Betere investeringsbeslissingen met Real Options

Het opstellen van een financiële business case voor het onderbouwen van investeringsbeslissingen is een wijdverbreide gewoonte. En de nadruk op een stevige financiële onderbouwing is de laatste tijd alleen maar verder toegenomen. De effectiviteit van de business case als methodiek om betere investeringsbeslissingen kan in de praktijk vaak op twee punten nog stevig verbeterd worden.

Zo wordt zelden gemonitord of de verwachte rendementen ook daadwerkelijk gerealiseerd worden en is negeert de standaard netto contante waarde (NCW) methode de benodigde flexibiliteit bij het definiëren, uitvoeren en managen van investeringsprojecten. In dit opiniestuk wordt aangegeven hoe Real Options kunnen helpen bij het verminderen van beide nadelen.
 
De standaard NCW berekening gaat echter uit van een statisch scenario en negeert daarmee de financiële waarde van flexibiliteit die ondernemingen hebben om tussentijds andere keuzes te maken op basis van opgedane ervaringen en wijzigende omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan de invloed die een moeizame uitbesteding van een financieel proces kan hebben op de beslissing en planning voor een volgend proces. Real Options stellen de organisatie instaat om met deze dynamiek rekening te houden en zo beter inzicht te krijgen in de daadwerkelijke financiële waarde van de business case.
 
De netto contante waarde (NCW) berekening gaat ervan uit dat het originele investeringsplan in zijn geheel wordt uitgevoerd. In de praktijk hebben ondernemingen echter de mogelijkheid om deze plannen tussentijds te wijzigen, te vertragen, te versnellen of zelfs in zijn geheel te stoppen. Die flexibiliteit vertegenwoordigt een belangrijke financiële waarde welke niet wordt meegenomen in de traditionele NCW methode.
 
Bij projecten waar bijvoorbeeld een complexe transformatie van het financieel systeem deel uitmaakt van het programma van eisen, is het voor de onderneming van groot belang  om tussentijds te kunnen vertragen of stoppen. Om deze situaties in de praktijk te managen wordt  vaak gebruik gemaakt van project management technieken als funnel management (trechter management), stage gates (uitstapmogelijkheden) en gefaseerde uitrol. Het op relatief simpele wijze vertalen van deze technieken in een financiële waarde welke wordt meegenomen in de business case is echter veel minder gebruikelijk.
 
De real options-methode kent aan deze verschillende opties een financiële waarde toe, die wordt meegenomen in de beoordeling van het investeringsvoorstel. Met andere woorden: flexibiliteit wordt gewaardeerd.
 
Risico en verwacht rendement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Omdat er geen ´free lunches´ bestaan zal een hoger gepercipieerde risico moeten leiden tot een hogere rendementseis. In de NCW-methode zal een hogere rendementseis, leiden tot een lagere netto contante waarde.
 
De waarde van een optie stijgt daarentegen juist bij een toename van het risico. Zo wordt een optie om tussentijds uit bijvoorbeeld een shared service centre initiatief te stappen, meer waard wanneer de gepercipieerde risico’s hoger zijn. Een hoger risico uit zich meestal in een groter verschil in bandbreedte tussen best case en worse case. Door waarde toe te kennen aan de opties die het management bij een investering tot haar beschikking heeft, kan het inzicht in het rendement van een investering aanzienlijk worden beïnvloed. De waarde van deze opties kan relatief eenvoudig worden benaderd, zonder het gebruik van moeilijke mathematische optieprijsmodellen.

Uitbesteden van F&A processen als voorbeeld
Het gebruik van opties bij investeringsbeslissingen stelt het management instaat om de financiële impact te analyseren van besluiten die genomen kunnen worden gedurende de gehele looptijd van een uitbesteding (craddle to grave). Toegepast in de meest simpele vorm is outsourcing een ‘call option’: het recht, maar niet de plicht om activiteiten uit te besteden. De waarde van deze optie kan gedurende het uitbestedingstraject wijzigen, omdat bijvoorbeeld de economische omstandigheden veranderen. Indien de waarde van de optie in de nieuwe situatie gelijk of hoger is, oefent het management de optie uit. Ligt de waarde onder een bepaald minimum, wordt de optie niet uitgeoefend.
 
Andere voorbeelden van call opties zijn het uitbreiden van de scope (bijv. het aantal processen en landen) en het besluit om investeren in een transformatie. Het recht om iets te verkopen (put optie) kan onder andere vertaald worden in de mogelijkheid tot ontbinding van het contract, verkleinen van de scope en een transitie naar een andere leverancier (deze laatste is een combinatie van een put en call optie). Het derde type optie dat ingezet kan worden is investeren in iets om te leren (leer optie). Denk aan bijvoorbeeld het uitvoeren van een due diligence of benchmark.
 
Het toepassen van Real Option in business cases maakt het mogelijk om enerzijds beter de daadwerkelijke investeringsdynamiek vast te leggen en omdat de business case kan ‘meeademen’ met de werkelijkheid, is het monitoren van de business case eenvoudiger en zinvoller.

Bronnen:
T. Blommaert,Tjeu Blommaert, S. van den Broek, E. Curfs, Methodiek voor betere besluitvorming van (strategische) IT investeringen, Informatie, 2009. 
T. Copeland, P. Keeman, Making Real Options Real, McKinsey Quarterly 1998 no 3.
T. Luehrman, Strategy as a portfolio of real options, Harvard Business Review, september -oktober 1993.