BTW-steekproef door rechter onderuit gehaald
Het betrof een naheffing BTW die was berekend aan de hand van de zogenaamde guldensteekproef. Dit is een door de fiscus veelvuldig gebruikte controlemethode waarbij men ervan uitgaat dat de fouten die worden aangetroffen in een aantal facturen uit een bepaalde korte periode met dezelfde frequentie zullen zijn gemaakt bij de overige facturen in die periode. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat deze fouten gedurende het gehele naheffingstijdvak van (meestal) vijf jaar zijn gemaakt.
Daardoor kan een éénmaal geconstateerde fout culmineren in een enorme aanslag zonder dat fouten door de fiscus zijn geconstateerd. De rechter heeft nu gezegd dat de steekproef binnen het stelsel van de BTW, hoe betrouwbaar een steekproef op zichzelf ook kan zijn, niet rechtvaardigt aan te nemen dat er fouten zijn gemaakt als die niet zijn geconstateerd. Hij merkt op: “Aldus wordt het verband tussen heffing en aftrekrecht, dat een wezenskenmerk is van de huidige omzetbelasting, verbroken.
De alsdan nageheven belasting heeft dan geen verband meer met een of meer bepaalde facturen, zodat de ondernemer niet in staat is de facturering te corrigeren en de afnemer alsnog in staat te stellen zijn aftrekrecht geldend te maken. Op deze wijze maakt een dergelijke vorm van naheffing op onaanvaardbare wijze inbreuk op het voor de omzetbelasting kenmerkende beginsel van de neutraliteit van de belasting”.
De rechter vond de zaak zo ernstig dat hij de Nederlandse Staat heeft veroordeeld aan PwC een schadevergoeding wegens onrechtmatige daad te betalen van EURO 50.000. Het is al sinds jaar en dag gebruikelijke praktijk dat de fiscus controles uitvoert aan de hand van steekproeven. Voor de BTW gebeurt dit meestal aan de hand van de inkomende of uitgaande facturen. Voor de loonbelasting en de vennootschapsbelasting worden weer andere transacties tot voorwerp van steekproef gekozen.
Gevolg van een gevonden fout is dat deze fout heel erg veel vaker wordt nageheven dan dat hij in werkelijkheid is geconstateerd. Het systeem van de steekproef veronderstelt nu eenmaal dat een gemaakte fout niet eenmalig is maar vaker voorkomt. Tot nu toe is de steekproef altijd als een betrouwbare en voor fiscale doeleinden rechtmatige controlemethodiek aanvaard. “Deze uitspraak is een revolutie in BTW-land”, vindt Frans Oomen, BTW-specialist en partner van PricewaterhouseCoopers. “Binnen het stelsel van de BTW past volgens de rechter dus geen statistische benadering.
Als de fiscus BTW wil naheffen dan zal zij de individuele transacties één voor één moeten bekijken. Tal van lopende controles en naheffingen BTW zullen nu aangevochten kunnen worden. PwC adviseert bedrijven die de afgelopen zes weken een naheffingsaanslag BTW heeft ontvangen die is gebaseerd op een steekproef onmiddellijk bezwaar te maken. Ook lopende controles kunnen worden betwist. De steekproeven in de BTW worden over het algemeen uitgevoerd aan de hand van een statistisch onderzoek van factuurbestanden. Juist in de BTW is de afzonderlijke factuur een essentieel document aan de hand waarvan de ontvanger van de factuur de BTW kan aftrekken.
De BTW, die een Europese belasting is, moet volgens de Europese richtlijnen neutraal uitwerken. Beoogt is dat de ondernemer de BTW niet zelf draagt maar doorschuift naar zijn klant. Met andere woorden, het is de bedoeling van het BTW-systeem dat er uiteindelijk alleen BTW wordt betaald door de eindgebruiker in de laatste schakel.” Oomen verder: “Het probleem met de steekproef is dat de ondernemer BTW krijgt nageheven die is gebaseerd op een niet geconstateerde foute factuur. Daardoor kan hij de nageheven BTW niet doorberekenen naar de volgende schakel, zijn afnemer. Hij weet immers niet wie dat is omdat het geen daadwerkelijk geconstateerde foute factuur betreft maar een veronderstelde foute factuur.
Hierdoor blijft de ondernemer met een BTW-druk zitten waar dat niet de bedoeling is van het ‘neutrale’ systeem van de wet”. “Wij merken op dat de BTW de enige belasting is die zo nadrukkelijk het neutraliteitsbeginsel kent. Dit betekent dat deze uitspraak niet kan worden toegepast op andere belastingen zoals loonbelasting en vennootschapsbelasting”. PricewaterhouseCoopers verwacht dat de Staatssecretaris van Financiën cassatie bij de Hoge Raad zal instellen tegen deze uitspraak.
Oomen: “Immers, alle controles bij grote bedrijven en multinationals vinden plaats aan de hand van steekproeven”. Het controle-apparaat van de fiscus wordt door deze uitspraak voor de BTW-controles vleugellam gemaakt.” De naheffing in kwestie is teruggebracht van f 7.415.000 naar f 250.000. De schadevergoeding van EURO 50.000, die is toegekend naast de gebruikelijke proceskostenvergoeding, is een pleister op de wond van het sinds jaren slepende geschil met de Belastingdienst, aldus Frans Oomen.