Column Vis De waarde van innovatie
Volgens NRC Handelsblad van 18 augustus 2005 gelden de volgende maatstaven voor innovatie:
1 introductie van nieuwe producten of diensten
2 verbeteren van interne bedrijfsprocessen
3 introductie van nieuwe manieren van distributie
4 aanwezigheid van op schrift vastgelegde vernieuwingsinspanningen
5 deelname aan een extern netwerk om kennis uit te wisselen
6 samenwerken met andere bedrijven of instellingen aan vernieuwingsprojecten
7 beschikken over medewerkers die in hun dagelijks werk met vernieuwing bezig zijn
8 investeren in training en opleiding
9 dit jaar meer uitgeven aan innovatie dan vorig jaar.
Deze lijst stemt tot grote treurigheid. Opvallend is de afwezigheid van een aan succes gerelateerde maatstaf. Het lijkt wel of de lijst is opgesteld door bureaucraten die geen flauwe notie van ondernemen hebben. Lekker bezig zijn is voldoende. Het uiteindelijke resultaat is niet van belang, als je je best maar doet.
In werkelijkheid zijn kennis en innovatie van weinig betekenis als daardoor geen waarde wordt toegevoegd. Nieuwe producten en diensten moeten worden verkocht. Het verbeteren van interne processen zonder dat daar additionele geldstromen tegenover staan is zinloos. Vergaderen en alles op papier vastleggen zal in ieder geval leiden tot toegevoegde kosten.
GEKTE
Hetzelfde geldt voor het in dienst hebben van nijvere medewerkers die geen geldstroom kunnen genereren. Investeren veronderstelt dat je geld uitgeeft in de stellige verwachting dat je daar in de toekomst meer voor terugkrijgt, en geld uitgeven zonder oog voor de mogelijke opbrengsten is een probaat recept voor een snelle ondergang.
Dit soort gekte is eerder vertoond. Het uitlichten van een bepaald element, bijvoorbeeld kwaliteit of verantwoord ondernemen, en dat volledig buiten de context van het ondernemen plaatsen. Economisch gezien worden die bedrijven waardevol die over een langere periode een stabiele positieve geldstroom verwachten zonder al te veel risico en onzekerheid. Dat vraagt om inzicht in menselijke behoeften en het bijbehorende koopgedrag. Vernieuwing kan een belangrijke rol spelen, maar alleen als die door de klant vrijwillig wordt geaccepteerd en beloond.
Daarbij dient ook het gedrag van de concurrent in het oog gehouden te worden. In veel innovatieve sectoren buitelen de veranderingen over elkaar heen en het geld dat met die veranderingen wordt verdiend moet onmiddellijk worden geïnvesteerd in weer andere vernieuwingen. De concurrentie zit niet stil, waardoor de eerdere investeringen niet de kans krijgen om waarde te laten materialiseren.
Zo ontstaan hijgerige bedrijfstakken met veel dynamiek, maar weinig waarde. Innovatie is economisch gezien een neutraal begrip, niet goed en niet slecht. Het kan een positieve rol spelen bij het laten ontstaan van economische waarde. Daarbij komt nog wel de vraag ‘make or buy’ aan de orde. Waarom zou het beter zijn om zelf allerlei vernieuwingen te bedenken, als er ook een markt bestaat waar de gewenste vernieuwingen simpelweg kunnen worden gekocht? De daarvoor te betalen prijs geeft in ieder geval een relatieve zekerheid en dat kan van veel innovatieve investeringsprojecten niet worden gezegd.
Drs. Jan Vis MBA CMC RV (janvis@talanton.nl) is directeur bij Talanton Corporate Finance BV en adjunct-professor Business Valuation aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Deze column wordt op persoonlijke titel geschreven.