Circulaire economie: Innovatie in plaats van exploitatie
Door Sylvester Schenk
Dat gebeurde bij een snellaadpunt langs de A12. Tijdens het ‘tanken’ kwam iemand aanlopen, die naast mijn auto stond op te laden. Het bleek een Duitser te zijn. Niet zomaar een Duitser, maar een typische Duitser. Wat u daaronder verstaat laat ik graag aan uw eigen fantasie over, maar een Mercedes-Maybach S-Klasse of een BMW 7-serie had hem zeker niet misstaan. Maar niets bleek minder waar…
De Duitser in kwestie was sinds jaar en dag een fervent Tesla rijder, en sprak over Porsches en Audi’s misprijzend als Verbrenner. En duurzaam opgewekte elektriciteit was het helemaal jubelde onze Duitser, want die kun je eeuwig blijven opwekken. ‘En die batterijen dan?’ vroeg ik. Je voordoen als een expert is namelijk meestal niet zo moeilijk. Maar ook die batterijen zouden een en al hergebruik en duurzaamheid wezen. Opgewekt stapte de man vervolgens in een reed (hard!) weg.
Minimaliseren van waardevernietiging
Verbrenner. Ik vond het – ook in zijn gevolgen – een mooi woord. Het impliceert namelijk dat eeuwigdurend hergebruik van grondstoffen uiteindelijk onvermijdelijk is. Want wat je verbrandt of stort ben je nu eenmaal definitief kwijt. Het gevolg daarvan laat zich raden: op een dag zullen niet alleen olie, maar ook gas, koper en de ijsbeertjes op of verdwenen zijn. En wat dan? Uiteindelijk zullen we dan zelf verdwijnen. Nee, dan de circulaire economie. Daaronder verstaan een economisch systeem, waarin herbruikbaarheid van producten en grondstoffen wordt gemaximaliseerd en waardevernietiging juist wordt geminimaliseerd. In zo’n systeem blijven we hergebruiken en extreem duurzaam produceren. Uiteindelijk zal het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen slechts één keer worden gebruikt, het niet gaan redden.
Geld verdienen in hergebruik
Nu is hergebruik dus onvermijdelijk, maar het kan alleen maar een succes zijn als er een business-model in zit. Uiteindelijk zal er onder de streep een bedrag moeten uitkomen, anders gaat het ‘m (in ieder geval voorlopig) niet worden. De ijsbeertjes ten spijt. Maar hoe doe je dat dan? Een mooi voorbeeld is goud. De hoge waarde daarvan zorgt dat er in de loop der tijden maar weinig goud verloren is gegaan. En dreigt dat wel te gebeuren (wij schijnen jaarlijks in onze mobieltjes het nodige goud weg te gooien) dan is de industrie er met haar knapste koppen en de nodige innovatie er als de kippen bij om dat goud terug ter winnen. Nee, over hergebruik van goud maak ik me weinig zorgen. Wel over zilver, maar dat is een ander verhaal. In tegenstelling tot goud wordt zilver wel veel in het productieproces verbruikt. En verbruiken impliceert nu eenmaal net als verbanden dat op ook echt op is. Kortom: als er met hergebruik geld te verdienen valt komt het allemaal wel goed. De slogan van afvalverwerker (pardon: Bruggenbouwer naar een circulaire economie) Van Gansewinkel spreekt in dit verband boekdelen: ‘Afval bestaat niet’. Blijkbaar zijn er enkel waardevolle reststoffen. En dat klinkt toch een stuk beter.
