De 4 principes van islamitisch financieren

Sharif Soliman, associate bij NautaDutilh, legt uit wat de vier basisprincipes inhouden van islamitisch bankieren en financieren.
Islamitisch bankieren groeit sinds de jaren 90 met gemiddeld 17% en is daarmee het snelst groeiende segment binnen de internationale financiële sector, zo leren we uit het boek ‘Islamitisch Financieren’ van Sharif Soliman. Oftewel een groei van 150 miljard dollar naar 2,1 biljoen in twintig jaar tijd.
Bankieren naar de leer van de Islam verschilt wezenlijk van het huidige Westerse bancaire systeem. Dat heeft te maken met de vier basisprincipes: Haram, Riba, Gharrar en Qimar & Maysir. Een belangrijk en bekend verschil is bijvoorbeeld het verbod op rente. Maar er zijn meer grote verschillen. Sharif Soliman, die afstudeerde op het onderwerp, vertelt in de notendop wat de vier basisprincipes inhouden. 
Er zijn twee grote stromingen in de Islam: het soennisme en sjiisme. 90% van de moslims op de wereld hangt het soennisme aan. In deze stroming bestaan vier grote rechtsscholen die zich bezighouden met de interpretatie en uitleg van islamitisch recht. Hoewel deze op bepaalde punten verschillen, komt veel overeen. “Deze rechtsscholen houden zich bezig met het uitleggen van de regels van islamitisch bankieren, zij bepalen eigenlijk wat wel en niet is toegestaan,” legt Soliman uit aan MenA.nl. 
De vier basisprincipes
1, Verbod op Haram
Soliman: “Haram zijn dingen die volgens het islamitische recht verboden zijn. In deze producten of diensten mag niet worden geïnvesteerd. Denk aan wapenhandel, de gokindustrie, alcohol, tabak en producenten van varkensvlees.”
2, Verbod op Riba
“Riba wordt vaak vertaald als rente en/of woeker, maar het omvat meer dan dat. Riba kunnen we uitsplitsen in twee categorieën: in tijd en in overmaat. Als ik bijvoorbeeld afspreek om 10 kilo goud te ruilen voor 20 kilo zilver, is het niet verantwoord als de andere partij het zilver een half jaar later levert. In dat half jaar kan de waarde van zilver meer of minder zijn dan op het moment dat de afspraak wordt gemaakt. Partijen mogen hier geen voordeel uithalen. Daarnaast dient bij bepaalde goederen rekening te worden gehouden met overmaat. Eén van deze goederen is geld. Een voorbeeld is de ruil van 50 euro voor 60 euro of zoals wij dat in de praktijk zien: het terugbetalen van een rentedragende lening van 50 euro die door de rente is opgelopen tot 60 euro. Daarom is rente ook verboden. Het is niet verantwoord om voor een ruilmiddel als geld een vergoeding te vragen. In de Middeleeuwen was rente ook hier in de Westerse samenleving verboden vanuit Joodse en Christelijke regelgeving.” 

3, Vermijden van Gharar
“Dit wil zeggen dat iemand geen excessieve risico’s mag nemen of te grote onzekerheden mag aangaan. Een munt, of ander bezit, alvast verkopen voordat je het in bezit heb – iets dat veel op de effectenbeurzen gebeurt – is dus niet toegestaan. In islamitisch bankieren zie je dus nauwelijks derivatenhandel. Alleen als er echt een dringende behoefte is of sprake is van een schenking, wordt dit nog wel eens toegestaan. Zo zijn er wel gevallen bekend van boeren die alvast hun zaden op rekening aankochten zonder dat er nog geoogst werd. Op basis daarvan is een derivaatachtige constructie bedacht die momenteel door islamitische banken wordt gebruikt. Maar dat zijn uitzonderingsgevallen.”
4, Verbod op Qimar & Maysir
“Qimar & Maysir vertaalt zich als een verbod op excessieve speculatie en gokken. Het gaat hierbij om opbrengsten die op basis van toeval (al dan niet) ten koste van een andere partij worden behaald. Gokken wordt gezien als een zero sum game: als de één wint, verliest de ander. Ik kan met jou een weddenschap aangaan over of het morgen regent voor 100 euro. Eén van ons zal hier op basis van toeval voordeel uit halen ten koste van de ander. Dat mag niet.”
 
Ethische commissie 
Het toezicht op islamitisch bankieren is in emerging markets waar veel moslims wonen op verschillende manieren georganiseerd. Sommige banken hebben een raad van shariageleerden die het laatste woord heeft. Maar bijvoorbeeld Pakistan heeft een centrale raad die nationaal de uitleg van de islamitische wetgeving bepaalt. “Ik ben een voorstander van dat laatste,” zegt Soliman. “Dan is er meer uniformiteit en daardoor meer duidelijkheid over wat wel en niet mag. Dat draagt ook bij aan het consumentenvertrouwen.”
Islamitisch bankieren werkt heel anders dan het Westerse bancaire systeem, geeft Soliman mee. “Uit het niets geld creëren en voor het verstrekken daarvan een vergoeding vragen, wat de reguliere banken doen als zij een hypotheek verstrekken, kan ook niet. Alles moet asset-backed zijn. Dat wil zeggen dat de banken verbonden moeten zijn aan de onderliggende reële activa. De bank moet net als de cliënt een risico lopen. Bijvoorbeeld het risico dat de woning in waarde daalt. In ons huidige systeem is de risicoverdeling tussen bank en cliënt onevenwichtig.”
Maar is het niet zo dat islamitisch bankieren parallel loopt aan het huidige, Westerse geldsysteem dat meerdere verboden elementen bevat? “Dat klopt, economieën zijn niet gesloten, dat hebben de islamitische rechtsscholen wel geaccepteerd. Zonder een pragmatische houding is het lastig om een alternatief te introduceren. Een voorbeeld hiervan is dat bepaalde islamitische vormen van schuldfinanciering die nu door de rechtsscholen worden toegestaan, vanwege juridische en/of economische belemmeringen bij equity financing, in de verre toekomst niet meer zullen worden verstrekt. Uiteindelijk is het ideaal om zo min mogelijk met schulden te financieren.”