‘Bestuurders Nederlandse bedrijfsleven oud en onervaren’
Volgens de krant worden bestuurders die lang op hun plek blijven zitten doorgaans gezien als minder onafhankelijk. Om die reden zijn er in meerdere landen regels die voorschrijven dat oudgedienden niet mogen meebeslissen over zaken als beloningen.
In de Verenigde Staten is er geen code die de zittingstermijn beperkt. Gemiddeld heeft een bestuurder daar dan ook ruim acht jaar ervaring. De gemiddelde leeftijd is daar bijna 62 jaar. In Scandinavië zijn bestuurders doorgaans een stuk jonger. In Noorwegen is de gemiddelde bestuurder 54 en heeft die ook 4,5 jaar ervaring.
Nederland zit in de middenmoot als het aankomt op vrouwen in de top. Bij de onderzochte bedrijven in Nederland is 25 procent van de bestuursleden een vrouw. In de VS is dat slechts 15 procent en bij koploper Noorwegen, waar een quotum geldt, ruim 42 procent (ANP).
Volgens de Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren (NCD) zijn de conclusies van het onderzoek van de Financial Times te gekleurd, te kort door de bocht en onvolledig. “Leeftijd zegt niet zoveel als het gaat om internationale top ervaring bij beursgenoteerde bedrijven. Het gaat om die ervaring in combinatie met de uitdagingen die die bedrijven hebben c.q. staan te wachten. En ‘onervaren’ is geenszins het geval. In vrijwel alle gevallen is de huidige zittingstermijn vooraf gegaan door een uitgebreide ervaring in andere functies en bedrijven”, zo meent de NCD.
Het onderzoek is wat de NCD betreft een fraai voorbeeld van ‘cijferblindheid’: “Je moet wel weten wat er achter die cijfers zit. En dat geeft geen enkele aanleiding om te stellen dat Nederlandse top-bestuurders té oud en onervaren zijn”.
FT had, volgens de NCD, nog een punt gehad als ze de cijfers hadden gerelateerd aan de vele technologische ontwikkelingen, maar ook aan de digitalisering, de integratie van de Y en Z generaties en andere HR uitdagingen die de meeste huidige bestuurders niet echt op het lijf zijn geschreven. Welke verbetering op de inhoud aan de orde is, is echter uit het onderzoek van de FT niet te halen.