De circulaire economie en fiscaliteit
Een succesvol business-model kan ook stoelen op de fiscaliteit. Zoals bekend draaien windmolens – althans volgens onze minister-president – niet op wind maar op fiscale aftrekposten (of subsidie, wat in wezen hetzelfde is). Dit model is echter een beetje link en dus niet echt duurzaam. Met één pennenstreek van de politiek bent u uw fiscale voordeel zo weer kwijt. Zo zijn groene auto’s inmiddels door staatssecretaris Wiebes door de fiscale shredder gehaald. De Autobrief 2.0 kent vanaf 2017 alleen nog maar een lage bijtelling voor (volledig) emissieloze auto’s. Zoals een Tesla, ware het niet dat die weer te duur is om volledig van dit lage tarief te kunnen profiteren: de bekende Tesla taks. De fiscaliteit kan dan ook beter als springkussen richting innovatie en de circulaire economie gezien worden dan als een hangmat van waaruit het goed en makkelijk geld verdienen is. Minder overheidsgeld naar circulaire exploitatie en meer naar circulaire innovatie is dan ook beslist de fiscale trend. De overheid blijft niet ten eeuwigen dage als suikeroom of –tante beschikbaar, maar daagt uit, stimuleert of geeft een fiscaal kontje. Maar van eeuwigdurende bijstand zal geen sprake meer kunnen zijn. Dat zal niet alleen een principiële afweging zijn, maar ook een financiële. Zoals Herman Finkers al wist; ‘Ik vind romantiek best, maar het moet wel betaalbaar blijven’. En dat geldt ook voor belastingheffing in het algemeen en fiscale faciliteiten in het bijzonder.
Het circulaire businessmodel
In dat beeld past – en ook dat is een trend – het dat de lat steeds hoger wordt gelegd. Wat gisteren nog revolutionair en dus de moeite van het ondersteunen waard was, is vandaag de dag al weer normaal en morgen verouderd. Waarom zelfs zuinige Verbrenner subsidiëren als we binnenkort ook op zonlicht kunnen rijden? Of op water. Al past in die ontwikkeling vooralsnog wel de ondersteuning van auto’s met een verbruik van één op honderd. De jaarlijkse aanpassing van de Milieulijst voor de MIA (Milieu-investeringsaftrek) is daar een fraai voorbeeld van, evenals het uitsluiten van bepaalde bedrijfsmiddelen van verdere fiscale ondersteuning. Want waarom blijven ondersteunen als het inmiddels prima op eigen benen kan staan?
Ook in een innovatieve en circulaire economie moet – na een aanloopperiode – uiteindelijk gewoon belasting betaald worden. Belasting betalen hoort nu eenmaal bij een inmiddels volwassen business-model. Sterker nog: juist een circulaire economie biedt de overheid de ruimte om in haar financieringsbehoefte te voorzien doordat de bron waarover men wenst te heffen, anders dan bij olie of gas, nooit zal opdrogen. Het antwoord op de vraag waarom de overheid – ook fiscaal bezien – dient te investeren in een circulaire economie is heel eenvoudig. Het werd al eerder gegeven door de Engelse wetenschapper en uitvinder Michael Faraday op een vraag van de minister van financiën Gladstone naar het nut van elektriciteit: ‘One day sir, you may tax it’.
En dat vooruitzicht zal iedere minister van Financiën tot tevredenheid stemmen.
Sylvester Schenk is directeur wetenschappelijk bureau bij Flynth
Facts & figures over de circulaire economie anno 2016:
? 78% van het afval wordt gerecycled.
? 74 euro aan goud heeft een huishouden gemiddeld in elektrische apparaten.
? 1/3 van de aankopen van huishoudens verdwijnt in de vuilnisbak.
? Nederland heeft een koppositie qua hergebruik van huishoudelijk afval.
? Als alle Europeanen vegetarisch zouden eten – geen vleesproducten en eieren – dan behaalt de EU al voor 2020 de helft van haar milieudoelstellingen.
? Overstappen op de circulaire economie kan Nederland ruim €7 miljard per jaar en 54.000 nieuwe banen opleveren.
? Er zijn 170.000 schone en zuinige auto’s in Nederland (1 januari 2015).
Bronnen: CBS, Planbureau voor de leefomgeving, MVO Nederland en KpVV Dashboard