Cor van der Maarel, CFO RT Company: ‘De werkvloer is mijn leerschool’

Bepaald florissant ging het niet met RT Company, het voormalige Newconomy, toen Cor van der Maarel door investeerder George Tóth werd gevraagd als CFO. Maar: "Ik voel me op mijn gemak in probleemsituaties. Het is een uitdaging om concrete oplossingen te vinden die een bedrijf verder helpen." Dus zei Van der Maarel ja tegen Tóth en werkte hij samen met hem aan het omstreden plan om RT Company te redden.

Door Geert Dekker Het zijn niet de geplaveide wegen die Cor van der Maarel (42) opzoekt. De Delftse CFO van de doorgestarte beursgenoteerde investeringsmaatschappij RT Company heeft een ongebruikelijke en harde leerschool doorlopen. Met een opleiding aan de middelbare slagersvakschool op zak ging hij aan de slag in de vleesindustrie. Twaalf jaar runde hij een slagerij om vervolgens een vleesgrossierderij op te zetten: verkoop aan het supermarktkanaal en verkoop in landen buiten de Europese Unie. “Dat bedrijf kwam in de problemen en haalde het niet. Ik ben daarna in de avonduren gaan studeren: rechten. Bij mijn pogingen om de grossierderij overeind te houden had ik geconstateerd dat veel adviseurs – accountants, advocaten en anderen – nauwelijks feeling hebben met wat er zich op de werkvloer afspeelt: een buitengewoon goed academisch verhaal meestal, maar geen adequate antwoorden op de problemen waarmee de ondernemer zich geconfronteerd ziet. Dat kan beter, dacht ik.” Dat bleek. Van der Maarel is nooit in de gelegenheid geweest om zijn studie af te maken, want al snel werd hij geregeld door (voormalige) collega’s in de vleeswereld gevraagd bij te springen in financieel-administratieve kwesties. Vervolgens vervulde hij twee jaar een interimfunctie bij een groot detacheringsbureau dat in de problemen zat. “Ik voel me op mijn gemak in probleemsituaties. Het is een uitdaging om concrete oplossingen te vinden die een bedrijf verder helpen”, zegt hij. Tijdens de sanering was hij verantwoordelijk voor de contacten met de uitvoeringsinstelling werknemersverzekeringen en de Belastingdienst. “Toen dat was afgerond, in 1997, achtte ik de tijd rijp om me als zelfstandig bedrijfsadviseur te vestigen.”

