CFO staat positief-neutraal tegenover nieuwe accountantswetgeving
Volgens bestuurslid Marcel Welsink is het ‘een goede zaak’ dat financieel bestuurders voordelen zien in deze overheidsinitiatieven om de maatschappelijke rol van de accountant te versterken.
Grant Thornton liet onderzoeksbureau Markteffect onderzoeken hoe de CFO van de Nederlandse OOB aankijkt tegen de veranderende accountantswet- en regelgeving. In totaal 53 CFO’s werden telefonisch geïnterviewd. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn:
Scheiding controle- en advieswerkzaamheden – Vanaf 1 januari 2013 mogen controle en advieswerkzaamheden van een OOB niet meer bij dezelfde organisatie worden uitgevoerd.
Het merendeel van de CFO’s staat neutraal tegenover deze nieuwe wet- en regelgeving (62%), in totaal 30% beschouwt de nieuwe wetgeving als (zeer) voordelig. Voordelen die worden benoemd zijn: de scheiding draagt bij aan het voorkomen van belangenverstrengeling en conflicten en geeft optimale onafhankelijkheid. Bovendien leidt deze tot meer alertheid en waakzaamheid. Een kleine minderheid van 8% staat negatief tegenover de wet- en regelgeving, omdat de scheiding hogere kosten met zich meebrengt en ‘minder efficiënt’ is. Advieswerkzaamheden nemen naar verwachting extra tijd in beslag.
Meer dan vier op de vijf CFO’s geeft aan dat de nieuwe wetgeving geen impact heeft op de inrichting van processen binnen de organisatie (81%).
Kantoorroulatie – Per 1 januari 2016 mag een OOB nog maar voor maximaal acht aaneengesloten jaren worden gecontroleerd door dezelfde accountantsorganisatie.
Ook ten aanzien van deze wetgeving staan de meeste CFO’s neutraal (51%) of (zeer) positief (32%), met name de CFO die 1 tot 10 jaar met zijn huidige accountant samenwerkt. Roulatie zorgt voor een nieuwe blik / perspectief op de organisatie en mogelijk een nieuwe visie. Een beperkt deel van de CFO’s staat (zeer) negatief tegenover kantoorroulatie (17%), omdat het inwerken van een accountant tijdrovend en duur is. Gemiddeld werken accountantsorganisaties negen jaar voor een OOB. Van de respondenten gaf 11% aan al 16 tot 20 jaar met dezelfde accountant te werken, 6% zelfs langer dan 20 jaar. In totaal 7 op de 10 CFO’s geeft aan dat de veranderende wetgeving geen impact heeft op organisatieprocessen.
Het onderzoek laat ook zien dat de nieuwe wet- en regelgeving in de eerste plaats een bestuurskwestie is. In de helft van de gevallen vond overleg hierover binnen het bestuur plaats, in ongeveer 25% van de gevallen in de Raad van Commissarissen (RvC) of de Audit Committee.
Oriëntatie op de markt
Aspecten die de CFO in overweging neemt bij de keuze voor een nieuwe accountant voor controle, zijn prijs-kwaliteitverhouding (64%), reputatie op de markt (47%), betrouwbaarheid (36%) en kwaliteit van dienstverlening (20%) . Voor advieswerkzaamheden vormen juist prijs-kwaliteitverhouding (57%), betrouwbaarheid (52%) en kwaliteit van dienstverlening (45%) doorslaggevende factoren.
Marcel Welsink, bestuurslid van Grant Thornton, zegt hierover: “CFO’s zien de voordelen in van ‘scheiding controle en advies’ en ‘kantoorroulatie’ om de maatschappelijke rol van de accountant te versterken. Dat is uiteraard een positieve zaak, omdat ze bijdragen aan het waarborgen van de onafhankelijke positie van de accountant en zodoende kwaliteit van dienstverlening vergroten. Opvallend is dat voor controlewerkzaamheden veel waarde wordt toegekend aan de gehele reputatie van de accountants- en adviesorganisatie, terwijl dat voor advieswerkzaamheden veel minder geldt. Wij zijn van mening dat kwaliteit altijd doorslaggevend zou moeten zijn bij de keuzes die worden gemaakt en dat reputatie hier slechts een onderdeel van is.”
Bron: Grant Thornton