Banken maken er ook dankbaar gebruik van als bij hun klanten het concept van risicomanagement niet duidelijk is geformuleerd. Men lanceert dan allerlei “trading ideeën”, terwijl de klanten die deze ideeën krijgen voorgeschoteld al stijf staan van het risico. Alleen al het bekijken van dit soort ideeën is puur opportunisme. Diegenen die zeker weten waar markten naar toe gaan, zouden op de Bahamas moeten zitten! Dus U kunt zich de vraag stellen welk doel deze “trading ideeën” hebben.
Vanuit een academische achtergrond concluderen ook vele vakgenoten dat het managen van lange termijn valutarisico’s (het zogenaamde economische risico) geen zin heeft, en dat het praktisch onmogelijk is. De basis van dit misverstand berust op verkeerde conclusies op wetenschappelijke feiten. Het is inderdaad zo dat valutakoeren uiteindelijk wel weer terug zullen komen op eerdere niveaus. Echter, intussen kan Uw bedrijf al 20 keer failliet zijn gegaan op deze koersvolatiliteit. Lange termijn valutarisico kan worden geëlimineerd tegen een prijs van 0,7 – 1,5 % per jaar. Wat is er mis mee om non-core risico’s te elimineren, zodat het bedrijf zich op zijn echte core risico’s, zoals business risk en marketing risk, kan richten? Sommigen hanteren dan het argument dat men verplicht is dit te doen, omdat de concurrenten dit ook doen. Welnu, dat is dus hetzelfde als wanneer U grondstoffen inkoopt voor EUR 100, en dat U ze aan Uw klanten weggeeft voor EUR 50. Er kunnen redenen zijn om dit te doen, maar ik denk dat U dan wel moet weten wat dit betekent en waarom dat U dat doet.
Al met al is het begrijpelijk dat er concepten zijn ontstaan op basis van slechte ervaringen. Echter, ik vind dat het tijd wordt dat deze concepten weer terug in hun juiste context worden geplaatst. De prijs die veel organisaties het afgelopen jaar op de USD daling hebben betaald in hun resultatenrekening (om niet te noemen het verlies aan concurrentiekracht door de daling van de USD) is voldoende om de negatieve invloed van de dollar op de resultaten voor een periode van minstens 10 jaar compleet te elimineren! Echter, om dit in te kunnen zien is er enige kennis van het vak nodig, en is “strategisch denken” of een academische opleiding alleen niet voldoende. Geld is ook gewoon een grondstof, en er is specialistische kennis nodig om de prijs en de risico’s hiervan “in de tang” te houden.
Nu zullen sommigen mijn betoog als een degradatie van de treasury functie opvatten, maar ook daar ben ik het niet mee eens. Het hangt er gewoon van af hoe U carrière definieert. U zult zien dat als U echt in de diepte gaat van dit prachtige vak, dat U dan de mooiste financiële functie binnen Uw organisatie heeft!