Facelift
Cor van der Maarel is een van de opstellers van het crediteurenakkoord dat afgelopen zomer de basis vormde voor de wederopstanding van RT Company. Het bedrijf onderging na het akkoord de derde facelift in zijn nog korte bestaan. Opgericht als Newconomy was het onder leiding van Maurice de Hond een investeerder in internetbedrijven. Begin 2002 nam Willem-Jan van den Dijssel het roer over. Hij vormde Newconomy door de overnames van Citee en Explainer DC om tot een IT-dienstverlener met tweehonderd werknemers en daarnaast enkele participaties in portefeuille. De strategie was niet succesvol. In 2003, het jaar waarin de naam werd gewijzigd in Real Time Company, werd er op een omzet van 32,6 miljoen euro netto 12,2 miljoen euro verlies geboekt. Oorzaak: de voortdurende reorganisaties en steeds weer de noodzaak om goodwill af te schrijven. In oktober 2004 vroeg RT Company uitstel van betaling aan. Dochter Citee, een detacheringsbedrijf, was in een moeilijke markt failliet gegaan. “Kort daarvoor had de directie van RT zich aansprakelijk verklaard voor de schulden van de dochterondernemingen. Dat was van groot belang voor het af te sluiten crediteurenakkoord. Er was een bedrag van ongeveer 14 miljoen euro aan schulden geconsolideerd: 8 miljoen was toe te rekenen aan de moeder, 6 miljoen aan Citee.” Het ‘nieuwe’ RT Company kwam tot stand door een converteerbare obligatielening van 16,2 miljoen euro, 1,2 miljoen ten behoeve van het crediteurenakkoord en drie keer 5 miljoen euro voor investeringen. “De onderneming had geen cent meer in kas. Geld voor het crediteurenakkoord moest ook worden aangetrokken van derden. Als CFO kijk ik dan nadrukkelijk naar de funding: het heeft geen zin om de ene schuld voor de andere in te ruilen als daarmee de broze situatie ontstaat dat er direct weer moet worden afgelost. Dat is de reden voor die convertible.” Investeerder/ondernemer George Tóth, grootaandeelhouder van De Vries Robbé Groep (ook een nieuw leven ingeblazen beursfonds), verschafte een groot deel van de convertible. Dit kostte hem 1 eurocent per aandeel, terwijl de koers van het aandeel RT Company ten tijde van het afsluiten van het crediteurenakkoord ongeveer 10 cent bedroeg. Door het reusachtige aantal nieuwe aandelen (1,62 miljard stuks) verwaterde het belang van de zittende aandeelhouders sterk. In september kwam de eerste portie van 120 miljoen aandelen (voor het geld van het crediteurenakkoord) op de markt en die was goed voor een verwatering van 46 procent. Als de resterende 1,5 miljard aandelen worden verhandeld (in 2006 en 2007) komt het waardeverlies op 92 procent. Tegen die tijd is dat ook het belang dat CEO Tóth in RT Company zal bezitten. Deze werkwijze, met die enorme verwatering, heeft veel kritiek gekregen. Van der Maarel vindt echter dat de prijs die Tóth betaalde niet moet worden vergeleken met de beurskoers, maar met de intrinsieke waarde: “Wat wil men? Het aandeel had eerst een negatieve intrinsieke waarde van 10 cent: er stonden 140 miljoen aandelen uit van een onderneming die niets anders om het lijf had dan 14 miljoen euro schuld. Als je dan iemand vindt die de aandelen koopt voor 1 cent per stuk, denk ik dat je als onderneming een goede deal maakt. Je moet de beurskoers niet als leidraad nemen voor je berekeningen rond de waarde van de onderneming. De beurswaarde is een eigenstandige waarde, vooral een verwachtingswaarde, en die moet je niet afzetten tegen de intrinsieke waarde.” Vooral de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) maakte zich enorm druk over de prijs van de convertible in combinatie met de beurskoers van RT. De VEB plaatste een advertentie waarin beleggers werden gewaarschuwd voor de hoge beurskoers. Daarop kreeg het aandeel een flinke knauw. RT Company heeft daarop tegen VEB-directeur Peter Paul de Vries bij de Autoriteit Financiële Markten een klacht ingediend wegens koersmanipulatie.

Lede ogen
Het besturen van RT Company is niet de eerste ‘klus’ die Cor van der Maarel samen met George Tóth uitvoert. (“Nee, Tóth is geen speculant, Tóth is een ondernemer pur sang.”) Ook voor De Vries Robbé verrichtte en verricht hij financiële advies-taken. “Maar de twee bedrijven zijn eigenstandig. Ze hebben een gemeenschappelijke grootaandeelhouder, maar daarmee houden de gelijkenissen wel op. Het team adviseurs rond De Vries Robbé en rond RT Company is afgezien van Tóth en mij geheel anders.” Dat geldt ook voor Sarakreek, de vastgoedonderneming waar Tóth een paar maanden zijn oog op had. Het beursfonds beschikte over veel vastgoedbeleggingen in de Verenigde Staten en raakte met name na 11/9 in de problemen. Grootaandeelhouder Delta Lloyd, die in de loop der jaren 30 miljoen euro in Sarakreek pompte, bezag dat met lede ogen en koerste aan op de liquidatie van de onderneming. Een deel van de verloren gegane investeringen zou dan gecompenseerd kunnen worden door de fiscaal verrekenbare verliezen in Sarakreek. Het bestuur van de onderneming kwam in contact met George Tóth, die er heil in zag de onderneming nieuw leven in te blazen. “Onze plannen waren goed te rechtvaardigen”, zegt Van der Maarel, “want Delta Lloyd had 20 procent van de aandelen, maar hield bij zijn plannen geen rekening met de overige 80 procent aandeelhouders, kleine beleggers: voor hen viel er niets te compenseren bij liquidatie van de onderneming.” Het plan van Tóth behelsde een eenvoudig businessplan (onroerend goed inbrengen) en een convertible van 15 miljoen euro om dat te financieren. “Het bestuur van de onderneming steunde het plan, maar toen het op de uitvoering aankwam, bleek dat Delta Lloyd er inmiddels in geslaagd was zijn belang tot 52 procent uit te bouwen. Toen was duidelijk dat uitvoering van het businessplan niet mogelijk zou zijn.” En Tóth verkocht ook zijn pakket (25 procent) Sarakreek-aandelen aan Delta Lloyd. Conclusie van Van der Maarel: “Het was niet de opzet, maar onder druk van het businessplan en onder druk van de publiciteit hebben de kleine beleggers toch nog een compensatie ontvangen. Tot begin augustus was er nauwelijks handel in het aandeel en dus geen exit-mogelijkheid. Die is er door de interventie van Tóth en de zijnen dus toch nog gekomen.”

Cor van der Maarel, CFO RT Company
Naam Cor J.P.M. van der Maarel
Functie CFO RT Company
Werkdag vanaf 8 uur ’s morgens en ’s avonds na het eten nog twee uur
Burgerlijke staat gehuwd, twee kinderen
Hobby’s wandelen, sportduiken
Lezen John Grisham, David Baldacci
Muziek moderne muziek vanaf de jaren zeventig
Sites dft.nl, iex.nl, eurobench.com
Auto Mercedes, nu een 270 CDI
Financieel systeem Account Analyzer van Unit 4
Nevenfuncties tot 2003 Statenlid voor de VVD in Zuid-Holland
Vakantie met de caravan naar Zuid-Europa, zon en zee Vereniging van Effectenbezitters versus Tóth

In een advertentie in Het Financieele Dagblad waarschuwde de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) begin september voor overwaardering van de aandelen De Vries Robbé Groep (DVRG) en RT Company. Daarop daalde de koers van de aandelen scherp. Naar aanleiding van die advertentie heeft George Tóth, grootaandeelhouder en CEO van beide bedrijven, bij de AFM aangifte gedaan van koersmanipulatie. Volgens Cor van der Maarel, CFO van RT Company, betreft de advertentie ‘een merkwaardige actie van iemand die namens beleggers zegt te streven naar transparantie’. “Ten eerste gebruikt Peter Paul de Vries het begrip fundamentele waarde op een manier die nergens in de literatuur is terug te vinden. Ten tweede is het niet meer dan normaal dat de beurskoers van een bedrijf afwijkt van de intrinsieke waarde. Daarin zit immers ook de verwachtingswaarde verwerkt. Ten derde is het een pijnlijke affaire, omdat VEB-directeur Peter Paul de Vries zelf getracht heeft een greep naar de macht te doen bij RT Company. Vlak voordat wij het eens werden over het crediteurenakkoord, heeft hij namens een drietal anonieme investeerders ook een voorstel gedaan, maar dat is afgewezen.” De Vries Robbé Groep heeft de fax met het desbetreffende voorstel openbaar gemaakt (http://www.dvrg.nl/files/050902koersmanipulatie.pdf). “Het komt erop neer dat De Vries de vereniging misbruikt. En wie had er nu last van de koersdaling van de twee aandelen? Niet de ondernemingen en niet George Tóth. Die heeft al vaker aangegeven voor de langere termijn aandeelhouder te zijn. Wie er last van hadden, waren de beleggers in die fondsen: de achterban van de VEB. En die advertentie is van hun geld betaald.” Volgens Peter Paul de Vries, directeur van de VEB, is DVRG erop uit de zaken te vertroebelen door de discussie in het persoonlijke te trekken. “De beweringen missen elke grond. De bewindvoerder heeft de VEB uitgenodigd om als er alternatieven zouden zijn of komen, deze aan hem door te geven. Dat is alles wat er is gebeurd.” “De vraag is waarom DVRG en RT Company de aandacht van de inhoudelijke discussie willen afleiden. De reden daarvoor is dat men poogt de overwaardering in stand te laten omdat dat groot financieel voordeel oplevert voor personen rond deze ondernemingen. Tóth heeft met zakenpartners maximaal 10 miljoen euro in DVRG geïnvesteerd en op het moment van de advertenties was de beurswaarde 110 miljoen euro. Men kan niet aangeven welke waardestijging is gerealiseerd. Het vastgoed zal niet in een jaar tijd tien keer in waarde toenemen.” “RT Company heeft belangen met een waarde van ongeveer 8 ton en een toegezegde convertible van 15 miljoen. Kan iemand mij uitleggen waarom de beurswaarde dan op 172 miljoen moet liggen? Het is onze taak om beleggers hierop te wijzen, beleggers moeten weten dat Tóth op elk aandeel DVRG dat hij verkoopt 90 procent verdient. Afgezien daarvan: de waarschuwing is ónze verantwoordelijkheid, beleggers moeten zelf beslissen of zij deze aandelen kopen, houden of verkopen.”

Gerelateerde artikelen